Besluit van 23 juni 2014, houdende wijziging van het bedrag, genoemd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, of van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 mei 2014, nr. 2014-0000068022;

Gelet op de artikelen 10, derde lid, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, 63a, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, vierde lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 mei 2014, no. W12.14.0149/III);

Gezien het nader rapport van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juni 2014, nr. 2014-0000085592;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 4, tweede lid, van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt «€ 348,00» vervangen door: € 252,00.

ARTIKEL II

In de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten wordt «€ 348,00» vervangen door: € 252,00.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van 1 juli 2014, tenzij de artikelen I, onderdelen E, F en G, VI, VII, VIII en IX van het bij koninklijke boodschap van 9 september 2013 ingediende voorstel van wet tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten (Kamerstukken 33 726) tot wet zijn of worden verheven en voor of op 1 juli 2014 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2014 in werking zijn getreden of treden.

  • 2. Artikel II treedt in werking:

    • a. met ingang van 1 juli 2014, indien de artikelen I, onderdelen E, F en G, VI, VII, VIII en IX van het bij koninklijke boodschap van 9 september 2013 ingediende voorstel van wet tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten (Kamerstukken 33 726) tot wet zijn of worden verheven en voor of op 1 juli 2014 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2014 in werking zijn getreden of treden; of

    • b. met ingang van de dag van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen E, F en G, VI, VII, VIII en IX van het bij koninklijke boodschap van 9 september 2013 ingediende voorstel van wet tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten (Kamerstukken 33 726), met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014, indien die artikelen na 1 juli 2014 tot wet zijn of worden verheven en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2014 in werking treden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 23 juni 2014

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemene toelichting

In het kader van het aanvullend beleidspakket van 6 miljard is afgesproken de tegemoetkoming arbeidsongeschikten op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) (hierna: AO-tegemoetkoming) in twee tranches te verlagen, namelijk in 2014 en in 20151. Dit besluit regelt de verlaging voor het jaar 2014. Volgend jaar volgt de 2e tranche.

Op dit moment is het wetsvoorstel tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten, nog in behandeling bij de Eerste Kamer.2 Met dit wetsvoorstel zal de regeling van de AO-tegemoetkoming worden overgeheveld van de Wtcg naar de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). In de huidige situatie heeft de persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een in artikel 4, eerste lid, van het Besluit chronisch zieken en gehandicapten (Btcg) omschreven arbeidsongeschiktheids / werkhervattingsuitkering of op arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong, recht op een AO-tegemoetkoming. Het is nog niet duidelijk of het genoemde wetsvoorstel voor 1 juli 2014 zal worden aangenomen en in werking zal treden. Omdat de verlaging van de AO-tegemoetkoming, in verband met de genoemde peildatum van 1 juli, echter uiterlijk met ingang van 1 juli 2014 moet zijn gerealiseerd is in dit besluit rekening gehouden zowel met de situatie dat het genoemde wetsvoorstel na 1 juli 2014 tot stand komt en in werking treedt (artikel III, eerste en derde lid) als met de situatie dat het wetsvoorstel voor of op 1 juli 2014 tot stand komt en in werking treedt (artikel III, tweede lid). In alle gevallen vindt de verlaging van de AO-tegemoetkoming op basis van de juiste grondslag plaats.

Financiële effecten

Uitkeringslasten

Naar schatting 755 duizend arbeidsongeschikten zullen met deze maatregel te maken krijgen in 2014. Het verlagen van de AO-tegemoetkoming in de 1e tranche van netto € 3483 naar € 252 leidt tot een besparing van ca. € 113 miljoen4 in 2014 en ca. € 103 miljoen structureel. De lagere besparingen in de structurele situatie hangen onder andere samen met een naar verwachting teruglopend aantal Wajonguitkeringen als gevolg van de voorgenomen wijzigingen in de Participatiewet.

Budgettaire gevolgen (x € 1 miljoen, effect op uitgaven)

2014

2015

2016

2017

2018

Structureel

Verlaging tegemoetkoming arbeidsongeschikten

–113

–114

–114

–115

–115

–103

Uitvoeringskosten

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) voert de regeling voor de AO-tegemoetkoming uit. De verlaging van de AO-tegemoetkoming heeft geen gevolgen voor de uitvoeringskosten van het UWV.

Inkomenseffecten

De verlaging van de AO-tegemoetkoming met 96 euro in 2014 heeft een negatief inkomenseffect. Een alleenstaande Wajonger gaat er hierdoor circa ¾% op achteruit. Een arbeidsongeschikte met een bruto uitkering van circa 30 duizend euro per jaar gaat er ½% op achteruit.

Administratieve lasten en regeldruk

Uit de verlaging van de AO-tegemoetkoming vloeien geen administratieve lasten voort.

Artikelsgewijs

Artikel I en II

Door middel van deze artikelen kan het bedrag van de AO-tegemoetkoming, hetzij in het Btcg hetzij in de Wet WIA, WAO, WAZ en Wet WAJONG, worden aangepast van € 348,00 naar € 252,00.

Artikel III

Om de doelen van het aanvullend beleidspakket van 6 miljard te halen is het van belang dat de hoogte van de AO-tegemoetkoming per 1 juli 2014 wordt aangepast. Immers vindt op dat moment de vaststelling van het recht op de tegemoetkoming plaats. Omdat het nog niet duidelijk is wanneer de Wet tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten (Kamerstukken 33 726), in werking zal treden, is er voor gekozen om in dit besluit te voorzien in de mogelijkheid, het bedrag van de AO-tegemoetkoming te verlagen hetzij in het Btcg, hetzij in de vier arbeidsongeschiktheidswetten. Daarbij zijn de volgende situaties te onderscheiden:

Situatie 1

De bovengenoemde wet treedt niet voor of op 1 juli 2014 in werking. In dat geval zal het bedrag van de AO-tegemoetkoming in het Btcg moeten worden aangepast. Dit wordt geregeld in het eerste lid van dit artikel.

Situatie 2

De bovengenoemde wet treedt voor 1 juli 2014 in werking. Dit heeft twee gevolgen:

  • 1. Artikel I treedt niet in werking. Wijziging van de AO-tegemoetkoming in het Btcg is niet meer nodig, want het recht wordt per 1 juli 2014 vastgesteld op grond van de vier arbeidsongeschiktheidswetten.

  • 2. De bedragen in de arbeidsongeschiktheidswetten worden per 1 juli 2014 aangepast, dit wordt geregeld in het tweede lid, onderdeel a.

Situatie 3

De bovengenoemde wet treedt na 1 juli 2014 in werking. In deze situatie is artikel I op het tijstip van inwerkingtreding van de wet al in werking getreden en is het bedrag van de AO-tegemoetkoming in het Btcg dus al aangepast. Het bedrag van de AO-tegemoetkoming in de arbeidsongeschiktheidswetten is dan echter nog niet aangepast. Daarom zal ook het bedrag in de arbeidsongeschiktheidswetten nog moeten worden aangepast. Dit wordt geregeld in het tweede lid, onderdeel b. Deze wijziging zal terugwerkende kracht hebben tot en met 1 juli 2014. Dit zorgt voor duidelijkheid omdat in alle situaties, de wijziging vanaf 1 juli 2014 effectief zal zijn.

 

Artikel I

Artikel II

Wet niet aangenomen voor of op 1 juli 2014

Per 1 juli 2014

 

Wet wel aangenomen voor of op 1 juli 2014

 

Per 1 juli 2014 (tweede lid, onderdeel a)

Wet aangenomen na 1 juli 2014

Per 1 juli 2014

Vanaf moment inwerkingtreding wet na 1 juli 2014, maar met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014 (tweede lid, onderdeel b)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstukken II 2013/14, 33 750, 1, p. 72 en 74, maatregel 7.

X Noot
2

Kamerstukken I 2013/14, 33 726, nr. A.

X Noot
3

De AO-tegemoetkoming van € 342 in 2013 is per 1 januari 2014 geïndexeerd. Het nieuwe bedrag bedraagt € 348 voorafgaand aan de verlaging in 2014 en op € 252 na de verlaging.

X Noot
4

De besparingen zijn gebaseerd op de bruto bedragen inclusief heffing.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven