Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2011
Tijdens het debat over Q-koorts op 12 januari jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 38) dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en ik met uw Kamer hadden is gesproken over
een lopend onderzoek naar de mogelijke effecten van intensieve veehouderijbedrijven op de gezondheid van omwonenden.
Het betreft hier het onderzoek dat wordt uitgevoerd door het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Universiteit
Utrecht, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en het RIVM.1 Voor dit onderzoek is in 2009 gezamenlijk door de ministeries van VWS en LNV opdracht gegeven. Uw Kamer heeft eerder aangegeven
dit rapport te willen betrekken bij de beraadslagingen in de themacommissie intensieve veehouderij.
Tijdens het debat op 12 januari gaf de staatssecretaris aan dat het rapport in de tweede helft van 2011 beschikbaar komt.
Het rapport zou aanvankelijk eind 2010 worden afgerond.
Ik wil u mede namens de staatssecretaris van EL&I meedelen dat wij de onderzoekers hebben gevraagd een verdieping aan te brengen
in hun onderzoeksopzet. De reden hiervoor is dat door aanvankelijk niet voorziene beschikbaarheid van (geografische) informatie
van veehouderijbedrijven in het onderzoeksgebied (Noord-Brabant en Limburg) waardevolle aanvullende analyses mogelijk zijn.
Deze analyses maken het mogelijk gedetailleerde associaties te leggen tussen veehouderijbedrijven en patiëntgegevens van omwonenden.
In de eerste opzet van het onderzoek zou alleen inzicht verschaft worden in gezondheidsverschillen op regionaal niveau.
De Klankbordgroep Intensieve Veehouderij en Gezondheid van het project, bestaande uit betrokken maatschappelijke organisaties
en regionale bestuurders, hebben onlangs op basis van een tussenrapportage de stand van zaken van het onderzoek besproken.
De klankbordgroep heeft positief op deze aanvullende analyses gereageerd. Overigens is de tussenrapportage alsmede de oorspronkelijke
onderzoeksopzet op de website van het IRAS (www.iras.uu.nl) beschikbaar.
Als opdrachtgevers van het onderzoek wachten wij het definitieve rapport af. De Klankbordgroep zal eind april het concept
eindrapport bespreken. Het definitieve eindrapport wordt met een inhoudelijke reactie aan uw Kamer toegezonden, zoals toegezegd
door de staatssecretaris van EL&I tijdens het AO Dierhouderij van 2 februari jl.
Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers