Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2015
Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van het Bestuurlijk Overleg over het programma
aanpak stikstof (PAS), zoals toegezegd in het Algemeen Overleg van 1 april jl.
Op 2 april jl. heb ik met de gedeputeerden landelijk gebied en de Minister van Infrastructuur
en Milieu in een bestuurlijk overleg gesproken over het PAS. Met elkaar hebben we
de balans opgemaakt wat betreft de verwerking van de inspraak, het voorlopig advies
van de Commissie m.e.r. en de afronding van de bestuurlijke afspraken van 19 december
2014. Ook hebben wij gesproken over de stand van zaken van de implementatie van het
PAS.
Gezamenlijk hebben we geconstateerd dat het programma kan worden vastgesteld en in
werking kan treden zodra de laatste noodzakelijke stappen zijn gezet. Over deze stappen
hebben wij afspraken gemaakt. Dit betreft onder andere:
-
– de afronding van de Nota van Antwoord, houdende de reactie op de zienswijzen, en de
aanpassing van het programma en de daarbij horende gebiedsanalyses;
-
– het verwerken van het voorlopig advies van de Commissie m.e.r. en het verstrekken
van aanvullende informatie aan de commissie ten behoeve van het definitieve advies
(waaronder nadere uitwerking van de monitoring);
-
– het voorbereiden van de implementatie, onder andere door ervoor te zorgen dat alle
maatregelen geborgd zijn en dat tijdig het benodigde instrumentarium beschikbaar is;
-
– het komen tot een vastgesteld reservepakket aan generieke maatregelen.
Over de vaststelling en inwerkingtreding van het programma en het daarvoor benodigde
tijdpad hebben wij de volgende bestuurlijke afspraken gemaakt: vaststelling op 15 juni
en inwerkingtreding op 1 juli 2015. Ook de onmiddellijk daarmee samenhangende wetgeving
zal in juli 2015 in werking treden: de Wet van 8 oktober 2014, houdende wijziging
van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof), het Besluit grenswaarden
programmatische aanpak stikstof en de Regeling programmatische aanpak stikstof.
Daarnaast hebben wij afgesproken om een eerste actualisatie van AERIUS Monitor en
inwerkingtreding van de partiële wijziging van het PAS die daaruit voortvloeit uiterlijk
15 december 2015 te laten plaatsvinden. Vervolgens zal AERIUS Monitor in ieder geval
jaarlijks worden geactualiseerd.
Ook is in het Bestuurlijk Overleg gesproken over de periode na vaststelling van het
PAS. Naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 1 april jl. zijn wij ook tot afspraken
gekomen over het gezamenlijk ontwikkelen van een voorstel voor de review van het programma
en de gebiedsanalyses 5 jaar na inwerkingtreding van het programma, het instellen
van een «verbindingsofficier c.q. meldpunt PAS» en het betrekken van de landbouwsector
bij (de verdere uitwerking van) die onderdelen van het programma die voor de sector
van belang zijn.
Ik heb in vervolg op het Bestuurlijk Overleg de colleges van gedeputeerde staten van
de individuele provincies mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu gevraagd
om in te stemmen met de vaststelling van het programma en met de nadere bestuursafspraken.
Inmiddels heb ik instemming van alle provincies.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma