Wet van 25 november 2013 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met de financiering van de Sociaal-Economische Raad

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de financiering van de Sociaal-Economische Raad anders te regelen nu de opslag op de heffing op grond van de Handelsregisterwet 2007 komt te vervallen, en dat daartoe middelen uit het Algemeen Werkloosheidsfonds beschikbaar worden gesteld;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP DE BEDRIJFSORGANISATIE

De Wet op de bedrijfsorganisatie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De eerste zin van het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De jaarrekening wordt, met alle daarbij behorende bescheiden en met vermelding van hetgeen het dagelijks bestuur tot zijn verantwoording dienstig acht, aan de Raad overgelegd voor 1 april van het jaar volgend op het jaar, waarop zij betrekking heeft.

b. In de derde zin wordt «derde» vervangen door: vierde

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, wordt na het tweede lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door de Raad aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring heeft mede betrekking op de rechtmatige verkrijging en besteding van de middelen.

3. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 5. Het besluit van de Raad tot vaststelling van de jaarrekening behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

4. Het vijfde lid (oud) vervalt.

B

Paragraaf 3 van titel VI van het Eerste Hoofdstuk komt te luiden:

§ 3 Middelen

Artikel 54
  • 1. De middelen ter dekking van uitgaven van de Raad, voor zover die niet door andere inkomsten worden gedekt, komen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen.

  • 2. De Raad stelt in de begroting het bedrag dat ten laste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds, vast.

  • 3. De Raad verstrekt voor 1 juli van het kalenderjaar, voorafgaande aan het jaar waar de begroting betrekking op heeft, een raming van de inkomsten en uitgaven van de Raad aan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 4. Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen nadere regels worden gesteld voor dit artikel.

Artikel 55
  • 1. De Raad kan beschikken over de financiële middelen in de rekening-courant die de Raad aanhoudt bij Onze Minister van Financiën.

  • 2. Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen nadere regels worden gesteld voor dit artikel.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

Aan artikel 100 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt, onder vervanging van de punt na onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • m. middelen voor uitgaven van de Sociaal-Economische Raad als bedoeld in artikel 54 van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 25 november 2013

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de negende december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 481

Naar boven