Besluit van 18 december 2013, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 december 2013, tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) (Stb. 573)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 17 december 2013, nr. WJZ/13202100;

Gelet op artikel V van de wet van 18 december 2013, tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) (Stb. 573);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen A, onder 1 en 3, B, C, D, onder 2, F, G, H, I, onder 2, J, K, L, N0a, Na en O, artikel II, onderdelen A, onder 1 en 2, B, C, onder 5, artikel 10, negende lid, D, onder 2, G, H, I, Ia, K en L, onder 1, en artikel IV van de wet van 18 december 2013, tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) (Stb. 573) treden in werking met ingang van 1 januari 2014.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 18 december 2013

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet die samenhangt met het energierapport 2011. Uitgangspunt is dat de bepalingen van deze wet in werking treden met ingang van 1 januari 2014. Dit uitgangspunt geldt niet voor de onderdelen van deze wet die betrekking hebben op wijzigingen in de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet die samenhangen met nieuwe regels inzake garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit en gas en warmte uit hernieuwbare energiebronnen. Voor een goede invoering van deze artikelen, is meer tijd nodig. Ook geldt de datum van 1 januari 2014 niet voor bepalingen die betrekking hebben op de gassamenstelling. Ook hiervoor vraagt een goede invoering meer tijd.

Met betrekking tot de publicatietermijn van dit inwerkingtredingsbesluit wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Het inwerkingtreden van deze bepalingen op korte termijn is wenselijk omdat hiermee een aantal wijzigingen die zijn aangekondigd in het Energierapport 2011 en die van belang zijn voor de regulering van de elektriciteits- en gasmarkt, in werking kunnen treden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven