Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatsblad 2015, 414 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatsblad 2015, 414 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 september 2015, nr. IenM/BSK-154454, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 5, eerste en vierde lid, van de Wet BDU verkeer en vervoer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 september 2015, nr. W14.15.032/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 oktober 2015, nr. IenM/BSK- 2015/195691, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit BDU verkeer en vervoer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel b, vervalt de zinsnede «de provincie die of».
B
In artikel 5 wordt de zinsnede «Gedeputeerde staten onderscheidenlijk het dagelijks bestuur nemen» vervangen door: Het dagelijks bestuur neemt.
Artikel 5 van het Besluit BDU verkeer en vervoer, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op de voor de inwerkingtreding van de Wet afschaffing plusregio’s op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer verstrekte uitkeringen, met dien verstande dat telkens voor «het dagelijks bestuur» moet worden gelezen: gedeputeerde staten van de provincie waarin de plusregio is gelegen of, indien van toepassing, het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Wassenaar, 29 oktober 2015
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
Uitgegeven de zeventiende november 2015
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur
Deze technische wijziging van het Besluit BDU verkeer en vervoer (hierna te noemen het besluit) vloeit voort uit de op 1 januari 2015 in werking getreden Wet afschaffing plusregio’s. Vanaf dat moment zijn de plusregio’s afgeschaft. De uitkeringen op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer worden niet meer aan provincies en plusregio’s verstrekt. Alleen openbaar lichamen als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000, de twee zogeheten vervoerregio’s, die als zodanig zijn aangewezen, ontvangen nog een uitkering op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer. De provincies ontvangen vanaf het jaar 2016 bijdragen voor verkeer en vervoerbeleid via het Provinciefonds. Met de onderhavige technische wijziging wordt het Besluit BDU verkeer en vervoer aangepast aan de met het in werking treden van de Wet afschaffing plusregio’s ontstane situatie.
Tot deze wijziging kan worden overgegaan nu duidelijkheid is verkregen op welke wijze de BDU-middelen verdeeld gaan worden over de provincies die een bijdrage uit het Provinciefonds gaan ontvangen en de twee vervoerregio’s die een bijdrage op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer zullen gaan ontvangen. Uitgangspunt is dat de verdeling van de middelen zonder herverdeeleffecten tot stand wordt gebracht.
Bij de verstrekking van de middelen voor verkeer en vervoerbeleid aan de twee vervoerregio’s geldt eveneens dat er na de afschaffing van de plusregio’s geen herverdeeleffecten gaan ontstaan tijdens de verstrekking van de middelen voor 2016. Om dit te bereiken blijkt dat het niet nodig is om de bepaling betreffende de berekening van de uitkering zoals opgenomen in artikel 4 van het besluit te wijzigen. De verdeling zonder herverdeeleffecten tussen de twee vervoerregio’s kan gerealiseerd worden door een wijziging van alleen de Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer. Deze zal voor 1 januari 2016 worden gewijzigd.
Tevens is een overgangsbepaling opgenomen over de verantwoording van de voor 2016 verstrekte uitkeringen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu moet ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wet BDU Verkeer en Vervoer, de brede doeluitkering voor het uitkeringsjaar 2016, uiterlijk in december 2015 verstrekken. In de Wet BDU verkeer en vervoer is bepaald dat een uitkering aan openbaar lichamen als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 kan worden verstrekt. De terugwerkende kracht zorgt ervoor dat de in december van het jaar 2015 te verstrekken uitkeringen bij het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 terecht komen.
De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.
Dit betreft een technische aanpassing, nu de provincies geen BDU-uitkering meer ontvangen.
Dit overgangsartikel bepaalt dat artikel 5 van het besluit met betrekking tot de verantwoording over de uitkering van toepassing blijft op de reeds verstrekte uitkeringen voor de inwerkingtreding van de Wet afschaffing plusregio’s.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2015-414.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.