Wet van 7 oktober 2015 tot wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015.

Zo is het, dat Wij met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 oktober van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 oktober, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 oktober van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 7 oktober 2015

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de dertigste oktober 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015 (Incidentele suppletoire begroting)

(bedragen x € 1.000)

   

(1)

(2)

(3)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) incidentele suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

36.032.123

1.256.715

 

136.514

17.862

 

80.000

30.000

                     
 

Beleidsartikelen

 

35.783.716

1.256.148

 

– 90.457

17.862

 

80.000

30.000

1

Primair onderwijs

9.963.954

9.963.954

1.661

– 27.978

– 27.978

0

0

0

0

3

Voortgezet onderwijs

7.502.074

7.480.508

1.361

79.655

53.452

0

0

0

0

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4.063.888

4.107.238

0

– 74.269

– 39.362

6.500

0

0

0

6

Hoger beroepsonderwijs

2.778.940

2.770.109

1.213

44.090

17.286

0

0

0

0

7

Wetenschappelijk onderwijs

4.126.980

4.139.632

16

39.157

29.942

0

0

0

0

8

Internationaal beleid

6.582

11.235

99

2.723

923

0

0

0

0

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

257.146

249.541

6.000

18.717

18.717

0

0

0

0

11

Studiefinanciering

4.246.402

4.246.402

804.481

– 28.912

– 28.912

12.503

0

0

0

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

89.214

89.214

3.709

5.524

5.524

– 421

0

0

0

13

Lesgelden

7.515

7.515

246.227

– 63

– 63

– 3.627

0

0

0

14

Cultuur

892.898

733.744

780

– 37.465

– 17.680

1.907

80.000

80.000

30.000

15

Media

996.075

996.406

190.500

1.000

– 141.837

1.000

0

0

0

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

951.909

973.046

101

– 1.390

39.465

0

0

0

0

25

Emancipatie

7.605

15.172

0

– 1.846

66

0

0

0

0

                     
 

Niet-beleidsartikelen

 

248.407

567

 

226.971

0

 

0

0

91

Nominaal en onvoorzien

1.355

1.355

0

229.452

229.452

0

0

0

0

95

Apparaatskosten

247.052

247.052

567

– 2.481

– 2.481

0

0

0

0


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 285

Naar boven