Wet van 9 juli 2014 tot wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met het verlenen van bijstand aan de Europese Commissie bij onderzoek naar de manipulatie van statistieken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is wettelijke bepalingen vast te stellen inzake het verlenen van bijstand bij inspecties ter uitvoering van Gedelegeerd besluit 2012/678/EU van de Commissie van 29 juni 2012 betreffende onderzoeken en boeten in verband met de manipulatie van statistieken als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (Pb EU 2012, L 306) waarin is opgenomen dat de statistische instanties van de lidstaten desgevraagd bijstand verlenen aan de Europese Commissie bij onderzoek naar de manipulatie van statistieken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het Centraal bureau voor de statistiek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 32a wordt «en artikel 41, tweede lid, onderdeel d» vervangen door: 41, tweede lid, onderdeel d, en 52a tot en met 52c.

B

Na Hoofdstuk 5 wordt een nieuw Hoofdstuk 5a ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 5a. Het verlenen van bijstand bij inspecties

Artikel 52a

Het CBS verleent op verzoek van de Europese Commissie bijstand bij een inspectie op grond van artikel 5, vierde lid, van Gedelegeerd besluit 2012/678/EU van de Commissie van 29 juni 2012 betreffende onderzoeken en boeten in verband met de manipulatie van statistieken als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (Pb EU 2012, L 306).

Artikel 52b
  • 1. De directeur-generaal wijst, in geval van een verzoek om bijstand als bedoeld in artikel 52a, bij besluit de ambtenaren aan die zijn belast met het verlenen van deze bijstand.

  • 2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, hebben de bevoegdheden, genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van Gedelegeerd besluit 2012/678/EU van de Commissie van 29 juni 2012 betreffende onderzoeken en boeten in verband met de manipulatie van statistieken als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (Pb EU 2012, L 306).

Artikel 52c

Op gegevens die verkregen zijn bij het verlenen van bijstand als bedoeld in artikel 52a is artikel 37 niet van toepassing, met dien verstande dat deze gegevens alleen aan de Europese Commissie verstrekt worden.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 9 juli 2014

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de vijfentwintigste juli 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 927

Naar boven