Besluit van 22 januari 2015, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.2, eerste tot en met vierde lid, van de Wet dieren, en artikel 1.4 van het Besluit houders van dieren

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 19 januari 2015, nr. WJZ / 15006446, Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 12.2 van de Wet dieren, en artikel 7.3 van het Besluit houders van dieren;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 2.2, eerste tot en met vierde lid, van de Wet dieren, en artikel 1.4 van het Besluit houders van dieren treden in werking met ingang van 1 februari 2015.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 22 januari 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de dertigste januari 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren, is het verboden om dieren te houden die niet behoren tot de diersoorten die door de minister zijn aangewezen. In artikel 2.2, tweede tot en met vierde lid, van de Wet dieren zijn hierover aanvullende regels opgenomen. In artikel 1.4 van het Besluit houders van dieren zijn de criteria opgenomen die in acht moeten worden genomen bij een besluit om een diersoort aan te wijzen; daarnaast wordt de reikwijdte van het verbod van artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren vooralsnog beperkt tot zoogdiersoorten.

De beoordeling van zoogdiersoorten ten behoeve van een besluit om een diersoort al of niet aan te wijzen moet zorgvuldig voorbereid worden. Deze voorbereiding is nu voltooid. Er is een aanvang gemaakt met de beoordeling van de in Nederland gehouden diersoorten. Voor een aantal zoogdiersoorten is de beoordeling afgerond. In verband hiermee kunnen de genoemde artikelen in werking treden, zodat over de beoordeelde diersoorten een besluit kan worden genomen dat zij aangewezen worden of niet aangewezen worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven