Besluit van 5 februari 2013, houdende wijziging van het Besluit dierlijke producten in verband met exportcertifcering van zuivelproducten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 19 oktober 2012, nr. WJZ / 12333103, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 3.1, tweede lid, van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 december 2012, nummer W15.12.0448/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 31 januari 2013, nr. WJZ / 12381733, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit dierlijke producten wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1.1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van dit artikel door een puntkomma toegevoegd:

zuivelproduct:
  • 1°. een product dat uitsluitend is verkregen uit melk, met dien verstande dat stoffen die voor de bereiding ervan noodzakelijk zijn, mogen worden toegevoegd, mits deze stoffen niet worden gebruikt voor de volledige of gedeeltelijke vervanging van één van de bestanddelen van melk, en

  • 2°. een product dat is samengesteld uit melk, dat wil zeggen een product waarvan geen enkel element in de plaats komt van een melkbestanddeel of bedoeld is om daarvoor in de plaats te komen en waarvan de melk een essentieel bestanddeel is, hetzij door de hoeveelheid, hetzij omdat het effect kenmerkend is voor deze producten.

B

De aanhef van artikel 2.9, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Op de uitvoering van het toezicht en de keuring, bedoeld in de artikelen 2.10 en 2.11, door de instellingen, bedoeld in die artikelen, zijn van overeenkomstige toepassing:.

C

Na artikel 2.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.11 Exportcertificaten voor zuivelproducten

  • 1. Stichting COKZ kan ten behoeve van de uitvoer van zuivelproducten, zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding certificaten betreffende de kwaliteitskenmerken van die producten afgeven indien het COKZ na onderzoek heeft geconstateerd dat de producten de desbetreffende kwaliteitskenmerken hebben.

  • 2. De certificaten, bedoeld in het eerste lid, worden slechts afgegeven wanneer daarom is verzocht:

    • a. op grond van de eisen van het land van bestemming, niet zijnde lidstaat van de Europese Unie of partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

    • b. op grond van de eisen van een lidstaat van de Europese Unie of partij bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte met het oog op wederuitvoer naar een land als bedoeld in onderdeel a of

    • c. in verband met bijzondere omstandigheden.

  • 3. De afgifte van certificaten in gevallen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, behoeft voorafgaande instemming van Onze Minister.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 5 februari 2013

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de zevende maart 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Doel en Inhoud

Dit besluit regelt de afgifte van exportcertificaten door de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (hierna: COKZ).

Ten behoeve van de uitvoer kunnen door Stichting COKZ op aanvraag exportcertificaten worden afgegeven over de kwaliteitskenmerken van zuivelproducten, zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Dergelijke certificaten worden gevraagd ten gevolge van de eisen van derde landen ten aanzien van onder meer de kwaliteit van producten.

Met dit besluit wordt een grondslag geboden voor de reeds bestaande praktijk. Daarmee krijgt de afgifte van exportcertificaten een duidelijk publiekrechtelijk karakter, hetgeen in het belang is van de ongehinderde uitvoer van zuivelproducten.

Artikel I, onderdeel A, geeft een definitie van zuivelproducten. Deze definitie is gelijk aan de definitie die voorheen was opgenomen in het Landbouwkwaliteitsbesluit zuivelproducten. Met de inwerkingtreding van het Besluit dierlijke producten is dat Landbouwkwaliteitsbesluit ingetrokken.

Ingevolge artikel I, onderdeel B, kan het COKZ tarieven vaststellen voor de kosten die samenhangen met de afgifte van deze certificaten. Ingevolge artikel 17 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen behoeven de tarieven goedkeuring van de Minister.

Met artikel I, onderdeel C, wordt geregeld dat Stichting COKZ ten behoeve van de uitvoer op verzoek exportcertificaten kan afgeven betreffende de kwaliteit van zuivelproducten, zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. De certificaten betreffen kwaliteitskenmerken waarover het COKZ wordt verzocht een verklaring af te geven. Het verstrekken van exportcertificaten door het COKZ vindt plaats wanneer het certificaat gevraagd wordt op grond van de eisen van het land van bestemming, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie of partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Ook kan het certificaat worden gevraagd op grond van de eisen van een lidstaat van de Europese Unie of partij bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte met het oog op wederuitvoer naar een derde land. Tot slot kunnen certificaten worden afgegeven wanneer daarom in verband met bijzondere omstandigheden wordt verzocht. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer importeurs ten gevolge van een calamiteit vragen om een verklaring ten aanzien van een specifiek kwaliteitskenmerk. Vanwege het onvoorspelbare karakter van dergelijke situaties is voor de afgifte van certificaten op deze grond voorafgaande instemming van de Minister vereist. Op basis van de concrete situatie kan dan worden besloten over de noodzaak tot afgifte van certificaten in verband met de desbetreffende omstandigheden. De instemming betreft het oordeel of er sprake is van een bijzondere omstandigheid waaronder exportcertificaten kunnen worden afgegeven. Er is dus niet voor elk individueel certificaat instemming nodig.

Het certificaat wordt slechts afgegeven indien het COKZ op basis van (steekproefsgewijs) onderzoek heeft geconstateerd dat de producten de desbetreffende kwaliteitskenmerken hebben.

Op grond van artikel 6 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is de minister voor Wonen en Rijksdienst medeondertekenaar van het onderhavige besluit. Deze toelichting wordt dan ook mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst gegeven.

Regeldrukeffecten

Stichting COKZ kan op aanvraag exportcertificaten afgeven. Deze certificering is niet verplicht en gebeurt op verzoek van bedrijven, ten gevolge van de eisen van andere landen of in geval van bijzondere omstandigheden. Er is dus strikt genomen geen sprake van een regeldrukeffect door wet- of regelgeving van de Nederlandse overheid.

Desalniettemin kan het regeldrukeffect voor bedrijven als volgt worden weergegeven. De jaarlijkse administratieve lasten voor het doen van deze aanvragen bij het COKZ zijn voor het bedrijfsleven in totaal € 61.666,– (10.000 certificaten x 10 minuten, x uurtarief van € 37,00). Er zijn geen nalevingskosten verbonden aan het aanvragen van een certificaat. De kosten van de overheid voor het afgeven van het certificaat en de steekproefsgewijze inspecties zijn retribueerbaar. De toezichtlasten bedragen € 13.875,– (1500 inspecties x 15 minuten tijdsbesteding van de ondernemer voor het ondergaan van de inspectie x € 37,00). Omdat met dit besluit een bestaande praktijk in regelgeving is vastgelegd, is er vanuit het perspectief van de ondernemer geen sprake van wijziging van de regeldruk. Een weging van mogelijk minder belastende alternatieven is niet aan de orde omdat de certificering noodzakelijk is voor het exporterende bedrijfsleven.

Inwerkingtreding

Het onderhavige besluit is gebaseerd op de Wet dieren en wijzigt het Besluit dierlijke producten. De Wet dieren en het Besluit dierlijke producten zijn per 1 januari 2013 in werking getreden. Omdat de besluitvorming over de noodzaak voor een publiekrechtelijk karakter van de exportcertificering nog niet was afgerond op het moment dat het Besluit dierlijke producten in procedure werd gebracht, wordt dit onderwerp geregeld met het onderhavige wijzigingsbesluit. Nu het Besluit dierlijke producten reeds in werking is getreden op het moment van publicatie van het onderhavige besluit in het Staatsblad, kan het onderhavige besluit in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid ten aanzien van vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat besluiten op 1 januari of 1 juli in werking treden en tenminste twee maanden daaraan voorafgaand worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat inwerkingtreding op korte termijn ongewenste nadelen voor de export, ten gevolge van het langer ontbreken van een duidelijk publiekrechtelijk karakter van de certificaten, voorkomt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven