Besluit van 18 juni 2015 tot inwerkingtreding van artikel XV, onderdelen Fa, Ga, Gb, Gc, Gd, Ia, Ib en Id, van het Belastingplan 2015

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 16 juni 2015, nr. IZV/2015/0492 M;

Gelet op artikel XXXVII, zevende lid, van het Belastingplan 2015;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel XV, onderdelen Fa, Ga, Gb, Gc, Gd, Ia, Ib en Id, van het Belastingplan 2015 treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 18 juni 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Uitgegeven de vijfentwintigste juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van artikel XV, onderdelen Fa, Ga, Gb, Gc, Gd, Ia, Ib en Id, van het Belastingplan 2015 met ingang van 1 juli 2015. Met de inwerkingtreding van deze onderdelen wordt de heffing van afvalstoffenbelasting met ingang van genoemde datum uitgebreid tot afvalstoffen waarvoor toestemming wordt verkregen voor overbrenging uit Nederland om buiten Nederland te worden verbrand. Het betreft wijzigingen in de artikelen 22, 23, 24, 26, 28, 29 en 31 van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm), alsmede invoeging van een nieuw artikel 23a in de Wbm.

De inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2015 betekent, dat afvalstoffen in de heffing worden betrokken waarvoor op of na 1 juli 2015 toestemming wordt verkregen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tot overbrenging uit Nederland ter verbranding. Bepalend is dus de datum van de beschikking waarin ILT toestemming verleent tot overbrenging van de afvalstoffen uit Nederland in de zin van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190), de zogenoemde EVOA-beschikking.

De belasting is ingevolge de wettelijke regeling verschuldigd op het moment dat de geldigheidsduur van de EVOA-beschikking is verlopen. Voor EVOA-beschikkingen die in het tweede halfjaar van 2015 worden afgegeven zal dit tijdstip zich, gezien de gebruikelijke looptijd, in de meeste gevallen pas voordoen in 2016. Dat neemt niet weg dat de belasting in voorkomende gevallen ook in de tweede helft van 2015 al op aangifte betaald zal kunnen worden, bijvoorbeeld in geval de beschikking voortijdig wordt beëindigd door de aanvrager.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven