Wet van 26 september 2014, houdende wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014, vastgesteld bij de wet van 18 december 2013, Stb. 2014, 17;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 juni, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Apeldoorn, 26 september 2014

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de achtentwintigste oktober 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014

(Eerste suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
   

(1)

(2)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

10.253.769

261.273

 

– 226.553

– 32.785

               
 

Beleidsartikelen

           

11

Waterkwantiteit

34.814

39.731

30

5.033

2.429

0

12

Waterkwaliteit

83.393

85.558

0

110

– 80

0

13

Ruimtelijke Ontwikkeling

136.319

105.979

934

– 44.981

4.109

0

14

Wegen en verkeersveiligheid

28.575

33.119

6.782

3.167

2.134

0

15

Openbaar vervoer

5.734

7.531

0

3.107

1.500

0

16

Spoor

5.348

24.424

0

1.440

4.229

0

17

Luchtvaart

20.183

34.291

44.851

– 414

– 267

0

18

Scheepvaart en Havens

4.963

5.303

0

– 43

– 9

0

19

Klimaat

50.581

59.422

200.000

5.261

10.443

– 53.000

20

Lucht en Geluid

32.060

49.383

0

6.325

– 594

0

21

Duurzaamheid

12.707

13.530

0

1.982

435

0

22

Externe veiligheid en risico's

25.803

28.134

2.369

– 2.562

– 765

350

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

33.190

33.926

0

1.642

39

0

24

Handhaving en toezicht

129.559

129.559

0

– 252

– 252

0

25

Brede doeluitkering

1.779.634

1.819.189

0

143.582

165.720

0

26

Bijdrage investeringsfondsen

7.452.327

7.452.327

0

– 442.944

– 460.480

0

               
 

Niet-beleidsartikelen

           

97

Algemeen departement

27.205

27.206

3.873

2.276

3.014

1.449

98

Apparaat van het kerndepartement

323.235

319.700

2.434

– 4.123

4.513

3.616

99

Nominaal en onvoorzien

– 14.543

– 14.543

– 4.379

37.329

14.800


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 940 XII

Naar boven