Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 oktober 2015, nr. 692103,
Gelet op artikel V van de Wet tegengaan huwelijksdwang,
Hebben goedgevonden en verstaan:
Wassenaar, 15 oktober 2015
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff
Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2015
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff
NOTA VAN TOELICHTING
Nederland is recent geconfronteerd met personen, doorgaans meisjes, die op jonge leeftijd
in het buitenland zijn getrouwd. In Nederland moet vervolgens worden vastgesteld of
een dergelijk zogenoemd kinderhuwelijk voor erkenning in aanmerking komt. Tot nu toe
bepaalde de wet dat een rechtsgeldig in het buitenland gesloten huwelijk in Nederland
wordt erkend, tenzij de erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
Verder bepaalde de wet dat het mogelijk is om, onder zekere voorwaarden, in Nederland
een huwelijk te sluiten vanaf de leeftijd van vijftien jaar. Hierdoor kon de erkenning
niet worden onthouden aan huwelijken die in het buitenland zijn gesloten door personen
vanaf de leeftijd van vijftien jaar. Huwelijken die gesloten zijn door personen die
niet beiden ten minste de leeftijd van vijftien jaar hebben bereikt worden met een
beroep op de kennelijke onverenigbaarheid met de openbare orde in Nederland op dit
moment al niet erkend.
Wordt een rechtsgeldig in het buitenland gesloten huwelijk in Nederland erkend, dan
betekent dit dat de betrokken personen, ook als zij nog geen achttien jaar oud zijn,
voor de Nederlandse wet de meerderjarigheid hebben bereikt. Dit is onwenselijk en
wordt met de Wet tegengaan huwelijksdwang aangepast.
De Wet tegengaan huwelijksdwang bepaalt dat in het buitenland gesloten huwelijken
door personen die nog niet de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, niet langer
in Nederland erkend zullen worden, tenzij beide echtgenoten intussen de leeftijd van
achttien jaar bereikt hebben. Teneinde te bewerkstelligen dat zo snel mogelijk erkenning
kan worden onthouden aan alle in het buitenland gesloten kinderhuwelijken, wordt bij
de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang
afgeweken van de vaste verandermomenten (1 januari en 1 juli).
De Wet tegengaan huwelijksdwang kan evenwel niet in werking treden voordat voldaan
is aan het bepaalde in de Wet raadgevend referendum, die met ingang van 1 juli 2015
van kracht is. In artikel 8 van de Wet raadgevend referendum is bepaald dat een tijdstip
van inwerkingtreding van een wet waarover een referendum kan worden gehouden, niet
eerder wordt gesteld dan acht weken na de mededeling van de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties in de Staatscourant van zijn besluit dat over de wet
een referendum kan worden gehouden. Artikel 5 van de Wet raadgevend referendum bepaalt
in welke gevallen geen referendum kan worden gehouden. Deze limitatieve opsomming
biedt geen ruimte om te besluiten dat over de Wet tegengaan huwelijksdwang geen referendum
kan worden gehouden. De mededeling dat over de Wet tegengaan huwelijksdwang een referendum
kan worden gehouden is op 9 oktober 2015 gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 34904). In verband hiermee wordt de datum van inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang
bepaald op 5 december 2015, zijnde de eerst mogelijke datum waarop de wet in werking
kan treden.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur