Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 20487 nr. 21 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 20487 nr. 21 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2008
Hierbij bied ik u de nota Natuur- en Milieu-Educatie (NME) aan: «Kiezen, leren en meedoen», naar een effectieve inzet van Natuur- en Milieu-Educatie in Nederland 2008–20111, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het afgelopen jaar heb ik herhaaldelijk aangegeven de relatie tussen jeugd en natuur een belangrijk onderwerp te vinden en ik zie deze nota NME als een goede impuls in de richting van een betrokken samenleving bij natuur en milieu.
Met de aanbieding van deze nota voldoe ik aan afspraken en toezeggingen uit het programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling» (2004), actie 41 uit de Toekomstagenda Milieu2 (2006) en de nota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur (2000)3. Ook wordt hiermee tegemoetgekomen aan moties van de Tweede Kamer over de aanpak van jeugd, natuur, voedsel en gezondheid (2005)4 en de motie-Cramer (2006)5 die aandrong op een spoedige agendering van een nota NME en een substantieel voorwaardenscheppend beleid.
Bij de kabinetsreactie6 op de Natuurbalans 2007 is al aangekondigd, dat het rijk – samen met decentrale overheden als partners – zijn verantwoordelijkheid voor NME zal nemen.
Ten slotte vragen ook internationale afspraken op het gebied van natuur, milieu en educatie – zoals bijvoorbeeld de Convention on Biological Diversity (CBD) en het Kyoto Protocol – om herijking van het NME-beleid van de verschillende overheidslagen in Nederland.
Ik geef tevens invulling aan het amendement betreffende NME op de LNV begroting 2008 (kenmerk 31 200 XIV, nr. 30 Lid Cramer, 2007).
Deze nota is via een zorgvuldig proces afgestemd door een werkgroep met departementen LNV, VROM en OCW en andere overheden (Unie van Waterschappen, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg) die ook instemmen en meewerken aan de uitvoering van het NME-beleid. Tevens zijn partijen uit het onderwijs, wetenschap, maatschappelijke organisaties en NME-diensten via klankbord, workshops en raadplegingen betrokken en heeft een tweetal burgeronderzoeken plaatsgevonden. Een interbestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden betreffende de regie op de uitvoering. Hierdoor wordt deze nota breed gedragen tussen bestuurlijke partijen en sluit aan op de signalen en behoeften uit de samenleving.
NME betreft educatie gericht op weten (kennis), op willen (houding) en kunnen (handelen) met betrekking tot natuur en milieu. NME komt daarmee in beeld als het gaat om bewustzijn, keuzes en gedrag.
De wens van het kabinet om een duurzame leefomgeving te creëren, vraagt om bewuste en betrokken burgers, die eigen verantwoordelijkheid nemen en samen met de overheid natuur- en milieuvraagstukken tot een oplossing brengen. «Het creëren van een duurzame leefomgeving, om de wereld beter achter te laten dan we haar aantroffen» is een centrale doelstelling voor het Kabinet. Waar het gaat om een duurzame samenleving zijn «respect voor het leven van mens, dier en natuur het leidend beginsel». Daarmee komt het begrip «natuur en milieu» dus in een bredere context te staan.
Met een nieuwe aanpak voor NME stimuleert het kabinet dat zoveel mogelijk mensen verantwoordelijkheid nemen voor natuur en milieu. NME stelt mensen in staat om uiting te geven aan hun wensen op dit terrein en om zélf invloed uit te oefenen op de kwaliteit van hun omgeving. Op die manier draagt NME bij aan ontplooiing, welbevinden en gezondheid van mensen en legt het een basis voor een natuur- en milieubewuste levensstijl.
De indieners wijzen op een grote gedrevenheid en energie voor NME in de samenleving. Honderden professionals en letterlijk duizenden vrijwilligers zijn actief op scholen en in wijken, in kinderboerderijen, dierentuinen, nationale parken en NME-centra. Maar die energie kan effectiever worden ingezet dan nu het geval is. Dat is niet alleen een observatie vanuit het rijk: het NME-veld vraagt zelf om meer centrale regie en kaders die richting geven aan de vele initiatieven en projecten. Effectiviteit heeft ook te maken met het bereiken van mensen. Landelijke dekking is een knelpunt, verspreiding en opschaling van effectieve producten en methoden evenzeer, maar ook is duidelijk dat informatie over natuur en milieu op dit moment niet voor alle groepen mensen (met name jongeren) aantrekkelijk genoeg is om er gebruik van te maken.
Effectieve NME is dan zó ingericht en wordt zó aangeboden dat mensen van verschillende leeftijd en diverse leefstijlen er geïnteresseerd in zijn en het laten doorwerken in hun houding en gedrag.
Nieuw beleid wordt nodig geacht om:
Krachten te mobiliseren en de inspanningen van vele betrokken organisaties en mensen gerichter in te zetten;
Technologische ontwikkelingen te benutten om op een eigentijdse manier diverse groepen mensen te bereiken;
Brede toepassing te realiseren van aansprekende, actuele en effectieve producten en methoden;
Regie en kaders te verhelderen;
Aan te sluiten bij de veranderingen in het onderwijs van de afgelopen jaren;
Aan te sluiten bij veranderingen in rol en verantwoordelijkheid van de overheid.
In de nota NME is een vijftal speerpunten geformuleerd om de ambities van het kabinet te verwezenlijken:
1. Een houvast voor de inhoud: een gezamenlijke agenda;
2. Alle betrokkenen bij NME stimuleren om meer vraag-gestuurd te werken;
3. Aansluiten bij de «Generatie Nu»; kinderen en jongeren als prioriteit;
4. Al doende leren: «beleving», praktijkervaringen en handelingsperspectief centraal;
5. Bestuurlijke samenwerking, gericht op gezamenlijke regie en een meer effectieve aanpak.
Het kabinet heeft de speerpunten – qua inhoud en budget – vanuit háár invalshoek uitgewerkt. De exacte wijze van uitvoering zal onderdeel zijn van een uitvoeringsprogramma dat samen met andere overheden wordt opgesteld.
Door jaarlijks een werkprogramma vast te stellen wordt stapsgewijs gewerkt aan een zo efficiënt en effectief mogelijke – gezamenlijk gedragen – aanpak.
Voor een effectieve en efficiënte uitwerking van het NME beleid is het van belang dat initiatieven en instrumenten met elkaar verbonden worden. Dat geldt zowel voor de inzet van de rijksmiddelen als voor de inzet van geldstromen van anderen.
Zo is bij LNV, OCW en VROM ook een aantal andere kennisinstrumenten voorhanden dat op een adequate manier met het NME-beleid kan en moet worden verbonden, zoals bijvoorbeeld de reeds ingezette acties voor (groene) maatschappelijke stages, bestaande (groene) kennisinfrastructuur, de aandacht voor jeugd en natuur, en specifieke projecten zoals bijvoorbeeld de Groene Kennis Coöperatie.
Ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat wil voor de uitvoering van het educatie-hoofdstuk uit de Watervisie verbinding en aansluiting zoeken met de uitvoering van het NME-beleid.
Om aan het nieuwe beleid uitvoering te kunnen geven wordt in de nota daarom voorgesteld om een interdepartementale en interbestuurlijke stuurgroep in te stellen, waarin gemeenten, provincies, waterschappen en rijk zijn vertegenwoordigd. Deze stuurgroep koppelt tevens het beleid ten aanzien van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling aan de uitvoering van het NME-beleid.
Ter ondersteuning van de implementatie werkt een programmabureau dat ook het grootste deel van de acties namens het rijk zal uitvoeren en coördineren.
Bij een verdere programmatische uitvoering kan – onder andere op basis van cofinanciering – een betere coördinatie, afstemming en synergie voor NME bewerkstelligen worden. Samengevat betekent dit dat het beleid wordt uitgevoerd via een cyclus van agenderen, programmeren, uitvoeren en evalueren.
De financiering van het NME-beleid wordt gedekt vanuit de begrotingen van het ministerie van VROM (€ 1 miljoen per jaar) en het ministerie van LNV (€ 4 miljoen per jaar van directie Kennis en directie Natuur).
Het ministerie van OCW draagt in 2008–2009 via een specifiek project bij, en zal verder via reguliere middelen het onderwerp NME in het onderwijs agenderen.
Ik wijs erop dat de voorgestelde financiering van het NME-beleid in 2008 te weten € 4 mln. door LNV en € 1 mln. door VROM – de invulling is van het op 18 december jl. in de Tweede Kamer aangenomen amendement om € 5 mln. geheel ten laste van de LNV-begroting te brengen. Ik verzoek de Tweede Kamer hiermee in te stemmen.
Ik verzoek u de behandeling van de nota Natuur- en Milieu-Educatie in uw Kamer te agenderen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20487-21.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.