Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2014, 286 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2014, 286 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 16 mei 2014, nr. WJZ/631885 (10431), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op artikel 7.4.3a van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 juni 2014, nr. W05.14.0151/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 juni 2014, nr. WJZ/641732 (10431), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Vrijstellingen examenonderdelen Nederlandse taal, rekenen en Engels.
2. In het eerste lid wordt «Nederlandse taal of rekenen» vervangen door: Nederlandse taal, rekenen of Engels.
3. In het tweede lid wordt in de aanhef «Nederlandse taal of rekenen» vervangen door «Nederlandse taal, rekenen of Engels», wordt in de onderdelen a en c telkens na «Nederlandse taal en literatuur» ingevoegd «of in het vak Engelse taal en literatuur» en wordt in onderdeel b na «behaald» toegevoegd: respectievelijk voor dit eind- of staatsexamen in het vak Engelse taal en literatuur voor havo of vwo ten minste het eindcijfer 5 heeft behaald.
4. In het derde lid wordt «Nederlandse taal of rekenen» vervangen door «Nederlandse taal, rekenen of Engels» en wordt na «het vak Nederlandse taal en literatuur» ingevoegd: of in het vak Engelse taal en literatuur.
5. In het vierde lid wordt na «Nederlandse taal» ingevoegd: en het centraal examen van het onderdeel Engels.
6. In het vijfde lid wordt na «Nederlandse taal» ingevoegd: of van het instellingsexamen van het examenonderdeel Engels.
7. In het zesde lid wordt na «Nederlandse taal» ingevoegd: of van het examenonderdeel Engels.
B
In artikel 5 wordt na «de specialistenopleiding» ingevoegd: , en voor het onderdeel Engels van de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding.
C
Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
De examencommissie kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen voor het onderdeel Nederlandse taal en voor het onderdeel rekenen met ten hoogste 30 minuten verlengen ten aanzien van een deelnemer die met inbegrip van het studiejaar waarin hij examen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is.
D
In artikel 14a, tweede lid, wordt na «Nederlandse taal» ingevoegd: en het examenonderdeel Engels.
E
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Centrale examinering voor het onderdeel rekenen als bedoeld in artikel 4 vindt voor de eerste maal plaats:
a. in het studiejaar 2015–2016 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding waarmee een aanvang is gemaakt op of na 1 augustus 2010;
b. in het studiejaar 2016–2017 bij de basisberoepsopleiding en de vakopleiding waarmee een aanvang is gemaakt op of na 1 augustus 2012.
2. Onder vernummering van het tweede tot en met zesde lid tot vierde tot en met achtste lid, worden een nieuw tweede en derde lid ingevoegd, luidende:
2. Centrale examinering voor het onderdeel Nederlandse taal als bedoeld in artikel 5 vindt voor de eerste maal plaats:
a. in het studiejaar 2014–2015 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding waarmee een aanvang is gemaakt op of na 1 augustus 2010;
b. in het studiejaar 2015–2016 bij de basisberoepsopleiding en de vakopleiding waarmee een aanvang is gemaakt op of na 1 augustus 2012.
3. Centrale examinering voor het onderdeel Engels als bedoeld in artikel 5 vindt voor de eerste maal plaats in het studiejaar 2017–2018 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding waarmee een aanvang is gemaakt op of na 1 augustus 2014.
3. In het nieuwe vierde lid wordt «Nederlandse taal en rekenen» vervangen door: Nederlandse taal, rekenen en Engels.
F
Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt in de aanhef na «centrale examinering» ingevoegd «voor het onderdeel Nederlandse taal» en vervalt «en het daaropvolgende studiejaar».
2. In het eerste lid wordt in onderdeel a «zowel de onderdelen Nederlandse taal als rekenen» vervangen door: het onderdeel Nederlandse taal.
3. In het tweede lid wordt in de aanhef na «centrale examinering» ingevoegd «voor het onderdeel Nederlandse taal» en vervalt «en het daaropvolgende studiejaar».
4. In het tweede lid wordt in onderdeel a «voor twee van de onderdelen Engels, Nederlandse taal en rekenen» vervangen door: voor het onderdeel Nederlandse taal of het onderdeel Engels.
G
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «waarin centrale examinering voor de eerste maal plaatsvindt» vervangen door «waarin krachtens artikel 18 centrale examinering voor de onderdelen Nederlandse taal, rekenen of Engels voor de eerste maal plaatsvindt» en wordt «Nederlandse taal en rekenen» vervangen door: Nederlandse taal, rekenen en Engels.
2. In het tweede en derde lid wordt «Nederlandse taal of rekenen» vervangen door: Nederlandse taal, rekenen of Engels.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Wassenaar, 2 juli 2014
Willem-Alexander
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Uitgegeven de achttiende juli 2014
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
In deze nota van toelichting, die mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken wordt gegeven, worden deelnemers aan een beroepsopleiding overeenkomstig het spraakgebruik aangeduid als studenten.
Dit wijzigingsbesluit betreft de volgende onderwerpen:
1. Introductie van centrale examinering Engels;
2. Wijziging van de overgangsbepaling uitslagregeling;
3. Toekenning van de bevoegdheid tot verlenging van de duur van het centraal examen Nederlandse taal en rekenen, vanwege onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, voor studenten die maximaal zes jaar in Nederland onderwijs hebben gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is.
Tot het studiejaar 2017–2018 is er sprake van instellingsexamens Engels. Dit besluit regelt dat in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (hierna: Examen- en kwalificatiebesluit) wordt opgenomen dat er vanaf het studiejaar 2017–2018 centrale examinering van het generieke examenonderdeel Engels zal plaatsvinden. Er zal sprake zijn van gedeeltelijke centrale examinering; een gedeelte van de vaardigheden zal via het centraal examen worden geëxamineerd, en het andere gedeelte van de vaardigheden via een instellingsexamen.1
In het Actieplan mbo «Focus op vakmanschap 2011–2015»2 is reeds aangekondigd dat het generieke onderdeel Engels voor mbo-4 studenten een verplicht onderdeel zou worden van de opleiding en centraal zal worden geëxamineerd. Reden daarvan is dat is geconstateerd dat steeds meer gediplomeerden van mbo-4 doorstromen naar het hbo en dat beheersing van het Engels bijdraagt aan een succesvolle doorstroom. Deze generieke eis geldt naast de beroepsgerichte eisen op het gebied van moderne vreemde talen die, op alle mbo-niveaus, al kunnen gelden en worden vastgelegd in kwalificatiedossiers.
In het Besluit van 11 november 2011 tot wijziging van onder meer het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB inzake de beroepsgerichte kwalificatiestructuur3, zijn de kwalificatie-eisen voor het generieke onderdeel Engels voor mbo-niveau 4 vastgelegd. Voor elke mbo-opleiding op niveau 4 gelden sindsdien naast eventuele beroepsgerichte eisen voor moderne vreemde talen de generieke eisen voor Engels. In voornoemd besluit is voor lezen en luisteren Europees Referentiekader(ERK)-niveau B1 bepaald en voor schrijven, spreken en gesprekken ERK-niveau A2. Voor doorstroom naar het hbo zijn met name lezen en luisteren van belang.
Onderwijsinstellingen moeten voor studenten in de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (mbo-4) die hun opleiding in het studiejaar 2012–2013 of daarna zijn gestart, onderwijs en instellingsexamens verzorgen gericht op het behalen van de generieke eisen. In mijn brief van 24 april 2013 aan de mbo-instellingen heb ik aangekondigd dat vanaf het studiejaar 2017–2018 invoering van centrale examinering van het examenonderdeel Engels wordt beoogd. Er is gekozen voor centrale examinering met het oog op het bereiken van uniforme examenkwaliteit en onderlinge vergelijkbaarheid van prestaties van de student binnen het mbo. Dit besluit regelt de introductie van de centrale examinering van Engels vanaf het studiejaar 2017–2018.
De introductie van de centrale examinering heeft tevens gevolgen voor de bepalingen betreffende vrijstelling voor het generieke examenonderdeel Engels en betreffende pilotexamens.
Via dit besluit worden verschillende mogelijkheden voor vrijstellingen geregeld. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de vrijstellingsmogelijkheden voor de generieke onderdelen Nederlandse taal en rekenen.
Studenten die het generieke onderdeel Engels al hebben afgerond in een andere mbo-opleiding (bijvoorbeeld studenten die overstappen naar een andere mbo-4 opleiding of studenten die het generieke onderdeel Engels op het mbo-4 niveau al in een mbo-3 opleiding hebben gevolgd), kunnen een vrijstelling voor het examenonderdeel Engels krijgen; hiervoor is minimaal een eindcijfer 6 vereist. Studenten die vanuit een havo- of vwo-opleiding instromen en het vak Engels hebben afgerond met het eindcijfer 5 of hoger, kunnen een vrijstelling krijgen voor het examenonderdeel Engels in mbo-4. Aangezien de exameneisen voor Engelse taal en literatuur op havo- en vwo-niveau hoger zijn dan de exameneisen voor Engels op mbo 4-niveau (zie http://www.erk.nl/docent/streefniveaus/havo), wordt een eindcijfer van minimaal 5 voor eerstgenoemd examen voldoende geacht voor vrijstelling van het examen Engels op mbo-4 niveau. Daarnaast geldt als voorwaarde voor deze vrijstellingen dat er na het studiejaar of schooljaar waarin de student het betreffende examenonderdeel heeft afgelegd nog geen twee studiejaren zijn verstreken. Indien vrijstelling wordt verleend voor Engels op basis van het havo- of vwo-examen, telt het behaalde eindcijfer op dit examen op basis van artikel 3b, derde en zesde lid, van het Examen- en kwalificatiebesluit mee in de uitslagregeling.
De examencommissie kan vrijstellingen verlenen voor het gehele examenonderdeel Engels of afzonderlijk voor het centraal examen dan wel het instellingsexamen. Ook voor het examenonderdeel Engels geldt dat vrijstelling vanuit vmbo niet mogelijk is en de in het vmbo verworven vaardigheden in het mbo dienen te worden onderhouden en verbeterd.
Via dit besluit wordt ook de mogelijkheid voor een pilotfase voor de centrale examinering van Engels geregeld. Vanaf 2013–2014 vindt een pilotfase plaats onder regie van het College voor Examens (CvE). Met pilotexamens die jaarlijks geëvalueerd worden, kunnen het CvE en de onderwijsinstellingen ervaring opdoen met de inhoud en normering van het toekomstige centraal examen. Tot studiejaar 2017–2018 is nog sprake van een volledig instellingsexamen waarbij het eindcijfer voor Engels meegenomen wordt in de uitslagregeling. Onderwijsinstellingen hebben dan de mogelijkheid om bij gebruik van het pilotexamen als instellingsexamen van de door het CvE opgestelde normering af te wijken, of aan studenten alsnog een ander instellingsexamen aan te bieden met een eigen normering. Dit binnen de kaders van wet- en regelgeving en het toezicht op examinering.
Deelname aan een pilotexamen Engels in het laatste studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin centrale examinering wordt ingevoerd, kan in het daaropvolgende jaar een vrijstelling opleveren van het centraal examen Engels. Dat kan echter alleen als voor het pilotexamen ten minste het cijfer 6 is behaald, op basis van de door CvE bepaalde normering.
Oorspronkelijk zouden de generieke examenonderdelen Nederlandse taal en rekenen vanaf hetzelfde studiejaar centraal geëxamineerd worden en zouden de resultaten onderdeel uit gaan maken van de uitslagregeling. Dit betrof voor de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (mbo-4) het studiejaar 2013–2014 en voor de basisberoepsopleiding en de vakopleiding (respectievelijk mbo-2 en mbo-3) het studiejaar 2014–2015. In de eerste twee jaar waar hier sprake van was, zou er sprake zijn van een overgangsbepaling.
Inmiddels is bij Besluit van 12 juli 20134 de invoering van centrale examinering van de generieke examenonderdelen Nederlandse taal en rekenen uitgesteld en de al lopende pilotfase verlengd. De redenen hiervoor waren dat:
• de resultaten op de pilotexamens gemiddeld laag waren uitgevallen;
• de studentcohorten nog niet optimaal waren voorbereid op de examens;
• de examencondities nog niet optimaal waren;
• verbeteringen nodig waren binnen het digitale afnamesysteem en de testprocedures;
• in de pilots voor kandidaten met dyscalculie nog geen aangepaste wijze van examinering was aangeboden.
Centrale examinering van het examenonderdeel Nederlandse taal vindt nu voor het eerst plaats in het studiejaar 2014–2015 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (mbo-4), en in het studiejaar 2015–2016 bij de basisberoepsopleiding en de vakopleiding (mbo-2 en 3). Centrale examinering van het examenonderdeel rekenen vindt nu voor het eerste plaats in het studiejaar 2015–2016 bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding (mbo-4), en in het studiejaar 2016–2017 bij de basisberoepsopleiding en de vakopleiding (mbo-2 en 3).
Het verlengen van de pilotfase zoals hiervoor beschreven betekent dat de centrale examinering van rekenen een jaar later start dan die voor Nederlandse taal, en daarmee ook dat de resultaten op deze generieke examenonderdelen in een ander studiejaar gaan meetellen voor de uitslagregeling. Gedurende het ene jaar waarin er slechts centrale examinering van het onderdeel Nederlandse taal is en nog niet van het onderdeel rekenen, kan dus niet de reguliere uitslagregeling gelden. Voor dit jaar zal dus een overgangsbepaling moeten gelden. Daarbij is het zaak om de verschillen in uitslagbepaling voor opeenvolgende cohorten tot een minimum te beperken. Daarom is besloten om de overgangsbepaling zoals die voorheen in het Examen- en kwalificatiebesluit stond via voorliggend besluit aan te passen in een overgangsbepaling voor een jaar, die rekening houdt met de situatie waarin alleen centrale examinering van het onderdeel Nederlandse taal plaatsvindt en niet van het onderdeel rekenen.
De met dit besluit geïntroduceerde overgangsregeling betekent voor de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding dat het examen met goed gevolg is afgelegd indien voor één van de generieke examenonderdelen Engels en Nederlandse taal een eindwaardering van het cijfer 5 is behaald en voor het andere onderdeel ten minste het cijfer 6, en aan de overige voorwaarden is voldaan. De met dit besluit geïntroduceerde overgangsregeling betekent voor de basisberoepsopleiding en de vakopleiding dat het examen met goed gevolg is afgelegd als voor het onderdeel Nederlandse taal een eindwaardering van ten minste het cijfer 5 wordt behaald en aan de overige voorwaarden is voldaan. Vanaf het studiejaar dat er sprake is van centrale examinering van zowel Nederlandse taal als rekenen, geldt de reguliere uitslagregeling zoals deze al is beschreven in artikel 17 van het Examen- en kwalificatiebesluit.
In het voortgezet onderwijs (vo) kan, op basis van artikel 55, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO, het bevoegd gezag, in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, afwijken van de voorschriften in het Eindexamenbesluit VO, voor een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij het eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaar in Nederland onderwijs heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. Deze mogelijkheid tot afwijking geldt in ieder geval voor de vakken Nederlandse taal en literatuur en Nederlandse taal. Daarnaast geldt de mogelijkheid tot afwijking voor enig ander vak in het vo waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
Uit artikel 55, vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO, volgt dat voor het centraal examen de afwijking slechts kan bestaan uit een verlenging van de duur van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
Studenten van wie de moedertaal niet het Nederlands is, moeten een aantal jaren de tijd krijgen om te wennen aan het volgen van onderwijs en het doen van examens in Nederland. Zij moeten aan dezelfde inhoudelijke eisen voldoen als studenten van wie het Nederlands wel de moedertaal is, diploma’s van studenten moeten immers dezelfde waarde hebben. Zij kunnen door enkele aanpassingen van de examencondities de mogelijkheid krijgen om te laten zien dat ze deze inderdaad beheersen, terwijl zonder aanpassingen dit aanzienlijker moeilijker wordt.
In het mbo bepaalt de examencommissie, op basis van artikel 13 van het Examen- en kwalificatiebesluit, welke regels krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) gelden voor het instellingsexamen en daarmee ook of een student gebruik kan maken van tijdsverlenging bij het instellingsexamen. Bij het centraal examen was tot op heden niet de mogelijkheid tot tijdsverlenging voor deze groep geregeld. De bevoegdheid om tijdsverlenging toe te kennen aan de groep studenten die minder dan zes jaar in Nederland onderwijs heeft gevolgd in het jaar van centrale examinering en van wie het Nederlands niet de moedertaal is, wordt via dit besluit ook aan de examencommissie van de onderwijsinstelling toegekend.
De tijdsverlenging kan door de examencommissie worden verleend aan de student, indien de student voldoet aan de criteria, bedoeld in artikel 12a. Het is aan het examencommissie om een inschatting te maken of de student het Nederlands onvoldoende beheerst om het betreffende examen in de gestelde tijd af te ronden en om vast te stellen of de student minder dan zes jaar in Nederland onderwijs heeft gevolgd en zijn moedertaal niet het Nederlands is. Dat een student minder dan zes jaar in Nederland onderwijs heeft gevolgd en zijn moedertaal niet het Nederlands is, betekent dus niet dat deze automatisch recht heeft op de tijdsverlenging.
Toekenning van de mogelijkheid tot het gebruik van een woordenboek is niet nodig, omdat dit al blijkens de Regeling toegestane hulpmiddelen bij centrale examinering mbo (CvE-14.01041) van het CvE wordt toegestaan voor alle studenten.
De student is verantwoordelijk voor het aanvragen van de tijdsverlenging. De examencommissie heeft een inspanningsverplichting om te onderzoeken of de student minder dan zes jaar in Nederland onderwijs heeft gevolgd en of zijn moedertaal niet het Nederlands is en de student heeft de verplichting om daaraan zo goed mogelijk mee te werken. Bij gebrek aan bewijsmateriaal toetst de examencommissie of de beheersing van het Nederlands van dien aard is dat die vergelijkbaar is met iemand die maar kort in Nederland is. De inspectie gaat na of de examencommissie zorgvuldig heeft gehandeld bij het toekennen van de verlenging.
De mogelijkheid tot tijdsverlenging door de examencommissie geldt voor het centraal examen Nederlandse taal en het centraal examen rekenen. In het middelbaar beroepsonderwijs zijn dit, naast het centraal examen Engels dat via dit besluit wordt geïntroduceerd vanaf het studiejaar 2017–2018 maar waarbij de beheersing van de Nederlandse taal niet relevant is bij het maken van het examen, de enige generieke examenonderdelen waar sprake is van een centraal examen. Hiermee wordt aangesloten bij de lijn zoals deze is vastgelegd in het Eindexamenbesluit vo.
Blijkens de uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets van de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Inspectie van het Onderwijs en is de aanpassing in het onderhavige besluit van zodanige aard dat hieruit geen uitvoeringsgevolgen voortvloeien en dat er geen opmerkingen ten aanzien van de handhaafbaarheid zijn.
CvE geeft in de uitvoeringstoets aan dat het voor hen relevante gedeelte van het besluit, namelijk de uitvoering van de centrale examens voor Engels, voor Cito en henzelf uitvoerbaar is.
Er heeft een internetconsultatie plaatsgevonden naar de uitvoerbaarheid van de regeling door de mbo-instellingen. Deze heeft 14 reacties opgeleverd. De hoofdlijnen van de ontvangen reacties zijn hieronder beschreven en erbij is aangegeven of deze hebben geleid tot aanpassing van dit besluit.
In enkele reacties wordt aangegeven dat het toevoegen van het generieke examenonderdeel Engels aan de uitslagbepaling ervoor zorgt dat bepaalde studenten geen mbo-4 diploma meer kunnen halen. Zoals in paragraaf 1 van deze toelichting al is beschreven, stromen steeds meer gediplomeerden van mbo-4 door naar het hbo en de beheersing van het Engels draagt bij aan een succesvolle doorstroom. Daarom is in 2011 besloten het generieke examenonderdeel Engels toe te voegen aan de uitslagbepaling en geldt dit al voor alle studenten die vanaf het studiejaar 2012–2013 instromen in een mbo-4 opleiding. Via dit besluit wordt bepaald dat een deel van het generieke examenonderdeel Engels via een centraal examen wordt geëxamineerd, met het oog op het bereiken van uniforme examenkwaliteit en onderlinge vergelijkbaarheid van prestaties van de student binnen het mbo.
Enkele reacties betreffen de mogelijkheid om naast een vrijstelling voor het gehele generieke examenonderdeel Engels ook afzonderlijk voor het centraal examen en het instellingsexamen vrijstelling te kunnen geven. Deze mogelijkheid wordt opgenomen om studenten die in een vorige opleiding niet het gehele examenonderdeel hebben behaald, bijvoorbeeld omdat ze voortijdig zijn uitgevallen of zijn overgestapt naar een andere opleiding voordat ze het gehele generieke examenonderdeel Engels hebben afgesloten terwijl ze wel de onderdelen vallend onder het centraal examen of het instellingsexamen hebben behaald, niet te verplichten om deze weer opnieuw te moeten behalen. De vrijstelling heeft wel een beperkte duur, namelijk tot 2 jaar na het studiejaar waarin de student het betreffende deel van het generieke examenonderdeel heeft behaald. Dit is in lijn met de mogelijkheden tot vrijstelling voor de generieke examenonderdelen Nederlandse taal en rekenen.
Het voornemen was om de mogelijkheid tot tijdsverlenging vanwege onvoldoende beheersing van het Nederlands voor studenten die minder dan zes jaar in Nederland onderwijs hebben gevolgd en van wie Nederlands niet de moedertaal is te beperken tot het centraal examen Nederlandse taal. In meerdere reacties is aangegeven dat, om de mogelijkheid tot tijdsverlenging een gelijke strekking te geven als in het voortgezet onderwijs, er ook de mogelijkheid tot tijdsverlenging moet zijn voor het centraal examen rekenen. Daarbij wordt aangegeven dat het centraal examen niet alleen «kale sommen» bevat maar ook «contextopgaven», waarbij voldoende beheersing van de Nederlandse taal relevant is. Om die redenen is besloten om de mogelijkheid tot tijdsverlenging voor deze specifieke doelgroep ook mogelijk te maken voor het centraal examen rekenen. Het besluit is hierop aangepast.
In enkele reacties is aangegeven dat het in het algemeen moeilijk is om vast te stellen of iemand recht heeft op de tijdsverlenging en dat de bewijslast hiervan tot problemen kan leiden. Specifiek wordt ook de groep volwassenen hierbij genoemd, omdat de oudere gegevens vaak nog moeilijk boven tafel zijn te krijgen. Leidend hierin is dat de student verantwoordelijk is om de tijdsverlenging aan te vragen en dat de instelling hierbij een inspanningsverplichting tot onderzoek heeft. Een en ander is, naar aanleiding van de reacties, verder verduidelijkt in paragraaf 3 van de toelichting.
De financiële gevolgen voor de Rijksbegroting betreffen de voorbereiding op en uitvoering van de centrale examinering van het generieke examenonderdeel Engels. De regie en uitvoering hiervan liggen bij CvE en Cito. De kosten zullen tussen de 1 en 2 miljoen euro per jaar bedragen, en worden betaald uit de mbo-regeerakkoordmiddelen voor Versterken centrale en uniforme toetsing (aanvullende bekostiging onder artikel 4 van de begroting). De overige wijzigingen hebben geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting.
Administratieve lasten kunnen worden gedefinieerd als de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid, voorvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Bij de voorbereiding van deze regeling is nagegaan of er sprake is van administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven of burgers. Daarbij is de regeling intern ter beoordeling voorgelegd voor toetsing op administratieve lasten. De gevolgen van deze wijziging voor de administratieve lasten zijn zeer beperkt.
Allereerst worden er in het kader van de introductie van gedeeltelijke centrale examinering van het generieke examenonderdeel Engels, vrijstellingsbepalingen opgenomen in het Examen- en kwalificatiebesluit. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de examenkwaliteit, op basis van de standaarden voor examenkwaliteit, zoals beschreven in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012. Onder de standaarden valt ook de besluitvorming tot diplomering (indicator 2.3.1). Voor het toezicht op de examenkwaliteit is het nodig dat de inspectie kan bepalen of vrijstellingen op juiste gronden zijn verleend. Daarom is het van het belang dat instellingen desgevraagd kunnen aantonen aan de inspectie op basis waarvan een vrijstelling is verleend voor het gehele examenonderdeel Engels, voor het centraal examen of het instellingsexamen. Vanwege de voorwaarden die er worden gesteld aan de mogelijkheid tot vrijstelling, is de groep studenten die in aanmerking komt beperkt. De uitvoeringskosten en de administratieve lasten zullen voor de gehele sector toenemen met circa 5.500 euro. Hierbij is uitgegaan van een doelgroep van circa 250 studenten en een tijd van een half uur per student bij kosten van 45 euro per uur.
De instellingen zullen voorts in verband met het toezicht door de Inspectie van het Onderwijs moeten registreren bij welke studenten de mogelijkheid tot tijdsverlenging wordt verleend vanwege onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal als zij minder dan zes jaar in Nederland onderwijs hebben gevolgd en Nederlands niet hun moedertaal is. Instellingen dienen krachtens het door het CvE vast te stellen examenprotocol een logboek bij te houden waarin de gang van zaken rondom de centrale examinering wordt beschreven en hierin dienen ook studenten vermeld te worden die tijdsverlenging hebben gekregen. Via inzage in het logboek kan de Inspectie van het Onderwijs nagaan in welke gevallen gebruik is gemaakt van genoemde bevoegdheid. Vanwege de voorwaarden die er worden gesteld aan de mogelijkheid tot tijdsverlenging, is de groep studenten die in aanmerking komt beperkt. De uitvoeringskosten en administratieve lasten zullen voor de gehele sector toenemen met circa 5.500 euro. Hierbij is uitgegaan van een doelgroep van circa 250 studenten en een tijd van een half uur per student bij kosten van 45 euro per uur.
Het Examen- en kwalificatiebesluit is niet van toepassing op de mbo-opleidingen in Caribisch Nederland. Wel zijn er gevolgen voor studenten uit Caribisch Nederland die hun opleiding in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs (deels) volgen in Caribisch Nederland en hun mbo-opleiding bij een mbo-instelling in het Europese deel van Nederland.
Het nieuwe artikel 12a van het Examen- en kwalificatiebesluit geeft de mogelijkheid tot het verkrijgen van tijdsverlenging bij een centraal examen Nederlandse taal. Eén van de voorwaarden is dat ten hoogste zes jaar onderwijs in Nederland is gevolgd. Voor de BES-eilanden (Caribisch Nederland) betekent dit dat die zes jaar aanvangen vanaf 10 oktober 2010, de datum waarop de BES-eilanden als openbare lichamen tot Nederland zijn gaan behoren. Dit betekent dat studenten afkomstig van de BES-eilanden tot 10 oktober 2016 voor tijdsverlenging in aanmerking kunnen komen; daarbij moet er volgens de examencommissie van de instelling wel sprake zijn van onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en moet de student niet het Nederlands als moedertaal hebben.
Op de scholen in Caribisch Nederland wordt op dit moment gewerkt aan het verbeteren van de kennis van de Nederlandse taal bij de leerlingen. Vanaf 1 augustus 2014 heeft het vmbo-examen op Bonaire en Sint Eustatius dezelfde inhoud als het vmbo-examen in het Europese deel van Nederland; voor het havo-examen geldt dit vanaf 1 augustus 2015. Voor Saba geldt dit niet aangezien Saba sterk op de Engelse taal is gericht. Wel worden leerlingen op Saba die in Nederland een (vervolg)opleiding gaan doen hierop met lessen in de Nederlandse taal voorbereid; overigens gaat het hierbij, naar verwachting, om hooguit enkele leerlingen per jaar.
Dit artikel is aangepast in verband met de invoering van centrale examinering Engels. Het artikel regelt in welke gevallen vrijstelling kan worden verleend voor het gehele examenonderdeel Engels (tweede lid), het centraal examen Engels (vierde lid) of het instellingsexamen Engels (vijfde lid).Tevens is geregeld op welke wijze een eerder behaald cijfer voor het betreffende examen Engels meetelt in de uitslag (derde lid en zesde lid).
Hierin is geregeld dat voor het onderdeel Engels van de middenkader- en specialistenopleiding gedeeltelijk centrale examinering plaatsvindt. Het betreft hier mbo 4-opleidingen, zijnde het hoogste mbo-niveau. Voor de lagere mbo-niveaus 1, 2 en 3 vindt geen centrale examinering Engels plaats. Engels is alleen voor mbo 4-opleidingen een (generiek) examenonderdeel (zie artikel 3).
Dit artikel is ingevoegd om een verlenging van de duur van het centraal examen Nederlands en rekenen in het mbo mogelijk te maken, vanwege onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, voor degenen die het Nederlands niet als moedertaal hebben en maximaal zes jaar onderwijs in Nederland hebben gehad. Deze mogelijkheid bestaat reeds in het voortgezet onderwijs. Zie daarover het algemeen deel van deze Nota van toelichting. Het betreft hier een discretionaire bevoegdheid van de examencommissie. De examencommissie dient bij de afweging voor tijdsverlenging de criteria, bedoeld in artikel 12a, in acht te nemen, maar heeft een beoordelingsruimte.
De situatie kan zich voordoen dat een student aan de criteria, bedoeld in artikel 12a, voldoet, maar dat de examencommissie besluit om géén tijdsverlenging toe te kennen omdat geen sprake is van onvoldoende beheersing van het Nederlands.
In deze bepaling is Engels uitgezonderd aangezien vrijstelling voor dit examenonderdeel in artikel 3b geregeld is.
Hierin is geregeld wanneer centrale examinering Engels voor de eerste maal plaatsvindt, te weten in het studiejaar 2017–2018 voor degenen die in het studiejaar 2014–2015 zijn begonnen met de opleiding (derde lid).
Het eerste en tweede lid bepalen wanneer centrale examinering rekenen en Nederlandse taal voor de eerste maal plaatsvinden. De centrale examinering van deze onderdelen is bij een eerder Besluit uitgesteld naar latere studiejaren (zie hierboven in het Algemeen deel van deze Nota van toelichting). De desbetreffende bepalingen zijn in verband met dit uitstel opnieuw geredigeerd zodat duidelijk uit het Examen- en kwalificatiebesluit blijkt welke ingangsdata gelden. Door invoeging van nieuwe artikelleden zijn de daaropvolgende artikelleden vernummerd.
Dit overgangsartikel is aangepast in verband met de latere invoering van de centrale examinering voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen. Zie daarover het algemeen deel van deze Nota van toelichting.
Dit artikel is aangepast omdat ook voor de invoering van centrale examinering Engels een pilotfase plaatsvindt. Deelname aan een pilotexamen Engels kan onder voorwaarden vrijstelling opleveren van het centraal examen Engels. Zie daarover het algemeen deel van deze Nota van toelichting.
De inwerkingtreding is voorzien met ingang van het studiejaar 2014–2015 dat aanvangt op 1 augustus 2014. Indien dit besluit na die datum in het Staatsblad is geplaatst, vindt inwerkingtreding plaats een dag na publicatie.
Hiermee wordt afgeweken van de doorgaans aangehouden minimumtermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van het besluit. Deze termijn is in dit geval procedureel niet haalbaar. Dit is echter niet bezwaarlijk. De nieuwe regelgeving zal naar verwachting niet op uitvoeringsproblemen stuiten bij het eerste centraal examen Nederlandse taal dat plaatsvindt in oktober 2014. Het is bovendien wenselijk om de nieuwe regels direct toepasbaar te laten zijn op dit centraal examen. Dat biedt voordelen voor studenten aangezien dit besluit het mogelijk maakt om duurverlenging te verkrijgen bij het centraal examen. Ook is de aangepaste overgangsregeling voor de uitslagregeling beter afgestemd op de nieuwe situatie.
Het cohort studenten dat in 2014–2015 met een 4-jarige mbo-opleiding begint zal in het studiejaar 2017–2018 voor het eerst een centraal examen Engels doen. De onderwijsinstellingen zijn van het voornemen daartoe reeds op de hoogte gebracht in mijn brief van 24 april 2013. Dit biedt zowel studenten als uitvoerende instanties voldoende gelegenheid om zich daarop voor te bereiden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
Bij ministeriële regeling zal later worden bepaald over welke vaardigheden het centraal examen zich uitstrekt en over welke vaardigheden het instellingsexamen zich uitstrekt.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-286.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.