Besluit van 9 december 2014 tot verlenging van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 november 2014, nr. 579529;

Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 november 2014, nr. W03.14.0427/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 4 december 2014, nr. 590391;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn wordt vervangen door drie nieuwe leden:

• 2. Indien voor 1 januari 2016 een voorstel van wet tot regeling van het onderwerp van dit besluit bij de Staten-Generaal wordt ingediend, wordt, indien het voorstel tot wet wordt verheven, dit besluit ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

• 3. Indien het voorstel van wet, bedoeld in het tweede lid, wordt ingetrokken of indien een van beide kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt dit besluit zo spoedig mogelijk ingetrokken.

• 4. Indien niet voor 1 januari 2016 een voorstel van wet tot regeling van het onderwerp van dit besluit bij de Staten-Generaal is ingediend, vervalt dit besluit met ingang van 1 januari 2016.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.^histnoot

Wassenaar, 9 december 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de zeventiende december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de werkingsduur van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn (hierna: Tijdelijk besluit) verlengd tot 1 januari 2016, tenzij voordien een wetsvoorstel tot regeling van het onderwerp van dit besluit bij de Tweede Kamer wordt ingediend. In dat laatste geval wordt het besluit ingetrokken op het tijdstip waarop het wetsvoorstel in werking treedt. Het Tijdelijk besluit betreft een tijdelijke overgangsmaatregel, vooruitlopend op een formele wet. Voor een uitgebreide toelichting op het Tijdelijk besluit, verwijs ik naar de nota van toelichting bij dat besluit (Staatsblad 2012, nr. 103).

Een permanente regeling moet zo snel mogelijk tot stand worden gebracht. Deze regeling is opgenomen in een wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Vreemdelingenwet 2000 en het Wetboek van Strafrecht. De voorbereiding van dit wetsvoorstel heeft langer geduurd dan verwacht, omdat hierin ook andere, onder meer door actuele jurisprudentie ingegeven, onderwerpen zijn verwerkt die op korte termijn wettelijke regeling behoeven. Er wordt onder meer een grondslag geboden voor verlening van een W-document aan een uitgeprocedeerde Dublinclaimant¹ en geregeld wordt dat administratief beroep tegen toegangsweigering vervalt indien beroep is ingesteld tegen grensdetentie en deze voortduurt.² Ook wordt voorzien in een wijziging van artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht die, overeenkomstig de bedoeling van de wetgever destijds, bewerkstelligt dat uitsluitend vreemdelingen in het bezit van een bestendige vorm van rechtmatig verblijf in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling.³

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft over het voorstel advies uitgebracht. Het wetsvoorstel zal zo spoedig mogelijk bij de Tweede Kamer worden ingediend.

Aangezien dit wetsvoorstel niet op 1 januari 2015 in werking zal treden, is het noodzakelijk om het Tijdelijk besluit te verlengen. Bij het besluit tot inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt het Tijdelijk besluit ingetrokken. Mocht het wetsvoorstel worden ingetrokken of niet worden aanvaard door een van de kamers der Staten-Generaal, dan zal dit besluit zo spoedig mogelijk worden ingetrokken.

Mocht het wetsvoorstel niet voor 1 januari 2016 zijn ingediend, dan vervalt dit besluit met ingang van 1 januari 2016.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

---

1 Arrest Cimade van het Hof van Justitie van 27 september 2012, C-179/11.

2 AbRvS 17 april 2013, zaak nr. 201209288/1/V3, AbRvS 11 juni 2013, zaak nr. 201301582/1/V4, AbRvS 13 december 2013, zaak nrs. 201307491/1/V4 en 201308904/1/V4.

3 Gerechtshof Den Haag 25 april 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1462.

histnoot Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.