Besluit van 9 oktober 2013, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende veterinaire aangelegenheden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 juli 2010, nr. 141241, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op richtlijn 2009/158/EG van de Raad van de Europese Unie van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEU 2009, L 343) en de artikelen 15, 25, eerste lid, 78 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Raad van State gehoord (advies van 18 augustus 2010, no. W11.10.0311/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 oktober 2013, nr. WJZ / 13113414, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoer dieren en produkten van dierlijke oorsprong wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

a. richtlijn nr. 2009/158/EG:

richtlijn nr. 2009/158/EG van de Raad van de Europese Unie van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEU L 343);.

B

In artikel 2, onderdeel a, onder 2°, wordt «artikel 2, eerste lid, van richtlijn nr. 90/539/EEG» vervangen door: artikel 2, eerste lid, van richtlijn nr. 2009/158/EG.

C

In de bijlage bij artikel 2, onderdeel c, komt het derde onderdeel te luiden:

  • Artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2009/158/EG van de Raad van de Europese Unie van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEU L 343).

ARTIKEL II

Het Besluit verdachte dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. tuberculose ten gevolge van Mycobacterium tuberculosis complex: 2 jaar;.

2. Onderdeel h vervalt.

3. De onderdelen i tot en met hh worden geletterd h tot en met gg.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. 16 maanden bij tuberculose ten gevolge van Mycobacterium tuberculosis complex;.

2. Onderdeel f vervalt.

3. De onderdelen g tot en met ff worden geletterd f tot en met ee.

ARTIKEL III

Het Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, onderdeel a, wordt «tuberculose ten gevolge van M. tuberculosis en M. bovis» vervangen door: tuberculosis ten gevolge van Mycobacterium tuberculosis complex.

B

In artikel 3, onderdeel a, wordt «tuberculose ten gevolge van M. tuberculosis en M. bovis» vervangen door: tuberculosis ten gevolge van Mycobacterium tuberculosis complex.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 9 oktober 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de vijfentwintigste oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

§ 1 Algemeen

Onderhavig besluit wijzigt de volgende besluiten op het gebied van veterinaire aangelegenheden:

  • het Besluit uitvoer dieren en produkten van dierlijke oorsprong,

  • het Besluit verdachte dieren,

  • Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen.

In het Besluit verdachte dieren en het Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen wordt de aanwijzing van tuberculose als dierziekte waartegen maatregelen kunnen worden genomen, aangepast aan nieuwe wetenschappelijke inzichten. De wijziging van het Besluit uitvoer dieren en produkten van dierlijke oorsprong heeft een technisch karakter, waarbij een verwijzing naar ingetrokken Europese regelgeving wordt vervangen door een verwijzing naar de nieuwe Europese regelgeving. Omdat de wijzigingen diverse onderwerpen betreffen, worden deze hieronder artikelsgewijs (§ 2) toegelicht. Daarna wordt ingegaan op de administratieve lasten (§ 3) en de inwerkingtreding (§ 4).

§ 2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderhavig artikel wijzigt het Besluit uitvoer dieren en produkten van dierlijke oorsprong. De verwijzingen naar richtlijn nr. 90/539/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 oktober 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEG L 303) worden vervangen. Genoemde richtlijn is ingetrokken en vervangen door richtlijn 2009/158/EG van de Raad van de Europese Unie van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEU L 343).

Artikelen II en III

Op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: GWWD) kunnen ter bestrijding van een door de minister aangewezen besmettelijke dierziekte maatregelen worden genomen ten aanzien van zieke en verdachte dieren. Eerder zijn de artikelen 2, 5 en 6 van Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (hierna: Regeling preventie) aangepast. Daardoor is het mogelijk gemaakt om maatregelen te nemen ter bestrijding van tuberculose ten gevolge van het Mycrobacterium tuberculosis complex. Gevolg van de aanwijzing van een ziekte als besmettelijke ziekte in genoemde artikelen van de Regeling preventie is dat titel 3 van Hoofdstuk II van de GWWD toepassing is. Op grond van genoemde titel kunnen maatregelen worden genomen ter preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten.

Het Besluit verdachte dieren bepaalt wanneer dieren als verdacht worden aangemerkt. Op grond van artikel 22 van de GWWD kunnen verdachte dieren onder meer worden afgezonderd, gemerkt en gedood. Wanneer een verdacht dier in het kader van de dierziektebestrijding wordt gedood, heeft de eigenaar ingevolge artikel 86, tweede lid, GWWD recht op een tegemoetkoming in de schade.

Op grond van artikel 2 van het Besluit verdachte dieren besluit de minister dieren als verdacht aan te merken, indien onder andere de dieren zich met zieke of verdachte dieren in dezelfde verblijfsplaats bevinden of binnen een bepaalde termijn hebben bevonden dan wel binnen deze termijn daarmee in aanraking zijn geweest. Artikel 3, onderdelen g en h, van het Besluit verdachte dieren stelt bedoelde termijnen vast voor tuberculose ten gevolge van M. bovis en tuberculose ten gevolge van M. tuberculosis. In artikel 5, onderdelen e en f, zijn de termijnen opgenomen waarin de verdachtverklaring van dieren met tuberculose ten gevolge van M. bovis en tuberculose ten gevolge van M. tuberculosis voortduurt. Voortschrijdend wetenschappelijk inzicht heeft aangetoond dat tuberculose niet alleen door M.bovis en M. tuberculosis veroorzaakt wordt. Gebleken is dat er meerdere species zijn die tuberculose kunnen veroorzaken. Dit betreft: M. africanum, M. bovis, M. canettii, M. caprae, M. microti, M. pinnipedii en M. tuberculosis. Deze species worden in het besluit thans samengevat onder de naam Mycrobacterium tuberculosis complex.

In verband hiermee wordt tevens het Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen gewijzigd (artikel III). Het vervoer van en naar gebouwen en terreinen waar een besmetting van tuberculose als gevolge van het Mycobacterium tuberculosis complex is geconstateerd en waar kentekenen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn geplaatst, is verboden wat betreft alle soorten of categorieën van dieren, voertuigen, vlees of kadavers van voor de ziekte vatbare dieren, diervoeders, materiaal, afval, uitwerpselen, strooisel, mest of andere voorwerpen die dragers van betrokken smetstof kunnen zijn.

§ 3 Regeldruk

De wijzigingen in dit besluit hebben geen gevolgen voor de regeldruk. De wijziging van verwijzingen naar de EU-regelgeving hebben niet geleid tot wijzigingen in de normen waarop deze betrekking hebben. De aanwijzing van de besmettelijke dierziekte tuberculose in het Besluit verdachte dieren en het Besluit vervoer van en naar besmette en van besmetting verdachte gebouwen en terreinen leidt evenmin tot effecten voor de regeldruk.

§ 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven