29 683 Dierziektebeleid

Nr. 113 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2012

Met deze brief wil ik u informeren over de recente ontwikkelingen met betrekking tot het Schmallenbergvirus.

Situatie in Nederland

Tot en met 11 januari 2012 zijn er 204 bedrijven gemeld met verschijnselen die kunnen wijzen op een besmetting met het Schmallenbergvirus. Daarbij ging het om 115 schapen-, 82 rundvee- en 7 geitenbedrijven. Inmiddels zijn 71 schapen-, 53 rundvee- en 4 geitenbedrijven onderzocht, waarbij op 55 schapenbedrijven en ook op 2 geitenbedrijven het virus daadwerkelijk is aangetoond. Van de 204 aangemelde bedrijven is dus op 57 bedrijven het virus wel aangetoond en op 71 bedrijven niet aangetoond. Op de overige 76 bedrijven loopt het onderzoek nog.

De meldplicht geldt voor alle categorieën houders en de klinische verschijnselen worden door alle categorieën gemeld.

Volksgezondheid

Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft op basis van alle beschikbare informatie geconcludeerd dat overdracht van het virus op mensen niet uitgesloten kan worden, maar zeer onwaarschijnlijk is. Deze analyse is inmiddels ook overgenomen door het Europees Centrum voor Ziektepreventie- en bestrijding. Tot op heden hebben mij via de GGD, RIVM en VWS geen meldingen bereikt van mensen die gezondheidsklachten hebben gekregen na contact met misvormde lammeren, kalveren of materiaal daarvan.

Hoewel het risico voor humane gezondheid als zeer gering beschouwd wordt, zullen de diagnostische testen voor mensen door het RIVM verder ontwikkeld worden.

Situatie in Europa

Het virus is aangetoond in een groot gebied van West-Vlaanderen tot aan Noord-Duitsland. In Duitsland is het virus aangetoond bij 6 rundveebedrijven in Noordrijn-Westfalen en 14 schapenbedrijven in Noordrijn-Westfalen en Neder-Saksen.

In België werden tot dusver 32 bedrijven onderzocht waar sprake was van misvormd geboren herkauwers. Het ging hierbij om 10 rundveebedrijven (negatief), 21 schapenbedrijven (waarvan 17 positief) en 1 geitenbedrijf (negatief). In de andere landen is het virus (nog) niet aangetoond. Frankrijk heeft sinds kort een meldplicht en Duitsland gaat op korte termijn ook een meldplicht instellen.

Europese Commissie

Op woensdag 11 januari stonden de ontwikkelingen rondom het Schmallenbergvirus nadrukkelijk op de agenda van het Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCoFCAH) van de Europese Commissie. Daar is mijn oproep tot het instellen van een Europese meldplicht en Europese samenwerking op het gebied van onderzoek besproken.

Nederland kreeg complimenten voor de transparante wijze waarop alle bevindingen vanaf het eerste moment met de buurlanden en de Commissie gedeeld zijn. Ook gaf de Commissie aan dat het instellen van de meldplicht tot belangrijke informatie over de verspreiding van deze ziekte geleid heeft. In een statement wordt het belang van transparantie en goede wetenschappelijke informatie benadrukt. De lidstaten en de Commissie erkennen dat de informatie over het virus nog steeds gefragmenteerd is en op dit moment vooral gebaseerd is op gegevens van genetisch vergelijkbare virussen. De situatie dient daarom steeds te worden geëvalueerd wanneer er nieuwe gegevens beschikbaar zijn. Bewustwording onder de veterinaire diensten en belanghebbenden moet worden verbeterd om de risico’s beter in kaart te krijgen.

De lidstaten en de Commissie zijn daarom van mening dat het nodig is om met grote spoed door te gaan met (veld)onderzoek, zodat er gegevens beschikbaar komen waarop de mogelijke preventie- en bestrijdingmaatregelen gebaseerd kunnen worden. Zij kwamen overeen dat het urgent is om een leidraad te ontwikkelen voor monitoring van de ziekte. Daartoe zal in Brussel op 20 januari 2012 een technisch overleg gehouden worden.

De lidstaten verzochten de Commissie om te zoeken naar mogelijkheden om financiële steun te verlenen aan bovengenoemd onderzoek. Het statement van het SCoFCAH is als bijlage aan deze brief toegevoegd1.

Zoals ik uw Kamer reeds heb aangegeven, heeft Nederland verzocht de stand van zaken en aanpak te bespreken in de komende Landbouwraad.

Onderzoek

De Nederlandse onderzoekers zijn op 5 januari bij de collega’s van het Duitse referentielaboratorium geweest voor afstemming van het onderzoek. Eind volgende week zal er een finaal onderzoeksplan uitgewerkt zijn met de focus op de 4 eerder genoemde thema’s: diagnostiek, vaccinontwikkeling, epidemiologie en viruskarakterisering.

Dit onderzoeksplan zal in samenwerking met de Duitse en mogelijk ander internationale partners uitgevoerd worden.

Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven