Besluit van 8 december 2014, houdende de inwerkingtreding van artikel 10.4a Jeugdwet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 2014, kenmerk 699715-130833-WJZ, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 4.1 Invoeringswet Jeugdwet en 12.7 Jeugdwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, treden in de hieronder aangegeven volgorde in werking:

  • artikel 2, onderdeel AAAa Invoeringswet Jeugdwet;

  • artikel 10.4a Jeugdwet.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 8 december 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de elfde december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Om een ordentelijke afhandeling van aanvragen voor jeugdhulp die voor 1 januari 2015 zijn ingediend mogelijk te maken, voorziet artikel 10.4a van de Jeugdwet in de mogelijkheid aanvragen die bij de instanties die voor 1 januari 2015 met de hulpverlening zijn belast, over te dragen aan de betreffende colleges van burgemeester en wethouders. Om artikel 10.4a effect te doen ressorteren is het noodzakelijk dat dat artikel al voor 1 januari 2015 in de Jeugdwet wordt ingevoerd en in werking treedt.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven