Besluit van 14 juni 2014, houdende wijziging van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES en het Besluit ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 maart 2013, kenmerk DWJZ-3157968;

Gelet op artikel 18.4.4 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en artikel 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 29 mei 2013, nummer W13.13.0059/III;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 juni 2014, kenmerk 334346-117911-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen c en d vervallen.

2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. medisch beroep: beroep van geneeskundige, tandheelkundige, apotheker of verloskundige.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Het is verboden op een openbaar lichaam een medisch beroep uit te oefenen.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de eerste volzin te luiden:

Onze Minister kan op verzoek van een beoefenaar van een medisch beroep ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2.

2. In het tweede lid wordt «het bestuurscollege» vervangen door: Onze Minister.

3. Het derde, vierde, vijfde en zevende lid vervallen.

4. Onder vernummering van het zesde lid tot het derde lid wordt in dat lid de eerste volzin vervangen door: Onze Minister beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoek.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

  • 1. Onze Minister weigert een ontheffing indien reeds voldoende is voorzien in de behoefte aan beoefenaren van het betrokken medische beroep, op grond van zwaarwegende redenen in het belang van de volksgezondheid of indien de beoefenaar van het medische beroep ten aanzien van wie de ontheffing wordt verzocht niet voldoet aan de regels, bedoeld in het Besluit geneeskunde BES, het Besluit bevoegdheid uitoefening van de tandheelkunst BES, het Besluit bevoegdheid apothekers en apothekersassistenten BES of het Besluit bevoegdheid verloskundigen BES.

  • 2. Onze Minister kan een verleende ontheffing op grond van zwaarwegende redenen in het belang van de volksgezondheid wijzigen of intrekken.

  • 3. Een besluit als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt deugdelijk gemotiveerd.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Onze Minister maakt een besluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en artikel 4, eerste en tweede lid, zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken na vaststelling van het besluit bekend in de Staatscourant en in twee lokale dagbladen op de openbare lichamen.

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Onze Minister kan bij ministeriele regeling de behoefte aan beoefenaren van een medisch beroep op de openbare lichamen vaststellen, alsmede de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien.

  • 2. Onze Minister wint advies in bij de bestuurscolleges op de openbare lichamen over het voornemen tot vaststelling van een ministeriele regeling als bedoeld in het eerste lid.

G

In artikel 7 wordt «de Inspectie voor de Volksgezondheid» vervangen door: de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

H

Artikelen 9 en 10 komen te vervallen.

I

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, geldt onverminderd artikel 4, tweede lid, niet voor personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit:

    • a. reeds een medisch beroep uitoefenen op de openbare lichamen en in het bezit zijn van een ontheffing voor de uitoefening van dit medische beroep op de openbare lichamen, voor de periode dat de ontheffing is verleend;

    • b. een medisch beroep uitoefenen op de openbare lichamen, zonder dat daarvoor een ontheffing is verleend, gedurende een termijn van zes maanden aanvangende bij de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2. Indien een beoefenaar van een medisch beroep als bedoeld in het eerste lid, onder b, binnen zes maanden na inwerkingtreding van dit besluit een verzoek indient tot ontheffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt de termijn van zes maanden verlengd tot het tijdstip waarop op het verzoek is beslist.

J

Artikel 16 komt te luiden:

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitoefenen medisch beroep BES.

ARTIKEL II

Het Besluit ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt «Koningin» vervangen door: Koning.

B

In artikel 3 wordt «de Inspectie voor de Volksgezondheid» vervangen door: de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

C

In artikel 23, tweede lid, wordt «de Inspectie voor de Volksgezondheid» vervangen door: de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 14 juni 2014

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Het onderhavige besluit wijzigt het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES en het Besluit ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES.

De wijzigingen in het onderhavige besluit betreffen correcties van omissies en verder een aantal aanvullingen die noodzakelijk zijn voor de correcte toepassing van de besluiten op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna te noemen: BES).

Door de Veegwet VWS 2013 zijn met ingang van 15 februari 2014 wijzigingen aangebracht in artikel 18.4.4 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op grond van artikel 18.4.4, eerste lid, onder d, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de bevoegdheid tot vestiging van de beoefenaren van beroepen in de individuele gezondheidszorg. Artikel 18.4.4 vormt de grondslag voor het onderhavige besluit.

II. Consultatie

– Advies eilandbesturen BES

Het onderhavige besluit is voor advies voorgelegd aan de eilandsbesturen van de BES. Het commmentaar van de eilandsbesturen betrof met name de volgende onderwerpen:

De reikwijdte van het onderhavige besluit

De eilandsbesturen van de BES vroegen zich af waarom het onderhavige besluit uitsluitend betrekking heeft op geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers en verloskundigen en niet op de paramedische beroepsbeoefenaren.

Voor wat betreft de voorwaarden voor verlening van een ontheffing is gekozen voor aansluiting bij de bestaande BES regelgeving die uitsluitend de opleidingseisen en bevoegdheden van vermelde beroepen regelt. Voor de paramedische beroepen is er geen BES regelgeving voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening en ontbreekt het aan een toetsingscriterium voor verlening van de ontheffing. Daarnaast kan de planning van paramedische beroepsbeoefenaren op de BES, zonodig, via contracteerbeleid geregeld worden door het Zorgverzekeringskantoor.

Ontheffing voor vervanging van een medisch beroepsbeoefenaar

Uit de consultatieronde op de BES bleek dat er vragen waren over de mogelijkheid om een medische beroepsbeoefenaar zonder een ontheffing te mogen vervangen.

Een van de problemen van het huidige Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES, is dat het niet helder is wat er onder «vestiging» of «tijdelijke vervanging» moet worden verstaan. Hierdoor was er veel onduidelijkheid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verantwoordelijk voor kwalitatief goede zorg op de BES en dient de bevolking te beschermen tegen onbekwame medische beroepsbeoefenaren. Als de beoefenaren van een medisch beroep op de BES worden vervangen, dan zijn ook voor deze vervangers ontheffingen van de Minister noodzakelijk. Het is immers wenselijk voor de patiënten dat iedereen die een medisch beroep uitoefent op de BES een ontheffing heeft en voldoet aan de betrokken kwaliteitsbesluiten. In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg is er dan ook voor gekozen om tijdelijke, incidentele waarneming en/ of visitatie van medische beroepsbeoefenaren onderhevig te stellen aan een ontheffing van het verbod tot uitoefenen van een medisch beroep.

– Advies Raad van State

De Afdeling advisering van de Raad van State zag geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen over het onderhavige besluit. De Raad van State gaf twee redactionele kanttekeningen in overweging. Naar aanleiding van deze kanttekeningen is het ontwerpbesluit in overeenstemming gebracht met het gewijzigde artikel 18.4.4 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

III. Artikelsgewijs

Artikel I

Het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES is met ingang van 10 oktober 2010 op de BES in werking is getreden.

Mogelijk komt er in de toekomst voor de BES een aparte regeling voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Tot die tijd geldt het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES en dient het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES te worden aangepast, zodat het aansluit bij de praktijk op de BES.

Onderdeel A

Artikel 1, onderdeel c, is vervallen, aangezien de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg verder niet werd gebruikt in het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES.

Onderdeel d van artikel 1, van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES is ook vervallen, aangezien deze definitie verwarring schiep, niet werkbaar was in de praktijk en niet goed aansloot bij het systeem zoals neergelegd in de oorspronkelijke Tijdelijke landsverordening beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren.

Er is een definitie aan het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES toegevoegd om materiële duidelijkheid te verstrekken over wat er wordt verstaan onder het begrip «medisch beroep». Onder een «medisch beroep» wordt in het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES verstaan: het beroep van een geneeskundige, tandheelkundige, apotheker of verloskundige. Deze definitieomvang is afgestemd met de BES. Voor de huidige inhoud van de definitie is het niet van belang dat iemand werkzaam is in de individuele gezondheidszorg of is geregistreerd op basis van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Er is geen koppeling meer naar een registratie in het BIG-register. Op de BES geldt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg namelijk niet en verder zijn er op de BES tevens niet altijd werkzame, BIG-geregistreerde medici beschikbaar. De definitie van het nieuwe begrip «medisch beroep» sluit qua systeem aan bij het systeem uit de oorspronkelijke Landsverordening. Ook sluit deze definitie aan bij de vier besluiten betreffende de bevoegdheden van geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers en verloskundigen: het Besluit geneeskunde BES, het Besluit bevoegdheid uitoefening van de tandheelkunst BES, het Besluit bevoegdheid apothekers en apothekersassistenten BES en het Besluit bevoegdheid verloskundigen BES. Er is niet gekozen voor de meer gangbare woordkeus «arts, tandarts, apotheker en verloskundige», maar voor de oude woordkeus, om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de reikwijdte van de oorspronkelijke Landsverordening en de huidige situatie op de BES. Het begrip «geneeskundige» is ook een ruimer begrip dan het begrip «arts». Er vallen meer mensen onder, ook andere dan in Nederland geregistreerde artsen.

Enkel het uitoefenen van de beroepen van geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers en verloskundigen wordt nu beperkt op de BES. Het besluit geldt niet voor andere beroepen in de gezondheidszorg. Er is voor de definitiebepaling niet meer gekozen voor alle beroepen die genoemd worden in artikel 3 en artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (de beroepen van arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige, verpleegkundige, tandprotheticus, apothekersassistent, diëtist, ergotherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, orthoptist, podotherapeut, radiodiagnostisch laborant, radiotherapeutisch laborant, heilgymnast-masseur, verzorgenden individuele gezondheidszorg, optometrist, huidtherapeut en klinisch fysicus), aangezien het voor de BES niet noodzakelijk is om de uitoefening van al deze beroepen te beperken op de BES. Ook wordt er om die reden niet meer aangesloten bij de in het huidige besluit gekozen definitieomvang «artikel 3 BIG beroepen en de logopedisten, ergotherapeuten, oefentherapeuten, podotherapeuten en diëtisten.»

Onderdeel B

De verbodsbepaling in artikel 2 is gewijzigd en vereenvoudigd. De nieuwe verbodsbepaling is afgestemd met de BES. Het betreft een verduidelijking van het verbod om medische beroepen uit te oefenen op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Met de nieuwe verbodsbepaling is het voor ieder persoon, met welke achtergrond dan ook, verboden een medisch beroep (zijnde de beroepen van geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers en verloskundigen) uit te oefenen op de BES. Het is dus voor iedereen verboden zonder ontheffing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op de BES een van de in artikel 1, tweede lid, genoemde beroepen uit te oefenen ongeacht of de betrokkene een geregistreerde beroepsbeoefenaar is of niet.

Een aantal zinsnedes uit de oude definitie zijn weggelaten in de nieuwe definitie. De zinsnede «zich te vestigen» is nu bijvoorbeeld uit de definitie weggelaten, aangezien onduidelijk was wat daaronder werd verstaan. Men kan «vestigen» zowel opvatten als «gaan wonen op de BES», als «een praktijk houden op de BES» of als «een zorgvoorziening stichten op de BES». Dit wekte verwarring in de praktijk. De zinsnede «dan wel medische beroepsbeoefenaren te vervangen of hun aantal uit te breiden» is ook uit de definitie verwijderd. Het vervangen van een beoefenaar van een medisch beroep houdt namelijk impliciet ook in dat de vervanger het medische beroep uitoefent.

Het tweede lid van artikel 2 is geschrapt, aangezien dit artikellid onduidelijk was geformuleerd en niet goed aansloot bij artikel 2, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES. Het was bijvoorbeeld onduidelijk wat onder «afwezigheid om andere reden» werd verstaan. Ook was onduidelijk hoe lang een «tijdelijke vervanging» kon duren. Artikel 2, tweede lid, van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES is derhalve vervallen. Als men de beoefenaren van een medisch beroep op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – om welke reden dan ook – wil vervangen, dan is ook voor deze vervanger een ontheffing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport noodzakelijk.

Iedere beoefenaar van een medisch beroep op de BES is zelf verantwoordelijk voor het tijdig regelen van een deugdelijke waarnemingsregeling voor als hij tijdelijk niet kan werken wegens bijvoorbeeld een vakantie, een bezoek aan een congres of ziekte. Van belang is hierbij dat voor patiënten kenbaar is wie de waarnemer is, hoe lang de waarnemer werkzaam zal zijn en dat de waarnemer een kwalitatief goede beoefenaar van een medisch beroep is. Verwezen kan ook worden naar artikel 8 en 9, eerste lid,van de Wet zorginstellingen BES, waarin staat dat een zorgaanbieder zorg aanbiedt die verantwoord is. Zorg is slechts verantwoord te achten als die ten minste wordt verleend op basis van deskundigheid, van een goed niveau is, doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht en afgestemd is op de reële behoefte van de patiënt. De zorgaanbieder organiseert de verlening van de zorg op zodanige wijze, voorziet de zorginstelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijze moet leiden tot verantwoorde zorg.

Als de beoefenaren van een medisch beroep op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden vervangen, dan zijn ook voor deze vervangers ontheffingen van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport noodzakelijk. Het is namelijk wenselijk voor de patiënten op de BES dat iedereen die een medisch beroep uitoefent op de BES een ontheffing heeft en dus voldoet aan de kwaliteitsbesluiten die zijn opgesteld.

Vervanging kan bijvoorbeeld geregeld worden:

  • (1) via directe collega’s (van de BES, van Nederland of van een ander land) die al een ontheffing hebben om te werken op de BES,

  • (2) via een poule met vaste vervangers (van de BES, van Nederland of van een ander land) met (wellicht structurele) ontheffingen om te mogen waarnemen op de BES, of

  • (3) via een nieuwe (wellicht eenmalige) vervanger die hier tijdig een ontheffing voor kan aanvragen

Soms kan er echter een acute noodsituatie zijn, waardoor er ineens een vervanger nodig is (bijvoorbeeld door onverwachte afwezigheid van de plaatselijke medische beroepsbeoefenaren wegens een ongeluk of acute ziekte of in de situatie van rampen). Als er behoefte is aan een beoefenaar van een medisch beroep, de medische situatie vereist dat er snel medische hulp wordt geboden en er geen reguliere vervanger aanwezig is met een ontheffing om te mogen werken op de BES, dan breekt nood wet en is het een beoefenaar van een medisch beroep toegestaan om kortstondig zonder ontheffing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het medische beroep uit te oefenen op de BES om de plaatselijke bevolking op de BES te helpen tijdens de noodsituatie.

Onderdeel C

Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES kan een beoefenaar van een medisch beroep om een ontheffing verzoeken om een medisch beroep uit te oefenen op de BES. De beoefenaar van een medisch beroep is zelf verantwoordelijk voor de aanvraag van zijn ontheffing. Een zorginstelling kan een beoefenaar van een medisch beroep hierbij echter eventueel wel faciliterend ondersteunen.

In de toelichting bij het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES is aangegeven dat de bevoegdheid tot verlening van de ontheffing centraal is neergelegd bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Staatsblad 2010, 366, p.332). Waar de verantwoordelijkheid voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van zorg bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport berust, ligt het in de rede de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid te geven zonodig ontheffing te verlenen. In het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES bestond de ongewenste situatie dat zowel het bestuurscollege (artikel 3, eerste lid (oud)) als de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (artikel 3, derde lid (oud)) ontheffing konden verlenen. Door de wijziging van artikel 3 wordt aan die ongewenste situatie een einde gemaakt. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beslist voortaan als enige over het verlenen van een ontheffing.

De schrapping van het derde, vierde en vijfde lid in artikel 3 houdt verband met het gegeven dat ervoor is gekozen dat voor de ontheffingverlening geen verplichte adviseringsrondes meer noodzakelijk zijn. Het weglaten van het inwinnen van advies vereenvoudigt en versnelt de ontheffingverleningsprocedure en bevordert de vermindering van de administratieve lasten. Tevens houdt het schrappen van de adviseringsrondes verband met het feit dat de instanties waarbij om advies moest worden gevraagd ofwel over onvoldoende inhoudelijke medische kennis beschikken om over een ontheffingsverzoek te kunnen adviseren, ofwel niet bestaan (zoals de eilandelijke Raad voor de Volksgezondheid) ofwel te kleine organen zijn om goed te kunnen adviseren (zo bestaat de eilandelijke dienst belast met de openbare gezondheidszorg soms uit een enkele huisarts). De bestuurscolleges van de openbare lichamen gaan ermee akkoord dat de hiervoor bedoelde verplichte advisering is komen te vervallen.

Het zevende lid is vervallen in verband met het nieuwe artikel 4 en artikel 6 van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES.

De Minister moet binnen vier weken na ontvangst van een ontheffingsverzoek een besluit nemen op het verzoek.

Onderdeel D

Op grond van het eerste lid, onder a, van artikel 18.4.4. van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna te noemen: IBES) kunnen bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de opleidingseisen die gelden voor de uitoefening van beroepen in de individuele gezondheidszorg in de openbare lichamen. In deze besluiten kan bijvoorbeeld de kwaliteit van de geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers en verloskundigen worden geregeld. Besluiten die reeds op het eerste lid, onder a, van artikel 18.4.4. IBES zijn gebaseerd, zijn het Besluit geneeskunde BES, het Besluit bevoegdheid uitoefening van de tandheelkunst BES, het Besluit bevoegdheid apothekers en apothekersassistenten BES en het Besluit bevoegdheid verloskundigen BES.

De Minister dient verzoeken om een ontheffing te toetsen aan opgestelde ministeriële regelingen betreffende de behoefte aan beoefenaren van een medisch beroep op de BES. Ook dient hij ontheffingsverzoeken te toetsen aan het Besluit geneeskunde BES, het Besluit bevoegdheid uitoefening van de tandheelkunst BES, het Besluit bevoegdheid apothekers en apothekersassistenten BES en het Besluit bevoegdheid verloskundigen BES.

De Minister kan ontheffingen slechts wijzigen of intrekken, indien daarvoor zwaarwegende redenen in het belang van de volksgezondheid aanwezig zijn. Bij zwaarwegende redenen dient onder andere te worden gedacht aan omstandigheden die het niet meer verantwoord maken dat een beoefenaar van een medisch beroep zijn beroep uitoefent op de BES. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • ernstige maatregelen van een tuchtrechter (zoals de tuchtrechtelijke maatregelen, genoemd in artikel 48, eerste lid, onder d, e en f, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg);

  • maatregelen van een instantie zoals het College van medisch toezicht (zoals de maatregelen, genoemd in artikel 80, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg);

  • gepleegde strafbare feiten gerelateerd aan de gezondheidszorg;

  • een dusdanige geestelijke of lichamelijke gesteldheid, gewoonte van drankmisbruik of van misbruik van middelen, bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet (Stb. 1976, 425), dat geacht moet worden dat de geschiktheid tot het uitoefenen dan wel tot het zonder zodanige waarborgen uitoefenen van een medisch beroep ontbreekt;

  • ontslag door de directie van een zorginstelling wegens onrechtmatig, ontoereikend of onzorgvuldig handelen;

  • opheffen van een contract door de zorgverzekeraar wegens het verlenen van ontoereikende zorg.

Ook als de behoefte aan beoefenaren van een medisch beroep verandert op de openbare lichamen of als beoefenaren van een medisch beroep niet meer voldoen aan de kwaliteitsbesluiten, kan dat een zwaarwegende reden in het belang van de volksgezondheid opleveren waardoor het wijzigen of intrekken van de ontheffing noodzakelijk kan worden geacht.

Onderdeel E

In verband met de kenbaarheid moeten ontheffingbesluitenin de Staatscourant worden gepubliceerd. Naast publicatie in de Staatscourant dienen de besluiten tevens te worden gepubliceerd in twee ter plaatse verspreide en veel gelezen dagbladen, zoals het Antilliaans Dagblad op het openbare lichaam Bonaire en The Daily Herald op de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius.

Onderdeel F

Op grond van artikel 6, eerste lid, van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden opgesteld voor de capaciteit aan beoefenaren van een medisch beroep op de BES eilanden en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien. Omdat de visie van het bestuurscollege belangrijk wordt geacht bij de behoefte aan medische beroepsbeoefenaren op de openbare lichamen en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien, wordt het bestuurscollege gehoord alvorens de regels worden vastgesteld. Dit is een nieuwe taak voor het bestuurscollege. Het staat het bestuurscollege vrij om de nodige adviezen en expertise in te winnen alvorens het bestuurscollege advies uitbrengt aan Onze Minister. Ook staat het het bestuurscollege altijd vrij om de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te informeren over nieuwe omstandigheden op de BES die van belang kunnen zijn voor opgestelde ministeriele regelingen op grond van dit artikel.

Onderdeel G

In artikel 7 stond de Inspectie voor de Volksgezondheid vermeld. Hier dient echter conform artikel 38, eerste lid, van de Gezondheidswet, artikel 1 van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid juncto artikel 18.4.12 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de «Inspectie voor de Gezondheidszorg» te staan, aangezien de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht uitoefent in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Onderdeel H

De in de artikelen 9 en 10 van het Besluit beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren BES geregelde materie behoeft regeling op het niveau van de wet. Daarin wordt voorzien door de bij de Veegwet VWS 2013 per 15 februari 2014 ingevoerde nieuwe leden (vierde tot en met negende lid) van artikel 18.4.4 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De artikelen 9 en 10 van voornoemd besluit kunnen om die reden vervallen.

Onderdeel I

Het is volgens artikel 2 verboden op een openbaar lichaam een medisch beroep uit te oefenen. Dit verbod geldt echter niet voor personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit reeds op een openbaar lichaam een medisch beroep uitoefenen. Er zijn hierbij twee soorten beoefenaren van een medisch beroep te onderscheiden:

  • 1. Werkzame beoefenaren van een medisch beroep met een ontheffing

    Voor personen die werkzaam zijn op de BES met een ontheffing (om een medisch beroep uit te oefenen op de BES) op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit geldt dat deze uitzondering slechts van toepassing is gedurende de geldigheid van deze ontheffing. Onze Minister kan ontheffingen op grond van zwaarwegende redenen echter altijd wijzigen of intrekken.

  • 2. Werkzame beoefenaren van een medisch beroep zonder een ontheffing

    Op de BES werken ook beoefenaren van een medisch beroep zonder een ontheffing en deze situatie dient te wijzigen op de BES. De op de BES werkzame beoefenaren van een medisch beroep die werken zonder een ontheffing om dit medische beroep uit te oefenen op de BES krijgen maximaal zes maanden de tijd om een ontheffing aan te vragen. Als zij uiteindelijk niet in aanmerking komen voor een ontheffing, dan dient de ontheffing te worden geweigerd en mogen betrokkenen geen medisch beroep meer uitoefenen op de BES.

Onderdeel J

De citeertitel van het in artikel I gewijzigde besluit wordt: Besluit uitoefenen medisch beroep BES. De citeertitel wordt gewijzigd, aangezien de nieuwe citeertitel de inhoud van het besluit beter weergeeft.

Artikel II

In artikel 2, eerste lid, van het Besluit ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES stond «Koningin» en dat dient te worden gewijzigd in «Koning».

In artikel 3 en 23 van het Besluit ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES stond de Inspectie voor de Volksgezondheid vermeld. Hier dient echter conform artikel 38, eerste lid, van de Gezondheidswet, artikel 1 van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid juncto artikel 18.4.12 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de «Inspectie voor de Gezondheidszorg» te staan, aangezien de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht uitoefent in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het besluit. Dit besluit zal op 1 juli 2014 in werking treden. Hiermee wordt aangesloten bij het regeringsbeleid ten aanzien van de vaste verandermomenten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven