Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2013
In het ordedebat van 26 februari heeft de heer van Klaveren namens de PVV verzocht
om een schriftelijke reactie op het artikel in het Financieel Dagblad (FD) van 25 februari
over de mening van economen over het woonakkoord. In de brief van 26 februari heeft
de voorzitter van de Kamer mij gevraagd aan dit verzoek tegemoet te komen. Hierbij
ontvangt u mijn reactie.
In het FD van 25 februari stond een artikel over een opiniepeiling onder 48 economen
over het woonakkoord. Het volledige onderzoek is gepubliceerd op de economen site
Me Judice. Aan het economenpanel zijn twee stellingen voorgelegd.
Stelling 1: «Door het verhogen van de huurprijzen komt een doorstroming – van huursector
naar koopsector – op de woningmarkt op gang.»
Stelling 2: «Het pakket aan maatregelen in het woonakkoord leidt ertoe dat de woningmarkt
de komende twee jaar merkbaar zal herstellen, in termen van stabilisering van huizenprijzen,
meer woningtransacties en bouwactiviteiten.»
Met de eerste stelling zijn de economen het in meerderheid (68,7%) eens. Met de tweede
stelling zijn de economen het in meerderheid (54,2%) oneens.
Het is goed te vernemen dat een meerderheid van de ondervraagde economen van oordeel
is dat door het beleid van het kabinet er doorstroming op de woningmarkt – van huursector
naar koopsector – op gang komt.
Een meerderheid van de ondervraagde economen is daarnaast van oordeel dat door het
beleid van het kabinet de woningmarkt in de komende twee jaar niet merkbaar zal herstellen.
Dit gebrek aan optimisme over herstel in de komende twee jaar is begrijpelijk gelet
op de huidige economische situatie. De woningmarkt is zwaar getroffen door de financiële
en economische crisis, en Nederland staat voor een grote bezuinigings- en hervormingsopgave.
Daarnaast is onzekerheid bij mensen over hun inkomen en werk.
Het kabinet wil zekerheid en vertrouwen bieden richting de toekomst en de basis leggen
voor een gezonde woningmarkt. Met het pakket van het kabinet wordt helderheid geboden
rond zowel de behandeling van de hypotheekrente als de maximale huurstijging aan eigenaren,
kopers, huurders en verhuurders. Hiermee wordt de basis gelegd voor het herstel van
de woningmarkt.
De minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok