Besluit van 28 februari 2015, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen, in verband met de intrekking van een aanwijzing tot hoofdspoorweg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 23 februari 2015, nr. IenM/BSK-2015/18646, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 2 en 124 van de Spoorwegwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Bijlage 2, onderdeel b, van het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eenentwintigste nummer vervalt.

2. Het tweeëntwintigste tot en met het eenendertigste nummer worden vernummerd tot eenentwintigste tot en met dertigste nummer.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 28 februari 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de elfde maart 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

NOTA VAN TOELICHTING

Op 27 maart 2013 heeft de beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur, conform artikel 6, vijfde lid, van de Spoorwegwet, een verzoek ingediend tot instemming met de sanering van de stamlijn Roosendaal Borchwerf. Bij brief van 16 mei 2013 heeft de Staatssecretaris, als verantwoordelijke bewindspersoon, verklaard in te stemmen met deze sanering. De sanering heeft tot gevolg dat er geen treinverkeer meer is op deze stamlijn. Daarom kan de aanwijzing van de stamlijn Roosendaal Borchwerf als hoofdspoorweg ingetrokken worden. Dit geschiedt door de wijziging van het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen waarin het onderhavige besluit voorziet. Hiermee wordt de stamlijn verwijderd uit de in de bijlage opgenomen lijst van hoofdspoorwegen.

Voor de Inspectie Leefomgeving en Transport en de beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur geeft het voorgestelde besluit geen aanleiding tot opmerkingen. Uit het voorgestelde besluit vloeien geen informatieverplichtingen voort die kunnen leiden tot kosten (administratieve lasten) voor het bedrijfsleven en burgers.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven