Wet van 30 september 2015 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EU) nr. 390/2013 en Verordening (EU) nr. 391/2013 inzake heffingen en prestaties in het kader van luchtvaartnavigatiediensten alsmede Verordening (EU) nr. 996/2010 inzake noodplanverplichtingen in het kader van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Wet luchtvaart wordt aangepast ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 391/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PbEU 2013, L128), Verordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PbEU 2013, L128) en Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en houdende intrekking van Richtlijn 94/56/EG (PbEU 2010, L295);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet luchtvaart wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1., eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel vergoedingenverordening komt te luiden:

vergoedingenverordening:

Verordening (EU) nr. 391/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PbEU 2013, L128).

2. In de alfabetische rangschikking worden de volgende onderdelen ingevoegd:

onderzoeksverordening:

Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en houdende intrekking van Richtlijn 94/56/EG (PbEU 2010, L295);

prestatieverordening:

Verordening (EU) nr. 390/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties (PbEU 2013, L128);.

B

Artikel 5.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De Eurocontrol-organisatie stelt jaarlijks in het kader van de op 12 februari 1981 te Brussel gesloten Multilaterale Overeenkomst betreffende «en route»-heffingen (Trb. 1981, 181), de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel 11 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de vergoeding voor luchtvaartnavigatiediensten voor «en route»-verkeer». Ter voorbereiding daarvan leggen de verleners van luchtvaartnavigatiediensten aan «en route»-verkeer» Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, jaarlijks vóór 15 mei een voorstel voor.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu stelt jaarlijks de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel 12 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de vergoeding voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten. Ter voorbereiding daarvan leggen de verleners van plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten genoemde Minister jaarlijks vóór 15 mei een voorstel voor.

3. In het zesde lid wordt «artikel 4» vervangen door: artikel 5.

4. In het achtste lid wordt «artikel 9» vervangen door: artikel 10.

5. Het negende lid komt als volgt te luiden:

  • 9. Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden voorschriften gesteld met betrekking tot het treffen van stimuleringsmaatregelen als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de vergoedingenverordening. De voorschriften betreffen in ieder geval financiële stimulansen op het prestatiekerngebied capaciteit.

6. Na het elfde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 12. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan besluiten tot modulering van luchtvaartnavigatieheffingen als bedoeld in artikel 16 van de vergoedingenverordening.

C

In artikel 5.21, eerste lid, wordt «50.000 commerciële luchtvervoersbewegingen» vervangen door: 70.000 IFR luchtvervoersbewegingen.

D

In artikel 11.1, tweede lid, wordt de zinsnede «de kaderverordening, de luchtvaartnavigatiedienstenverordening, de luchtruimverordening en interoperabiliteitsverordening,» vervangen door: de verordeningen als bedoeld in artikel 11.15, onderdeel b, onder 1° tot en met 8° en 10° tot en met 11°,.

E

Aan artikel 11.15, onderdeel b, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 9° door een puntkomma, twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

  • 10° de prestatieverordening;

  • 11° artikel 21, tweede lid, van de onderzoeksverordening.

F

Aan artikel 11.16, eerste lid, onderdeel e, wordt, onder vervanging van «en» aan het slot van subonderdeel 2° door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door «en», een nieuw subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • artikel 21, tweede lid, van de onderzoeksverordening.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 30 september 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de zestiende oktober 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 084

Naar boven