Besluit van 10 juli 2013 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering en handhaving van verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen) en verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën va 24 mei 2013, FM/2013/972 M, directie Financiële Markten;

Gelet op de artikelen 1:25, derde lid, 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, en 1:81, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 juni 2013, no. W06.13.0158/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 5 juli 2013, FM/2013/1174 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt na de definitie van «verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR)», onder vervanging van de punt aan het slot van die definitie door een puntkomma, toegevoegd:

verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen):

verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PbEU 2013, L 115);

verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen):

verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PbEU 2013, L 115).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel h, onder 2°, wordt «de artikelen 5 tot en met 8,» vervangen door: de artikelen 5 tot en met 8, 10,.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h, onder 2°, door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

i. voor verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen):

de Autoriteit Financiële Markten;

j. voor verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen):

de Autoriteit Financiële Markten.

C

Aan bijlage 1 wordt na «Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)» en de daarbij behorende artikelen toegevoegd:

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel 4

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 15

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10, eerst lid

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 14, eerste en tweede lid

Artikel 16

D

Aan bijlage 2 wordt na «Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)» en de daarbij behorende artikelen toegevoegd:

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

1

Artikel 13, eerste en tweede lid

2

Artikel 15

1

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

Artikel 5

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10, eerst lid

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

2

Artikel 13, eerste en tweede lid

1

Artikel 14, eerste en tweede lid

2

Artikel 16

1

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 juli 2013. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 juli 2013, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 10 juli 2013

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de achttiende juli 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen1 (hierna: verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)) en verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen2 (hierna: verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)) maken onderdeel uit van het actieplan ter verbetering van de toegang tot kapitaal voor met name het midden- en kleinbedrijf. De verordeningen beogen het creëren van een betrouwbare, veilige en juridisch stabiele omgeving voor het aanbieden van deelnemingsrechten in Europese durfkapitaalfondsen en Europese sociaalondernemerschapsfondsen. Een uniforme set van regels moet het voor Europese durfkapitaalfondsen en Europese sociaalondernemerschapsfondsen makkelijker maken om kapitaal aan te trekken aangezien het mogelijk wordt voor fondsen om op basis van een Europees paspoort deelnemingsrechten in de gehele Europese Unie aan te bieden. Fondsen die gebruik maken van een dergelijk regime behoeven niet in iedere lidstaat waar regels bestaan voor het aanbieden van deelnemingsrechten opnieuw toestemming te vragen om deze activiteiten te verrichten. In de verordeningen wordt onder meer gedefinieerd wanneer sprake is van durfkapitaal en sociaalondernemerschap en aan welke eisen fondsen dienen te voldoen aangaande het beleid met betrekking tot belangenconflicten, het aanhouden van eigen vermogen, waarderingsregels, verslaglegging en transparantie richting beleggers over de beleggingstrategie. De verordeningen zien op fondsen met een omvang van maximaal € 500 miljoen en vormen daarmee een aanvulling op de AIFM-richtlijn3 waarbij de grens voor het volledige regime op € 500 miljoen ligt. Het onderhavige besluit voorziet in de aanwijzing van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) als toezichthouder in het kader van het toezicht op de naleving van voornoemde verordeningen en de bepaling van artikelen van deze verordeningen waarvoor bij overtreding daarvan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Onderdeel A voegt verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen en verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen) toe aan artikel 1 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten. Dit artikel omvat een reeks verordeningen die betrekking hebben op financiële markten waarvoor door middel van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten onder andere een toezichthouder wordt aangewezen en wordt bepaald ten aanzien van welke artikelen van de desbetreffende EU-verordening een handhavinginstrument kan worden ingezet.

Artikel I, onderdeel B

Onderdeel B behelst een wijziging van artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten. Op de eerste plaats is door middel van dit onderdeel een omissie hersteld. Bij de totstandkoming van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten was verzuimd de AFM aan te wijzen als toezichthouder in het kader van artikel 10 van de EMIR-Verordening4, ten aanzien van de niet-financiële tegenpartij die posities in otc-derivatencontracten inneemt, welke boven de in lid 3 van de EMIR-Verordening bepaalde clearingdrempel uitkomen. Door middel van het onderhavige besluit is de AFM alsnog aangewezen. Voorts is de AFM door middel van dit onderdeel aangewezen voor zowel verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen) als verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen) als toezichthouder. De AFM is aangewezen, omdat de verordeningen vooral betrekking hebben op ordelijke en transparante financiële marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten of financiële ondernemingen.

Artikel I, onderdelen C en D

Door middel van de wijzigingen in deze onderdelen is vastgesteld bij welke overtredingen van verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen) en verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen) een last onder dwangsom of bestuurlijke boete opgelegd kan worden. Bij de bepaling in welke boetecategorie overtredingen vallen, is zoveel mogelijk rekening gehouden met alle mogelijke relevante omstandigheden van het geval, zoals de aard en de ernst van de overtreding.

Artikel II

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten in verband met de inwerkingtreding van beide verordeningen op 22 juli 2013.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

PbEU 2013, L 115.

X Noot
2

PbEU 2013, L 115.

X Noot
3

Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174), 2012.

X Noot
4

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven