Besluit van 11 februari 2013, houdende wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de elektronische verzending van de loonstrook en de jaaropgave

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 15 januari 2013, nr. 340596;

Gelet op artikel 54, aanhef en onder i, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Afdeling advisering van Raad van State gehoord (advies van 23 januari, nr. W03.13.008/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 4 februari 2012 nr. 347905;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 1 van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 1a. Elektronische berichtgeving

Artikel 1a
  • 1. De maandelijkse loonstrook en de jaaropgave worden uitsluitend op elektronische wijze aan de rechterlijk ambtenaar en de rechterlijk ambtenaar in opleiding verzonden.

  • 2. Verzending geschiedt op een andere dan elektronische wijze:

    • a. indien de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding geen mogelijkheid heeft om kennis te nemen van een elektronisch verzonden bericht;

    • b. bij ontslag of overlijden van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding;

    • c. op verzoek van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding indien deze een zwaarwegend belang heeft bij incidentele verzending op andere wijze.

  • 3. Onze Minister kan nadere regels stellen over de wijze waarop de elektronische verzending geschiedt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 februari 2013

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Uitgegeven de vijftiende februari 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Artikel 54, aanhef en onder i, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (hierna: Wrra) bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften worden vastgesteld betreffende de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen. Dit besluit strekt daartoe.

Artikel 54, aanhef en onder i, Wrra wijkt af van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dat bepaalt dat een bestuursorgaan een bericht slechts elektronisch kan verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Zowel in de sector Rijk als in de sector Rechterlijke macht wordt sinds enige jaren gebruik gemaakt van het personeelsportaal van P-Direkt (verder: portaal) dat uitgaat van het concept van zelfbediening door de gebruiker. Het portaal is voorzien van een zwaar niveau van toegangsbeveiliging, passend bij de privacygevoelige informatie die daarin is opgenomen. Er zijn rechtspositionele besluiten die niet via het portaal verlopen en waarvan de rechterlijk ambtenaar (in opleiding) geen afzonderlijk schriftelijk bericht ontvangt. Dit betreft bijvoorbeeld het toekennen van de reguliere periodiek. Hiervan neemt de rechterlijk ambtenaar (in opleiding) kennis door middel van de opgave van het in geld vastgestelde loon (de loonstrook) die hij maandelijks ontvangt. Daarmee is de loonstrook een besluit in de zin van de Awb.

Op 19 mei 2012 is het «Besluit van 26 april 2012, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de elektronische verzending van de loonstrook en de jaaropgave» in werking getreden (Stb. 2012, 215). Hiermee is een wettelijke grondslag gecreëerd om de loonstrook en de jaaropgave uitsluitend in elektronische vorm aan Rijksambtenaren te verzenden. De delegatiegrondslag voor het Besluit van 26 april 2012 ligt besloten in artikel 125, eerste lid, aanhef en onderdeel n, van de Ambtenarenwet. Op grond van artikel 2, tweede lid, Ambtenarenwet is artikel 125 van die wet echter niet van toepassing op rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding. Ten aanzien van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding bestaat aldus nog geen wettelijke grondslag om de loonstrook en de jaaropgave uitsluitend elektronisch te verzenden. Dit besluit voorziet daarin.

Onderhavig besluit regelt dat de loonstrook en de jaaropgave vanaf de inwerkingtreding van het besluit in beginsel niet meer op papier, maar uitsluitend elektronisch ter beschikking worden gesteld. Met het oog op de invoering hebben alle ambtenaren bij hun loonstrook van maart 2012 een bijsluiter met informatie over de elektronische verzending ontvangen. Voorts is er ten behoeve van de informatievoorziening aan de rechterlijke ambtenaren en de rechterlijke ambtenaren in opleiding een circulaire (d.d. 6 juli 2012, kenmerk 2012-274740) verstuurd waarin zij ervan op de hoogte zijn gesteld dat zij hun loonstroken en jaaropgaven per juni 2012 in beginsel alleen nog in elektronische vorm ontvangen.

In juni 2012 is in het Sectoroverleg Rechterlijke Macht (SORM) overeenstemming bereikt over de elektronische verzending van de loonstrook en de jaaropgave. Het ontwerp voor dit besluit is ter consultatie voorgelegd aan het College van procureurs-generaal, de Hoge Raad, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Raad voor de rechtspraak. Zij hebben met de inhoud van dit besluit ingestemd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Het eerste lid van artikel 1a bepaalt ingevolge artikel Artikel 54, aanhef en onder i, Wrra welke berichten inzake de rechtspositie van de rechterlijk ambtenaar en de rechterlijk ambtenaar in opleiding in aanmerking komen om uitsluitend elektronisch verzonden te worden. Dat zijn de maandelijkse opgave van het in geld vastgestelde loon (de loonstrook) en de jaaropgave.

Het tweede lid van artikel 1a noemt vervolgens enkele situaties waarin de in het eerste lid bedoelde berichten niet uitsluitend elektronisch worden verzonden. Onderdeel a ziet op de situatie waarin de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding geen mogelijkheid heeft om kennis te nemen van de inhoud van het bericht. Zulks kan zich voordoen als hij op zijn werkplek geen toegang heeft tot de digitale loonstrook en geen persoonlijk e-mailadres heeft op zijn werk. Onderdeel b ziet op de situatie dat de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding wordt ontslagen of komt te overlijden. Bij onderdeel c moet gedacht worden aan situaties waarin de betrokkene er een zwaarwegend belang bij heeft dat een loonstrook of jaaropgave incidenteel op papier wordt verstrekt. Van een dergelijke situatie kan sprake zijn indien dit voor een bepaalde procedure vereist is.

In het derde lid wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 54, aanhef en onder i, Wrra om zo nodig het stellen van regels voor elektronische verzending neer te leggen in lagere regelgeving. Met deze regels kan zo nodig nadere invulling worden gegeven aan de wijze waarop elektronische verzending plaats zal vinden. Deze regels kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van de elektronische verzending, als bedoeld in artikel 2:14, derde lid, Awb.

Artikel II

De keuze voor inwerkingtreding met terugwerkende kracht is ingegeven door het feit dat de elektronische verzending van de loonstroken per juni 2012 al feitelijk is ingegaan. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten om de wettelijke situatie zo snel mogelijk in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. De nadelige gevolgen van terugwerkende kracht, als die er in dit geval al zijn, blijven beperkt omdat rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding via een circulaire (d.d. 6 juli 2012, kenmerk 2012-274740) al op de hoogte zijn gesteld van de elektronische verzending van de loonstrook en de jaaropgave.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven