Besluit van 9 december 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 11 van de Tijdelijke wet resolutieheffing 2014

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 december 2013 (DB/2013/554);

Gelet op artikel 13 van de Tijdelijke wet resolutieheffing 2014;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen 1 tot en met 11 van de Tijdelijke wet resolutieheffing 2014 treden in werking met ingang van 1 januari 2014.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 9 december 2013

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de zeventiende december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 11 van de Tijdelijke wet resolutieheffing 2014. De in artikel 11 van die wet opgenomen wijzigingen van de artikelen 2, zevende lid, en 10, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) werken terug tot en met 1 februari 2013.

Artikel 12 van de eerstgenoemde wet dient pas in werking te treden zodra de in artikel 11 van die wet opgenomen aanpassing van artikel 10, eerste lid, onderdeel f, van de Wet Vpb 1969 niet meer nodig is.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven