Besluit van 5 februari 2013 tot wijziging van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 9 oktober 2012, nr. WJZ / 12330558;

Gelet op de artikelen 13, onderdeel d, 70 en 71 van richtlijn nr. nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG en de artikelen 2 en 3 van de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 november 2012 nr. W15.12.0414/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 31 januari 2013, nr. WJZ / 12372534;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Indien de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied eerder in werking is getreden of treedt dan de Aanbestedingswet 2012, wordt het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten gewijzigd als volgt:

Na artikel 10 wordt een nieuw artikel 10a ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

  • 1. Dit besluit is niet van toepassing op overheidsopdrachten:

    • a. waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied van toepassing is;

    • b. waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied niet van toepassing is ingevolge de artikelen 2.3, 2.16 en 2.17 van die wet;

    • c. voor civiele aankopen die worden geplaatst in een derde land, indien strijdkrachten zijn ingezet buiten het grondgebied van de Europese Unie en de operationele omstandigheden vereisen dat de overheidsopdracht wordt gegund aan ondernemers die in het operatiegebied gevestigd zijn;

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid, onder c, wordt onder civiele aankopen verstaan opdrachten die:

    • a. niet onder het toepassingsgebied van artikel 2.1 van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied vallen,

    • b. betrekking hebben op niet-militaire producten, werken of diensten voor logistieke doeleinden en

    • c. worden aanbesteed overeenkomstig een procedure als bedoeld in de hoofdstukken 2.3 tot en met 3.2 van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied zonder dat daartoe een verplichting bestaat.

ARTIKEL II

Indien de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied eerder in werking is getreden of treedt dan de Aanbestedingswet 2012, wordt het Besluit aanbestedingen speciale sectoren gewijzigd als volgt:

Na artikel 18 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18a

Het bij of krachtens dit besluit bepaalde is niet van toepassing op het plaatsen van opdrachten waarop:

  • a. de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied van toepassing is;

  • b. de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied niet van toepassing is ingevolge de artikelen 2.3, 2.16 en 2.17 van die wet.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 5 februari 2013

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de vijftiende februari 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

De Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied strekt tot implementatie van de Europese richtlijn nr. 2009/81/EG1. Naast inhoudelijke voorschriften bevat deze richtlijn tevens enkele voorschriften die het toepassingsgebied van de algemene aanbestedingsrichtlijnen nr. 2004/17/EG2 en nr. 2004/18/EG3 wijzigen. Die richtlijnen zijn krachtens de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen in het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en in het Besluit aanbestedingen speciale sectoren geïmplementeerd (hierna: de huidige besluiten). Die wet zal worden ingetrokken en daarmee vervallen ook de bij die wet vastgestelde besluiten, indien de Aanbestedingswet 2012 in werking is getreden. Aangezien de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied eerder in werking treedt dan de Aanbestedingswet 2012, vereist dit voor een volledige implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG dat de huidige besluiten worden gewijzigd voor de duur dat die nog gelden. Dit besluit voorziet hierin. Daarmee blijft de volledigheid van de implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG ook onder die nieuwe wet gewaarborgd. De uiterste implementatiedatum van richtlijn nr. 2009/81/EG is 21 augustus 2011. Aan het slot van deze nota van toelichting is een implementatietabel van de voor deze wijzigingen relevante artikelen uit de richtlijn opgenomen.

Het besluit leidt niet tot een wijziging in administratieve lasten. Het voorkomt mede dat op een opdracht op het gebied van defensie en veiligheid tegelijkertijd twee verschillende regelgevende aanbestedingskaders van toepassing worden. Bij de toepassing van het Integraal Afwegingskader (IAK) is ook de noodzaak van implementatie meegewogen.

II. Artikelen

Artikel I

Paragraaf 4 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten heeft betrekking op uitgesloten opdrachten. Dit artikel voegt een nieuw artikel aan het besluit toe, waarin een aantal specifieke uitsluitingen zijn opgenomen die zijn te herleiden tot de implementatie van artikel 71 van richtlijn nr. 2009/81/EG. Dit betreft het eerste lid, onderdelen a en b. De uitzondering, bedoeld in onderdeel a, betreft overheidsopdrachten waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied van toepassing is.

De uitzondering, bedoeld in onderdeel b, heeft op meerdere uitzonderingen betrekking. Het betreft in de eerste plaats overheidsopdrachten waarop de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied niet van toepassing is doordat de geraamde waarde van die opdrachten niet boven de daarvoor geldende drempelbedragen ligt. In de tweede plaats heeft dat onderdeel betrekking op bepaalde opdrachten die van het toepassingsgebied van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied zijn uitgezonderd. Dit zijn opdrachten die op zichzelf onder het toepassingsgebied van die wet vallen, maar vervolgens in de artikelen 2.16 en 2.17 daarvan zijn uitgezonderd. Ook bij deze overheidsopdrachten geldt dat in overeenstemming met het bepaalde in artikel 71 van de richtlijn dit besluit daarop evenmin van toepassing is.

De uitzondering, bedoeld in onderdeel c, heeft betrekking op civiele aankopen die worden geplaatst in een derde land. Het betreft situaties waarin strijdkrachten zijn ingezet buiten het grondgebied van de Europese Unie en de operationele omstandigheden vereisen dat de contracten over civiele aankopen worden gesloten met ondernemers die in het operatiegebied zijn gevestigd. Civiele aankopen zijn geen onderwerp van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Gelet op artikel 71, tweede alinea, juncto artikel 13, onderdeel d, van de richtlijn is dit besluit evenmin op civiele aankopen van toepassing. Het tweede lid definieert wat onder civiele aankopen wordt verstaan.

Artikel II

Dit artikel voegt een nieuw artikel toe aan het Besluit aanbestedingen speciale sectoren. De inhoud daarvan is vergelijkbaar met de inhoud van artikel I maar dan voor opdrachten waarop dit besluit van toepassing is. Een verschil met artikel I is dat civiele aankopen in een derde land niet zijn uitgezonderd in het nieuw toegevoegde artikel 18a van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren. Civiele aankopen voor niet-militaire doeleinden speelt alleen bij de inzet van strijdkrachten. Speciale-sectorbedrijven als zodanig zijn niet betrokken bij de inzet van strijdkrachten.

Artikel III

Doordat dit besluit strekt tot implementatie van enkele artikelen uit richtlijn nr. 2009/81/EG, is het toegestaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit af te wijken van het beleid ten aanzien van Vaste Verandermomenten.

III. Transponeringstabel

Richtlijn 2009/81/EG

Geïmplementeerd in dit besluit, tenzij anders aangegeven

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op keuze bij invulling beleidsruimte

Artikel 70, eerste zinsdeel

Artikel II (artikel 18a, onderdeel a)

   

Artikel 70, tweede zinsdeel,

Artikel II (artikel 18a, onderdeel b)

   

Artikel 71, eerste alinea

Artikel I (artikel 10a, eerste lid, onderdeel a)

   

Artikel 71, tweede alinea

Artikel I (artikel 10a, eerste lid, onderdelen b en c)

   

Artikel 1, onderdeel 28

Artikel I (artikel 10a, tweede lid)

   

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PbEU L 216).

X Noot
2

Richtlijn nr. 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PbEG 2004, L 134).

X Noot
3

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PbEG 2004, L 134).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven