Besluit van 5 september 2014, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Lucky Bamboo in verband met een wijziging van de definitie van Lucky Bamboo en de uitbreiding van de reikwijdte van het besluit tot invoer uit EU-landen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 april 2014, 362796-120015-WJZ, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, artikel 9, onder b, en artikel 32b van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 juni 2014, no. W13.14.0124/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2014, 640517-123293-WJZ, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Lucky Bamboo wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder a, komt te luiden:

  • a. Lucky Bamboo: een sierplant met de wetenschappelijke naam Dracaena sanderiana die bedrijfsmatig in Nederland wordt ingevoerd, met inbegrip van het materiaal waarin de plant zich bevindt, en met uitzondering van de plant die:

    • 1°. zich niet in vloeistof bevindt, alsmede

    • 2°. bestemd is om ontwikkeld te worden tot potplant;

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3, onder a, vervallen de woorden «vanuit derde landen».

2. De onderdelen d en e worden geletterd c en d.

3. In onderdeel d (nieuw) wordt «onder d» vervangen door: onder c.

C

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

Met behandelde Lucky Bamboo als bedoeld in dit besluit wordt gelijkgesteld behandelde Lucky Bamboo die rechtmatig is gekweekt of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend Verdrag, dan wel rechtmatig is gekweekt in een staat die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die voldoet aan de eisen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 5 september 2014

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de zesentwintigste september 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met de import van Lucky Bamboo planten is er een risico op introductie van tijgermuggen in Nederland. De tijgermug kan verschillende infectieziekten zoals dengue (knokkelkoorts) overdragen. Vestiging van de tijgermug in Nederland moet daarom worden tegengegaan. Het Warenwetbesluit Lucky Bamboo voorziet in preventieve maatregelen die erop gericht zijn de risico’s voor de volksgezondheid te beperken.

Na drie jaar uitvoering van dit beleid is gebleken dat er behoefte is aan enkele wijzigingen in het Warenwetbesluit Lucky Bamboo. Het gaat hierbij om een wijziging in de definitie van Lucky Bamboo waardoor bepaalde Lucky Bamboo-planten niet langer onder de reikwijdte van dit besluit vallen. De beperkingen op de invoer zijn dus niet meer van toepassing op deze planten. Daarnaast wordt de import in Nederland vanuit andere landen van de Europese Unie (EU) juist wel onder de reikwijdte van dit besluit gebracht. Dit betreft een beperking van het vrij verkeer van goederen. Deze beperking is gerechtvaardigd vanwege het belang van de bescherming van de volksgezondheid. Deze beperking is ook proportioneel: de regeling is zo opgezet dat de import van Lucky Bamboo planten mogelijk blijft, al is het met enige verplichte voorzorgsmaatregelen die nu ook gaan gelden voor planten die vanuit de EU worden ingevoerd.

De mogelijkheid bestaat dat er binnenkort op Europees niveau een EU-verordening komt ter bestrijding invasieve uitheemse soorten.1 Het is echter nog zeer onzeker of ook de tijgermug binnen de reikwijdte van deze verordening zal gaan vallen. Ook als dat het geval is, blijft het noodzakelijk om – in elk geval voor de tussentijd – op nationaal niveau maatregelen te nemen om vestiging van de tijgermug in Nederland tegen te gaan.

Het ontwerp-besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2. Naar aanleiding van deze consultatie is de toelichting verduidelijkt.

Het ontwerp-besluit is op 23 april 2014 ingevolge artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften voorgelegd aan de Europese Commissie. Naar aanleiding hiervan zijn noch door de lidstaten, noch door de Europese Commissie opmerkingen gemaakt.

Het ontwerpbesluit is niet voorgelegd aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie, ingevolge de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235), vanwege de geringe gevolgen voor de wereldhandel.

Gevolgen voor regeldruk

Dit besluit heeft geen gevolgen voor administratieve lasten of inhoudelijke nalevingskosten voor burgers en bedrijven.

Artikelgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In de nieuwe definitie van Lucky Bamboo worden planten die zich niet in vloeistof (bijvoorbeeld water of gel) bevinden alsmede zijn bestemd om te worden ontwikkeld tot potplant, uitgezonderd. Reden hiervoor is dat bij planten die niet in contact komen met vrij water, zoals in een vaas, er een miniem risico is dat eventueel op de plant aanwezige eitjes van tijgermuggen zich kunnen ontwikkelen tot volwassen tijgermuggen. Lucky Bamboo planten kunnen worden ingevoerd als droge stok of bijvoorbeeld op aarde, turf of kokos. Het is wel toegestaan en veilig om deze planten te bewateren. Om te voorkomen dat planten droog worden ingevoerd en vervolgens toch in vloeistof worden gezet zijn beide vereisten cumulatief in de begripsbepaling opgenomen. Planten die eventueel op vloeistof binnenkomen, worden niet uitgezonderd, ongeacht of ze worden opgekweekt tot potplant.

Voorts wordt de definitie beperkt tot bedrijfsmatige invoer. Het Warenwetbesluit Lucky Bamboo was hier altijd al op gericht. Dit is nu expliciet gemaakt, omdat met de wijziging zoals beschreven bij onderdeel B, de maatregelen nu ook gaan gelden voor Lucky Bamboo planten die via andere EU-lidstaten Nederland binnenkomen.

Onderdeel B

Invoer van Lucky Bamboo mag alleen indien er gebruik kan worden gemaakt van een bewezen effectieve biocide die voor deze toepassing is toegelaten of vrijgesteld of ander bewezen effectief middel. Ten tijde van de inwerkingtreding van het Warenwetbesluit Lucky Bamboo was er zicht op toelating van een bewezen effectieve biocide voor deze toepassing. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft toen op basis van de Wet gewasbeschermingsmiddelen een (tijdelijke) vrijstelling afgegeven zodat een middel kon worden gebruikt. Daarom zag het Warenwetbesluit Lucky Bamboo in eerste instantie alleen op invoer vanuit derde landen. Er is echter een periode geweest dat er geen bewezen effectieve biocide of ander bewezen effectief middel toegelaten was voor deze toepassing. In die periode kozen handelaren er soms voor om de planten via andere landen van de EU Nederland binnen te brengen. Handel vanuit bijvoorbeeld China verplaatste zich gedeeltelijk naar andere landen van de EU, om via die route alsnog Nederland binnen te komen. De planten hoefden dan volgens het Warenwetbesluit Lucky Bamboo niet behandeld te worden.

Op dit moment is er één biocide toegelaten voor de preventieve behandeling van Lucky Bamboo. Echter, als dit product om enige reden niet meer beschikbaar is op de Nederlandse markt voor deze toepassing, kan het zijn dat importeurs opnieuw kiezen voor de route via andere EU-landen om daarmee de verplichtingen van het Warenwetbesluit Lucky Bamboo te ontlopen. Door het van toepassing worden van Verordening (EU) nr. 528/20123 kunnen ook andere bewezen effectieve bestrijdingsmiddelen beschikbaar komen door middel van wederzijdse erkenning van toelatingen. Het is echter afhankelijk van de producenten welke middelen, wanneer en in welk land het eerst worden toegelaten. In het verleden is gebleken dat producenten moeilijk te beïnvloeden zijn om een toelatingsaanvraag in Nederland in te dienen, ook als er (tijdelijk) geen andere biocide op de Nederlandse markt beschikbaar is.

Andere EU landen hebben vanuit het verleden niet in dezelfde mate te maken gehad met import van Lucky Bamboo uit derde landen en beschikken daarom niet over gelijksoortige regelgeving met preventieve maatregelen. Bovendien is de tijgermug in een deel van de EU reeds gevestigd. Om het risico voor de volksgezondheid in Nederland te beperken is het dus nodig om dezelfde maatregelen van kracht te laten zijn op import via EU-landen als op rechtstreekse import uit derde landen. Daarom wordt de uitzondering met betrekking tot import uit EU-landen geschrapt.

Dit besluit is in ontwerp voorgelegd aan de Europese Commissie en de andere EU-lidstaten (zie daarvoor het algemeen deel van deze toelichting).

De subonderdelen 2 en 3 betreffen een wijziging van zuiver wetstechnische aard.

Onderdeel C

Het vrij verkeer van goederen in de EU brengt mee dat Nederland in beginsel goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, niet mag weigeren. Nederland mag wel, uit het oogpint van de bescherming van de volksgezondheid, eisen stellen aan de import van Lucky Bamboo. Het Europese Hof van Justitie heeft echter bepaald dat gelijkwaardige goederen uit andere lidstaten moeten worden toegelaten. Daarom moet in deze regeling een clausule van wederzijdse erkenning worden opgenomen. Deze clausule is zo geformuleerd dat het betrekking heeft op de behandelde Lucky Bamboo. Dit betekent dat indien een lidstaat een andere importregime voert voor Lucky Bamboo dan met behandeling met een bewezen effectieve biocide of een ander bewezen effectief middel, deze niet in Nederland ingevoerd mogen worden.

Artikel II

Voor de inwerkingtreding wordt niet aangesloten bij de vaste veranderdata, aangezien het spoedregelgeving betreft. Met de spoedige inwerkingtreding van dit besluit is het dringende belang van de volksgezondheid gemoeid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Op 16 april 2014 is een EU-verordening betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten in eerste lezing aangenomen door het Europees Parlement (http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fTEXT%2bTA%2bP7-TA-2014-0425%2b0%2bDOC%2bXML%2bV0%2f%2fNL&language=NL).

X Noot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken), van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 528/2012 van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiks van biociden (PbEU 2012, L 167).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven