Besluit van 25 november 2013, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II van de wet van 6 november 2013 tot wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren (Stb. 2013, 454)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 november 2013, nr. WJZ-563040 (10415), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de wet van 6 november 2013 tot wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren (Stb. 2013, 454);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II van de wet van 6 november 2013 tot wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren (Stb. 2013, 454) treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 25 november 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de negenentwintigste november 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel II van de wet van 6 november 2013 (Stb. 2013, 454) treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. De wijzigingen van artikel II betreffen stuk voor stuk wetsbepalingen die ook gewijzigd worden op grond van artikel I van de wet. De wijzigingen van artikel II zijn praktisch relevant voor de lopende erkenningperiode, terwijl de desbetreffende wijzigingen van artikel I pas effect sorteren voor de komende erkenningperiode 2016–2021, op grond van artikel III van de wet.

Om de volgorde van de door te voeren wetswijzigingen veilig te stellen (eerst artikel II, dan artikel I) wordt voorzien in een apart koninklijk besluit waarmee de inwerkingtreding van de wetswijzigingen die voor de komende erkenningperiode van belang zijn, wordt geregeld.

Normaal wordt tussen het tijdstip van publicatie van een wet en de inwerkingtreding daarvan een invoeringstermijn van ten minste twee maanden gehanteerd. Daarvan wordt in het onderhavige geval afgeweken; de invoeringstermijn is korter omdat de modernisering van de landelijke publieke omroep, zoals voorzien in de wet, zo spoedig mogelijk tot uitvoering moet kunnen worden gebracht. De erkenningverlening voor landelijke publieke omroepen voor de periode 2016–2021 begint met een aanvraagprocedure, en de start daarvan is voorzien per 1 januari 2014.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven