Wet van 26 november 2014 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in verband met de maximering van het pensioengevend loon en in verband met enkele wijzigingen van technische aard (Wet maximering pensioengevend loon Appa)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het pensioengevend loon voor politieke ambtsdragers te maximeren en daartoe de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:

C

Artikel 13d, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De pensioengrondslag is gebaseerd op het pensioengevend loon verminderd met een franchise in verband met het op grond van artikel 18a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 in aanmerking te nemen bedrag ter zake van uitkeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet. Het pensioengevend loon is de in het dienstjaar als Minister genoten wedde, waaronder begrepen de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering en een eenmalige uitkering, voor zover dit niet het in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964 genoemde bedrag te boven gaat.

D

In artikel 13d, eerste lid, wordt «artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 18ga, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.

E

Aan artikel 13e wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Over de pensioenaanspraak van de persoon die aantreedt als Minister op of na de pensioenrichtleeftijd die geldt op het moment van zijn aantreden, vindt geen herrekening plaats als bedoeld in het tweede en derde lid.

I

Aan het eerste lid van de artikelen 106 en 160 wordt een zin toegevoegd, luidende:

Artikel 13d is van overeenkomstige toepassing op de inhouding op de wedde en de schadeloosstelling ter zake van aanspraken op ouderdom en overlijden.

ARTIKEL II

In artikel 4, tweede, vijfde en zesde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt «aan Onze Minister» telkens vervangen door: aan de griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet maximering pensioengevend loon Appa.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op 1 januari 2015, met dien verstande dat artikel I, onderdeel D, in werking treedt met ingang van 1 januari 2016.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 26 november 2014

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de vijfde december 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 946

Naar boven