Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2014
Ik wil u graag op de hoogte brengen van de resultaten over 2013 van het op de fosfaatproductie
gerichte voerspoor. Het voerspoor is een belangrijke pijler in het mestbeleid. Het
zorgt ervoor dat de hoeveelheid fosfaat in de mest omlaag gaat, omdat als er minder
fosfor in het voer zit er ook minder fosfor via de excretie het dier verlaat. Dit
is nodig om onder het Nederlandse fosfaatproductieplafond te blijven dat onderdeel
uitmaakt van de voorwaarden voor derogatie van de Nitraatrichtlijn.
De nieuwste prognoses over de hoeveelheid fosfaat die via de mest wordt uitgescheiden
(fosfaatexcretie) zijn 26 mei jl. bekend gemaakt door het CBS (zie statline.cbs.nl,
in de tabel «dierlijke mest; mestproductie en mineralenuitscheiding). In deze nieuwste
raming zijn ook de gegevens over de opname van stikstof en fosfaat via het voer en
de vastlegging in dieren meegenomen. De definitieve cijfers over 2013 worden in de
loop van 2014 bekend. Het CBS geeft aan dat de definitieve cijfers met 2 miljoen kg
kunnen afwijken.
De cijfers laten een stijging zien van zowel de hoeveelheid fosfaat- als stikstofexcretie
in 2013. Deze stijging is met name toe te schrijven aan de groei van de melkveestapel
over 2013 en aan een hoger fosforgehalte van krachtvoer voor melkvee. Bij andere diercategorieën
is de mestproductie in 2013 vrijwel gelijk aan die in 2012.
Toelichting op de cijfers
Ten opzichte van 2012 is in 2013 de totale fosfaatuitscheiding met 4 miljoen kg van
161 tot 165 kg en de stikstofuitscheiding met 13 miljoen kg van 461 tot 474 kg gestegen.
De stijging komt grotendeels voor rekening van de zuivelsector (+ 5 miljoen kilo).
In 2013 nam het aantal melkkoeien toe met 70.000 stuks en het bijbehorende jongvee
met 56.000 stuks ten opzichte van 2012. Ook is het fosforgehalte in het melkveekrachtvoer
gestegen van 4,3 naar 4,6 gram fosfor per kilogram. Bij vleesrundvee en bij varkens
is de fosfaatuitscheiding licht gedaald en bij pluimvee licht toegenomen. Dit komt
bij vleesrundvee en varkens door een kleiner aantal dieren en een stijging van het
aantal leghennen met 2 miljoen dieren.
Hiermee is de Nederlandse fosfaatproductie voor het derde achtereenvolgende jaar onder
het fosfaatproductieplafond van 172,9 miljoen kg fosfaat gebleven.
Op basis van deze cijfers concludeer ik dat in 2013 het voerspoor een positief effect
had. Er is echter wel reden voor zorg, omdat de fosfaatproductie bij melkvee na 2
jaar daling weer is gaan stijgen, niet alleen door een toenemend aantal dieren, maar
ook door een grotere hoeveelheid fosfor in het krachtvoer.
Ik vertrouw erop dat de zuivelsector in overleg met de diervoedersector deze negatieve
trend tijdig zal keren zodat ook de komende jaren het fosfaatproductieplafond niet
overschreden zal worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma