32 849 Mijnbouw

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2016

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij verzocht om een beeld te schetsen van de toepassing van fracking, de mogelijke consequenties (op onder andere kwaliteit van grondwater) en de beoordeling van deze consequenties. Hierbij stuur ik uw Kamer, conform mijn toezeggingen uit het ordedebat van 27 oktober jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 16, item 21) en mijn brief van 11 december jl. (Kamerstuk 32 849, nr. 43), een inventarisatie van frackwerkzaamheden die het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft uitgevoerd1.

In haar brief beschrijft SodM op hoofdlijnen de techniek van fracking en de scenario’s waarbij frackwerkzaamheden kunnen leiden tot negatieve consequenties voor mens en milieu. Verder wordt het wettelijk kader rond fracking in de brief uiteengezet, gevolgd door een beschouwing met betrekking tot het toezicht op de activiteiten en beheersmaatregelen die door mijnbouwmaatschappijen toegepast kunnen worden. Het onderzoek bevat een overzicht van alle putlocaties waarin frackoperaties op land en op zee hebben plaatsgevonden. SodM komt tot de conclusie dat, voor zover bekend bij SodM, er als gevolg van al deze frackwerkzaamheden geen nadelige gevolgen voor mens en milieu zijn opgetreden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven