Besluit van 20 maart 2014, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de rijkswet van 25 november 2013 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Stb. 481)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 maart 2014, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 496734;

Gelet op artikel II van de rijkswet van 25 november 2013 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Stb. 481);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De rijkswet van 25 november 2013 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Stb. 481) treedt in werking met ingang van 1 april 2014.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

Wassenaar, 20 maart 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven