Besluit van 17 december 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 17 december 2014, houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (Stb. 565)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2014, nr. 2014-181673;

Gelet op artikel VIII van de Wet van 17 december 2014, houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (Stb. 565);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 17 december 2014, houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (Stb. 565) treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen C, onder 1 en 2, Q, R en Sa, in werking met ingang van 1 januari 2015. Artikel I, onderdelen Q, R en Sa, treden in werking met ingang van 1 juli 2015.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 17 december 2014

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de vierentwintigste december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet van 17 december 2014, houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen C, onder 1 en 2, Q, R en Sa, in werking met ingang van 1 januari 2015. De uitgezonderde onderdelen betreffende de aanpassingen van het kort- en langdurend zorgverlof treden met ingang van 1 juli 2015 in werking om sociale partners de gelegenheid te geven desgewenst lopende cao’s aan te passen. Artikel I, onderdeel C, onder 1 en 2, betreft de uitbreiding van het zwangerschaps- en bevallingsverlof bij meerlingen. Dit onderdeel treedt met een afzonderlijk koninklijk besluit in werking. De datum hiervan is afhankelijk van de benodigde tijd voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen om de werkprocessen aan te passen. Na ommekomst van de uitvoeringstoets zal hierover duidelijkheid ontstaan.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven