Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2011
U heeft mij 2 maart jl. (2011Z04084/2011D10323) verzocht om een reactie op het artikel in het Financieele Dagblad (FD) van 1 maart jl. met als titel «Bedrijven lobbyen
voor duurzaam financieringsfonds van euro 5 mrd». Tevens heeft U mij 16 maart (2011Z04989/2011D13448) verzocht te informeren op welke datum Uw Kamer het plan van aanpak voor de Green Deal tegemoet kan zien met het verzoek
deze brief zo spoedig mogelijk aan de Kamer toe te sturen.
Hierbij zend ik uw Kamer mijn reactie op beide verzoeken.
Filosofie Green Deal
Het kabinet wil een Green Deal met de samenleving aangaan op het gebied van energie, waarin het accent ligt op energiebesparing
en lokale duurzame energieopwekking.
Voor de Green Deal ben ik op zoek naar initiatieven die op zichzelf rendabel zijn maar vanwege bepaalde belemmeringen niet
tot stand komen. De verwachting is dat veel van dit soort initiatieven met een duwtje in de rug vanuit de Rijksoverheid wel
tot stand kunnen komen. Met het tot stand komen van deze initiatieven wil ik de markt in beweging krijgen.
Aan organisaties wordt dan ook verzocht om met voorstellen te komen. Het initiatief van bovengenoemde bedrijven, vertegenwoordigd
in de Groene Zaak, is een sprekend voorbeeld.
Om de markt in beweging te krijgen, ben ik op zoek naar aansprekende, vooroplopende initiatieven. Ik denk daarbij aan:
– Initiatieven die een bijdrage leveren aan het realiseren van meer energiebesparing en aan hernieuwbaar energiebeleid en die
vanuit economisch perspectief aantrekkelijk zijn. Initiatieven die zich bevinden in de implementatiefase, de toepassingsfase.
– Initiatieven die op kortere termijn tot resultaat kunnen leiden, bij voorkeur al in deze kabinetsperiode.
– Initiatieven die bij voorkeur herhalingspotentieel hebben: vergelijkbare projecten kunnen zonder extra overheidsinterventie
van de grond komen.
Met de Green Deal beoog ik ondersteuning te geven ter realisering van de initiatieven zoals hiervoor beschreven. De invulling
van deze ondersteuning is afhankelijk van de behoefte van initiatiefnemers. Gedacht kan worden aan het adviserend vermogen
van de overheid (kennis en kunde), organiserend vermogen van de overheid (partijen in contact brengen, regiefunctie), en het
wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving.
De Green Deal is bottom up gericht. De initiatieven moeten vanuit de maatschappij zelf komen:van particulieren, kleine en
grote bedrijven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden.
Inmiddels is een brede consultatie gestart met als doel om initiatieven in beeld te krijgen. Voor het verkrijgen van initiatieven
is gekozen voor een twee sporen aanpak:
1. Vanuit mijn departement benaderen we momenteel zoveel mogelijk onze bestaande contacten met het verzoek voorstellen voor de
Green Deal te formuleren. Medio april moet een groslijst aan initiatieven gereed zijn, onder andere van de in deze brief bedoelde
bedrijven die zich in de Groene Zaak hebben verenigd.
2. Het ministerie van EL&I richt daarnaast een speciaal internetportaal in om burgers en bedrijven te vragen met initiatieven
te komen. De verwachting is dat het portaal eind maart tot eind mei geopend zal zijn.
Conform uw verzoek van 16 maart jl. doe ik de toezegging U in de zomer nader te informeren. U kunt dan een eerste concrete
lijst van kansrijke initiatieven in het kader van de Green Deal tegemoet zien, die ten uitvoer zullen worden genomen.
Reactie op artikel in Financieel Dagblad
Het artikel refereert aan een brief van een groep grote ondernemingen van 7 februari jl. De bedrijven geven hierin aan een
Green Deal vanuit de Rijksoverheid te steunen. Ik ben zeer verheugd dat een dergelijke aansprekende groep van ondernemingen
te kennen geeft te willen samenwerken om de in het Regeerakkoord opgenomen Green Deal samen uit te werken. In het artikel
in het Financieel Dagblad wordt vooral ingegaan op één onderdeel van de brede voorstellen die in de brief worden gedaan, namelijk
een zogenaamd revolverend fonds met als doel om voorfinancieringsproblemen weg te nemen voor zowel kleinschalige als grote
projecten voor energiebesparing in de Gebouwde Omgeving. De bedoeling daarbij zou zijn dat banken dit fonds voeden met 5 miljard
euro en dat de overheid zich voor dit bedrag garant stelt.
Naar aanleiding van deze brief is overleg met deze ondernemingen gaande. Omdat de Green Deal zich richt op projecten die op
zichzelf rendabel zijn, denk ik in principe niet direct aan een vorm van investeringssteun vanuit de Rijksoverheid. Het realiseren
van de financiering van energieprojecten wordt echter door bedrijven wel als knelpunt genoemd. Ik ben daarom bereid te kijken
naar budgettair realistische oplossingen voor dat knelpunt. Daarbij merk ik op dat in het Regeerakkoord geen extra budget
voor de Green Deal is gereserveerd. Zonder thans concreet op de uitkomsten van de gesprekken met De Groene Zaak te kunnen
ingaan, merk ik op dat de gedachte van een revolverend fonds interessant is. In het Regeerakkoord wordt een revolverend fonds
ook ingezet om innovatiesubsidies te verstrekken. Een garantstelling voor een bedrag van 5 miljard euro is echter op voorhand
minder realistisch gegeven de budgettaire problematiek waar dit kabinet mee te maken heeft. Ik kom hier in de brief die ik
in de zomer aan uw Kamer stuur op terug.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen