Besluit van 2 december 2013 tot verlenging van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 23 september 2013, nr. 429777;

Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 oktober 2013, nr. W03.13.0338/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 november 2013, nr. 454945;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 2, tweede lid, van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn wordt «1 januari 2014» vervangen door: 1 januari 2015.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 2 december 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de tiende december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de werkingsduur van het Tijdelijk besluit uitzonderingen terugkeerrichtlijn (hierna: Tijdelijk besluit) verlengd tot 1 januari 2015. Het Tijdelijk besluit betreft een tijdelijke overgangsmaatregel, vooruitlopend op een formele wet. Voor een uitgebreide toelichting op het Tijdelijk besluit, verwijs ik naar de nota van toelichting bij dat besluit (Staatsblad 2012, nr. 103).

Aanvankelijk was het voornemen een permanente regeling op te nemen in een in voorbereiding zijnd wetsvoorstel waarin nadere voorzieningen worden getroffen naar aanleiding van Europese en nationale jurisprudentie inzake de terugkeerrichtlijn1 en de ervaringen die inmiddels met de uitvoering van die richtlijn zijn opgedaan. Het was de bedoeling dat het wetsvoorstel voor 1 januari 2014 in werking zou treden. De voorbereiding hiervan kost echter meer tijd dan verwacht vanwege de deels onvoorziene en omvangrijke jurisprudentie die inmiddels tot stand is gekomen inzake de terugkeerrichtlijn. Vandaar dat ik in deze situatie de noodzaak zie om de werkingsduur van het Tijdelijk besluit met één jaar te verlengen.

Een permanente regeling moet zo snel mogelijk tot stand worden gebracht. De grondslag voor de uitzonderingen op de Terugkeerrichtlijn zal daarom worden opgenomen in een afzonderlijk wetsvoorstel tezamen met enkele andere onderwerpen die op korte termijn wettelijke regeling behoeven. Dit wetsvoorstel zal zo snel mogelijk in procedure worden gebracht. Verdere verlengingen van het Tijdelijk besluit kunnen hiermee naar verwachting worden voorkomen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU 2008, L348).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven