Besluit van 27 augustus 2015, houdende wijziging van het Drinkwaterbesluit ter implementatie van Richtlijn 2013/51/EURATOM van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PbEU 2013, L 296)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 18 juni 2015, nr. IenM/BSK-2015/20344, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op Richtlijn 2013/51/EURATOM van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PbEU 2013, L 296);

Gelet op artikel 21, derde lid, aanhef en onderdelen a en e, aanhef en onder 4°, artikel 25, eerste lid, juncto 21, eerste lid en derde lid, aanhef en onderdelen a en e, aanhef en onder 4°, en de artikelen 28, 29, tweede lid en 51 van de Drinkwaterwet,

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 juli 2015, no. W14.15.0199/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 24 augustus 2015, nr. IenM/BSK-2015/168128, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Drinkwaterbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen ter uitvoering van richtlijn 2013/51/EURATOM van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water, wordt verstaan onder «radioactieve stof», «indicatieve dosis» of «ID» en «parameterwaarde», hetgeen onder die begrippen wordt verstaan in artikel 2 van de genoemde richtlijn. Een wijziging van een in de eerste volzin genoemd begrip gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

B

In artikel 13, eerste lid, wordt «de tabellen I, II, IIIa, IIIb en IIIc van bijlage A» vervangen door: de tabellen I, II, IIIa, IIIb, IIIc en IV van bijlage A.

C

Bijlage A, behorend bij hoofdstuk 3 van het Drinkwaterbesluit, wordt als volgt gewijzigd:

1. Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tabel vervalt:

Radioactiviteit

   

Noot 3

Totale α

  0,1

Bq/l

Noot 3

Totale ß

  1

Bq/l

 

Tritium

100

Bq/l

 

Indicatieve dosis (totaal)

  0,10

mSv/j

 

b. Noot 3 vervalt.

2. Na tabel IIIc wordt een tabel ingevoegd, luidende:

Tabel IV. Parameterwaarden voor radon, tritium en indicatieve dosis voor drinkwater

Parameter

Parameterwaarde

Eenheid

Opmerkingen

Radon

100

Bq/l

Noot 1, 3

Tritium

100

Bq/l

Noot 2, 3

Indicatieve Dosis

  0,10

mSv

Noot 3

Noot 1:

a. De lidstaten mogen voor radon een niveau bepalen dat niet mag worden overschreden en waaronder de optimalisering van de bescherming wordt voortgezet, zonder dat de watervoorziening op nationale of regionale schaal in gevaar wordt gebracht. Het niveau dat een lidstaat bepaalt ligt tussen 100 Bq/l en 1.000 Bq/l. Ter vereenvoudiging van de nationale wetgeving kunnen de lidstaten ervoor kiezen de parameterwaarde op dit niveau af te stemmen. Nederland legt op basis van bestaande metingen de grens op 100 Bq/L (uit eerdere monitoringsonderzoeken blijkt dat de maximale radonconcentratie in ruw water en drinkwater <20 Bq/L is).

b. Wanneer de radonconcentraties 1.000 Bq/l overschrijden worden remediërende maatregelen zonder meer billijk geacht om redenen van stralingsbescherming. Dit is tot nu toe in Nederland niet aan de orde. Indien nodig is de praktische maatregel: beluchten.

Noot 2: Hoge tritiumniveaus kunnen duiden op andere kunstmatige radionucliden. Als de tritiumconcentratie de parameterwaarde ervan overschrijdt, is een analyse van de aanwezigheid van andere kunstmatige radionucliden noodzakelijk. Dit is geregeld in de Drinkwaterregeling en, in samenhang daarmee, de desbetreffende richtlijn van de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT).

Noot 3: De wijze van monitoring en berekening van de indicatieve dosis is geregeld in de Drinkwaterregeling en, in samenhang daarmee, de desbetreffende richtlijn van de ILT.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 november 2015. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 27 november 2015, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 28 november 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 27 augustus 2015

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zeventiende september 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Voor de bescherming van de volksgezondheid zijn in Richtlijn 2013/51/EURATOM voorschriften vastgesteld voor radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (richtlijn 2013/51/EURATOM van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PbEU 2013, L 296) (hierna: Richtlijn 2013/51/Euratom). Lidstaten zijn verplicht om uiterlijk 28 november 2015 de bepalingen van Richtlijn 2013/51/Euratom te implementeren in nationale wetgeving. Krachtens dit besluit worden ter implementatie van Richtlijn 2013/51/Euratom voor de bescherming van de volksgezondheid eisen aan radioactieve stoffen in drinkwater opgenomen in het Drinkwaterbesluit. De Richtlijn 2013/51/Euratom omvat tevens voorschriften voor water dat in enig levensmiddelenbedrijf wordt gebruikt en flessenwater. Deze voorschriften zijn geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en het Warenwetbesluit Verpakte waters. Een aantal onderwerpen van uitvoeringstechnische aard zijn uitgewerkt in de Drinkwaterregeling. In de tabel, opgenomen in deze nota van toelichting, is de wijze van omzetting in het kader van de drinkwaterwetgeving toegelicht.

Beschrijving van de geïmplementeerde regeling

In Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (hierna: Richtlijn 98/93/EG) zijn indicatoren vastgesteld voor radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd drinkwater. Om uniformiteit, coherentie en volledigheid van wetgeving inzake stralingsbescherming te waarborgen zijn in 2013 in de vorm van richtlijn 2013/51/EURATOM voorschriften voor radioactieve stoffen vastgesteld onder het EURATOM Verdrag. Deze bepalingen hebben voorrang op de bepalingen van Richtlijn 98/83/EG voor wat betreft de voorschriften voor radioactieve stoffen. Voor een groot deel zijn de bepalingen in Richtlijn 2013/51/EURATOM een voortzetting van de bepalingen voor radioactieve stoffen in de Drinkwaterrichtlijn. De voorschriften betreffen kwaliteitseisen, analysemethoden en meetfrequenties, maatregelen bij normoverschrijdingen, openbaarmaking en verslaglegging inzake kwaliteitsgegevens.

Hoofdlijnen van het besluit

Bij de implementatie van de Richtlijn 2013/51/EURATOM is het algemene kabinetsbeleid van strikte implementatie gevolgd. Dat wil zeggen dat de wettelijke maatregelen zich beperken tot hetgeen volgens het EG-recht verplicht is. Daarbij is er uitdrukkelijk voor gekozen de bestaande organisatie voor de zorg van de kwaliteit van het drinkwater zoals voorgeschreven in de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit te handhaven. Bij het voorzien in de behoefte aan voldoende en kwalitatief goed (deugdelijk) drinkwater kent de overheid aan de bedrijfstak van de openbare watervoorziening een centrale plaats toe. Het wordt primair tot de taak van de drinkwaterbedrijven gerekend om zorg te dragen voor de feitelijke levering van deugdelijk drinkwater aan consumenten en andere afnemers en daarbij de onzekerheden die optreden in de verschillende onderdelen van het traject van grondstof naar eindproduct zoveel mogelijk te reduceren. De rol van de rijksoverheid daarbij is, naast het uitoefenen van toezicht, vooral voorwaardenscheppend en kaderstellend. Dit houdt in dat voor de algemene verplichtingen zoals opgenomen in artikel 4 en ook artikel 7 van de Richtlijn 2013/51/EURATOM, de Minister van Infrastructuur en Milieu systeemverantwoordelijk is en toezicht uitoefent. Uitvoering van monitoring, controle en waar nodig maatregelen om drinkwaterkwaliteit te herstellen, is primair de verantwoordelijkheid van de drinkwaterbedrijven.

In dit wijzigingsbesluit en de eerdergenoemde wijziging van de Drinkwaterregeling zijn de bepalingen voor de controleparameters opgenomen. Dit is voor een groot deel een voortzetting van de eerdere bepalingen voor radioactieve stoffen uit het Drinkwaterbesluit en de Drinkwaterregeling. Hierop wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.

Voorbereiding en effecten

Een concept van dit besluit is voorgelegd aan VEWIN. Het concept gaf geen aanleiding tot opmerkingen. Wel heeft VEWIN naar aanleiding daarvan aangegeven dat op grond van de vigerende wetgeving de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van radioactieve stoffen in drinkwater bij de drinkwaterbedrijven ligt, maar dat ook gekeken zou moeten worden naar de verantwoordelijkheid van de overheid (waterbeheerders) voor het tegengaan van radioactieve besmetting van drinkwaterbronnen (oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen). Hoewel deze vraag het kader van richtlijn 2013/51/EURATOM en de implementatie te buiten gaat (de richtlijn ziet alleen op drinkwater), zal met het Ministerie van Economische Zaken worden ingegaan op deze vraag en VEWIN worden geïnformeerd over de wijze waarop in de bestaande wetgeving de monitoring van waterlichamen en verplichtingen tot beheer en herstelmaatregelen zijn vormgegeven. In zijn algemeenheid kan daarover worden opgemerkt dat op grond van het EURATOM Verdrag een permanente monitoring van bodem, water en lucht plaatsvindt en dat het RIVM daarover jaarlijks namens Nederland rapporteert aan de Europese Unie. De natuurlijke achtergrondwaarden in Nederland liggen daarbij ver onder de signaleringswaarden van de richtlijn zodat normaliter geen maatregelen nodig zijn. Alleen bij incidenten en calamiteiten kan verontreiniging van waterlichamen plaatsvinden en moeten maatregelen worden genomen. De Kernenergiewet biedt daarvoor het primaire kader. Die wet verbiedt dat men zich ontdoet van radioactieve stoffen zonder vergunning. Meer specifiek is in artikel 35, eerste lid, van het Besluit stralingsbescherming bepaald dat het verboden is zich zonder vergunning te ontdoen van radioactieve stoffen door middel van lozing in de lucht, in het openbare riool of in het oppervlaktewater. In het tweede lid zijn hierop enkele uitzonderingen gemaakt voor de gevallen waarbij de hoeveelheid radioactiviteit onder bepaalde niveaus blijft. De Kernenergiewet en het Besluit stralingsbescherming bieden tevens middelen om handhavend op te treden, indien in strijd met eerdergenoemde bepalingen wordt gehandeld.

De HUF toets ten aanzien van het onderhavige wijzigingsbesluit heeft geen opmerkingen opgeleverd.

Het ontwerpbesluit is van 23 maart 2015 tot 23 juni 2015 genotificeerd op grond van artikel 33 EURATOM. Er zijn geen opmerkingen ontvangen.

Er is geen sprake van een toe- of afname van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. De voorschriften betreffen in hoofdzaak een voortzetting van de huidige bepalingen.

Transponeringstabel:

artikellid:

implementeren in:

bijzonderheden:

Artikel 1

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

bevat doel en een globale opgave van de inhoud van de artikelen van de richtlijn. Het belang van de volksgezondheid is reeds opgenomen in de considerans van de Drinkwaterwet. De te implementeren verplichtingen zijn opgenomen in de artikelen 2 en volgende.

Artikel 2, eerste lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Reeds geïmplementeerd in:

– artikel 1, eerste lid, Drinkwaterwet (definitie drinkwater, warm tapwater uitgezonderd);

– artikel 1, zesde lid, Drinkwaterwet (aanduiding voorschriften die van overeenkomstige toepassing zijn voor warm tapwater);

– zorg voor kwaliteit drinkwater is uitgewerkt in hoofdstuk III Drinkwaterbesluit met verplichtingen voor drinkwaterbedrijven, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten, woninginstallaties en overige drinkwaterinstallaties.

Begrip omvat (a) ook water uit tankschip of tankauto, flessen en verpakkingen (wetgeving VWS) en (b) water gebruikt in levensmiddelenbedrijf etc (b).

Artikel 2, tweede lid

Omzetting in art. 1, nieuw tweede lid, Drinkwaterbesluit

Verwijzing naar definitie in richtlijn.

Artikel 2, derde lid

Omzetting in art. 1, nieuw tweede lid, Drinkwaterbesluit

Verwijzing naar definitie in richtlijn.

Artikel 2, vierde lid

Omzetting in art. 1, nieuw tweede lid, Drinkwaterbesluit

Verwijzing naar definitie in richtlijn.

Artikel 3, eerste lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Toepassingsgebied drinkwaterwetgeving is reeds geregeld in opschrift, considerans en artikelen van de Drinkwaterwet, waaronder het begrip «drinkwater».

Artikel 3, tweede lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Bevat dezelfde uitzonderingen als art. 3, eerste lid, van de Drinkwaterrichtlijn 83/38/EG met een verwijzing naar andere richtlijnen, reeds omgezet in Drinkwaterwet door middel van het begrip drinkwater.

Artikel 3, derde lid, onder a en b

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

– Onderdeel a reeds geïmplementeerd in artikel 1, tweede lid, Drinkwaterwet waarmee bepaalde soorten drinkwater bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden uitgezonderd;

– onderdeel b omgezet in artikel 25, tweede lid, Drinkwaterwet, waarmee bepaalde collectieve voorzieningen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen worden uitgezonderd.

Artikel 3, vierde lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Wanneer bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde kleine watervoorzieningen zouden worden uitgezonderd, wordt in de toelichting bij de betreffende wijziging in het Drinkwaterbesluit beschreven hoe het informeren/adviseren zal plaatsvinden.

Dit gaat over voor menselijke consumptie bestemd water dat afkomstig is van een afzonderlijke voorziening die gemiddeld minder dan 10 m³ per dag of aan minder dan 50 personen levert, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit. Wanneer een dergelijke kleine voorziening van de toepassing is uitgezonderd door de lidstaat gelden er informatieverplichtingen aan de betrokken bevolking.

Artikel 4, aanhef en onder a) en b)

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Met toevoeging van radon en bijbehorende eisen in bijlage A, nieuwe tabel IV, is het onderwerp voor het overige al geregeld:

Drinkwaterwet: kwaliteitseisen ex:

– artikel 21, eerste lid: water geleverd door drinkwaterbedrijven;

– artikel 25, eerste lid,: water geleverd door collectieve watervoorziening;

– artikelen 27, 28, 29, 30: water geleverd via collectief leidingnet;

– artikel 1, zesde lid, Drinkwaterwet, voor warm tapwater.

Drinkwaterbesluit:

– ten aanzien van water geleverd door drinkwaterbedrijven: de artikelen 12, 13, 14, 19 tot en met 24, 25 tot en met 30 en 44 en de daarop berustende bepalingen;

– artikel 31 ten aanzien van de collectieve watervoorziening;

– artikel 33 ten aanzien van collectieve leidingnetten: Drinkwaterregeling artikel 10:

passend controleprogramma om ervoor te zorgen dat wanneer de overeenkomstig de richtlijn vastgestelde parameterwaarden niet worden nageleefd wordt nagegaan of dit een risico inhoudt voor de menselijke gezondheid waartegen moet worden opgetreden en, waar nodig, maatregelen worden getroffen om de waterkwaliteit te herstellen op een niveau dat strookt met de vereisten voor de bescherming van de menselijke gezondheid tegen straling.

Artikel 5, eerste lid

opnemen in Drinkwaterbesluit, artikel 13 en daarbij behorende tabellen. Radon wordt toegevoegd.

Bijl A, tabel IV Drinkwaterbesluit, inclusief voetnoten.

Parameterwaarden voor de controle van radioactieve stoffen.

Tevens wordt dit verwerkt in de VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit, die aangeeft op welke wijze de inspectie het meetprogramma van het drinkwaterbedrijf zal beoordelen

Artikel 5, tweede lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Controlepunten waarbij overeenkomstig de voorschriften van bijlage twee bij de richtlijn wordt gecontroleerd en waarop aan de parameterwaarde moet worden voldaan.

Reeds geïmplementeerd in het Drinkwaterbesluit krachtens:

– artikel 21, derde lid, onder a, Drinkwaterwet (drinkwaterbedrijf);

– artikel 25 Drinkwaterwet(collectieve watervoorziening);

– artikel 28 Drinkwaterwet (collectieve leidingnetten).

Artikel 5, derde lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

De keuze voor de plek van monstername is gereglementeerd in artikel 11 Drinkwaterregeling.

Elk punt van monsteringneming is toegestaan op voorwaarde dat de concentratie waarde niet negatief verandert tussen het punt van monsterneming en het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan.

Artikel 6, eerste lid

Opnemen in Drinkwater-regeling, artikel 10.

Aanwezigheid radioactieve stoffen controleren volgens de in bijlage II opgenomen controlestrategieen en -frequenties

– Water geleverd door drinkwaterbedrijven regelen op grond van art. 21, derde lid, onder a, Drinkwaterwet.

– Water geleverd door collectieve drinkwatervoorziening regelen op grond van art. 25, eerste lid jo art. 21, derde lid, onder a, Drinkwaterwet.

– Water geleverd via collectief leidingnet: artt. 27, 28 (was artt. 19, 20, 21 en 22) Drinkwaterwet.

Warm tapwater art. 1, zesde lid, Drinkwaterwet

Artikel 6, tweede lid

Opnemen in Drinkwaterregeling, artikel 10;

Controle overeenkomstig bijlage III

 

Artikel 6, derde lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Is reeds opgenomen in artikel 9 Drinkwaterregeling, externe controle kwaliteitssysteem laboratorium.

Artikel 7, eerste lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

De lidstaat zorgt ervoor dat elk geval waarin niet aan de overeenkomstig artikel vijf, eerste lid, vastgestelde parameterwaarde wordt voldaan, onmiddellijk wordt onderzocht om de oorzaak vast te stellen.

Deze systematiek is reeds geïmplementeerd:

– voor drinkwaterbedrijven: artikel 21, derde lid, Drinkwaterwet;

– voor collectieve watervoorzieningen artikel 25, eerste lid, Drinkwaterwet;

– voor collectieve leidingnetten artikel 28 Drinkwaterwet.

Artikel 7, tweede lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

De lidstaat gaat na of dit een risico voor de menselijke gezondheid vormt waartegen moet worden opgetreden.

Deze systematiek is reeds geïmplementeerd:

– voor drinkwaterbedrijven: artikel 21, derde lid, Drinkwaterwet;

– voor collectieve watervoorzieningen artikel 25, eerste lid, Drinkwaterwet;

– voor collectieve leidingnetten artikel 28 Drinkwaterwet.

Artikel 7, derde lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

De lidstaten nemen maatregelen om te voldoen aan de voorschriften en zorgt ervoor dat de betrokken bevolking in kennis wordt gesteld van het risico en wordt geadviseerd over eventuele voorzorgsmaatregelen.

Deze systematiek is reeds geïmplementeerd:

– voor drinkwaterbedrijven: artikel 21 derde lid Drinkwaterwet;

– voor collectieve watervoorzieningen: artikel 25, eerste lid, Drinkwaterwet;

– voor collectieve leidingnetten: artikel 28 Drinkwaterwet.

Artikel 8, eerste lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Omzetting naar nationaal recht uiterlijk 28 november 2015, mededelen aan de Commissie.

Artikel 8, tweede lid

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Mededeling aan de Commissie van belangrijkste bepalingen van intern recht die onder richtlijn zijn vastgesteld.

Artikel 9

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Bevat de inwerkingtreding van de richtlijn

Artikel 10

Geen omzetting vereist of reeds in voorzien

Bevat de bepaling dat de richtlijn zich richt tot de lidstaten (adressaat)

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1) Drinkwaterbesluit)

Artikel I leidt tot verwijzing in artikel 1, tweede lid (nieuw), van het Drinkwaterbesluit naar de richtlijn 2013/51/EURATOM voor de te implementeren begrippen.

Artikel I, onderdeel B (wijziging artikel 13 Drinkwaterbesluit)

Deze wijziging volgt uit het opnemen van een nieuwe tabel IV in bijlage A van het Drinkwaterbesluit.

Artikel I, onderdeel C (wijziging bijlage A Drinkwaterbesluit)

De wijzigingen ingevolge onderdeel 1, sub a en b en onderdeel 2, hangen samen met de invoeging in bijlage A van de nieuwe tabel IV met parameterwaarden voor de daar genoemde stoffen en indicatieve dosis en aanpassing in verband daarmee van tabel IIIa. De lidstaten mogen voor radon een niveau bepalen dat niet mag worden overschreden en waaronder de optimalisering van de bescherming wordt voortgezet, zonder dat de watervoorziening op nationale of regionale schaal in gevaar wordt gebracht. Het niveau dat een lidstaat bepaalt ligt tussen 100 Bq/l en 1.000 Bq/l. Ter vereenvoudiging van de nationale wetgeving kunnen de lidstaten ervoor kiezen de parameterwaarde op dit niveau af te stemmen. Nederland legt op basis van bestaande metingen de grens op 100 Bq/L (uit eerdere monitoringsonderzoeken blijkt dat de maximale radonconcentratie in ruw water en drinkwater < 20 Bq/L is). Voor alle genoemde parameters geldt dat de wijze van monitoring en daar waar relevant de wijze van berekening is geregeld in de Drinkwaterregeling en, in samenhang daarmee, de desbetreffende richtlijn van de ILT.

De parameters totaal alpha en totaal beta zijn conform de EURATOM-richtlijn niet meer opgenomen als indicatorwaarde maar als parameters in de Drinkwaterregeling om de indicatorwaarde voor ID te bepalen.

Artikel II (inwerkingtreding)

Uitgegaan is van de uiterste datum voor implementatie. Omdat het implementatie betreft wordt bij de invoering afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten. Dit betreft zowel het vaste verandermoment als de minimum invoeringstermijn.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven