Besluit van 23 maart 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de wet van 28 februari 2015 tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (Stb. 2015, 102)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 19 maart 2015, nr. WJZ / 15028086;

Gelet op artikel V van de wet van 28 februari 2015 tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (Stb. 2015, 102);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen A, B en D, artikel II, onderdelen A, C, D en E, artikel III, onderdelen B en D en artikel IV, onderdeel A, van de wet van 28 februari 2015 tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (Stb. 2015, 102), treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad wordt geplaatst.

Wassenaar, 23 maart 2015

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de tweede april 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven