Besluit van 25 juni 2013, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing van de personen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Politiewet 2012, in verband met de Veiligheidswet BES

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 13 mei 2013, nr. BS/2013013396, Directie Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 4, tweede lid, van de Politiewet 2012 en 5, tweede lid, van de Veiligheidswet BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 mei 2013, nr. W07.13.0146/II;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 13 juni 2013, nr. BS/2013017499, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit aanwijzing van de personen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «artikel 4, tweede lid, van de Politiewet 2012» vervangen door: de artikelen 4, tweede lid, van de Politiewet 2012 en 5, tweede lid, van de Veiligheidswet BES.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Dit besluit berust op de artikelen 4, tweede lid, van de Politiewet 2012 en 5, tweede lid, van de Veiligheidswet BES.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing van personen over wie de politietaak van de Koninklijke marechaussee zich mede uitstrekt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 25 juni 2013

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de tweede juli 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel 4, eerste lid, van de Politiewet 2012 staan de politietaken van de Koninklijke marechaussee opgesomd. Die behelzen onder meer de uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, alsmede internationale militaire hoofdkwartieren, en ten aanzien van tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren behorende personen. Ingevolge artikel 1 van het Besluit aanwijzing van de personen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Politiewet 2012, strekt deze politietaak zich mede uit tot:

  • de echtgenoten van de personen die behoren tot de andere strijdkrachten of internationale militaire hoofdkwartieren, voor zover deze echtgenoten niet de Nederlandse nationaliteit bezitten; en

  • de kinderen van die personen, voor zover zij voor hun onderhoud van hen afhankelijk zijn.

De bij en krachtens de Politiewet 2012 gestelde regels gelden slechts voor het Europese deel van Nederland. De politietaken van de Koninklijke marechaussee op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn, op vergelijkbare wijze als in artikel 4, eerste lid, van de Politiewet 2012, vastgelegd in artikel 5, eerste lid, van de Veiligheidswet BES. Een uitbreiding van die taken als in artikel 1 van het Besluit aanwijzing van de personen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Politiewet 2012, is evenwel nog niet tot stand gekomen. Het voorliggende besluit strekt er toe om in deze omissie te voorzien.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven