Besluit van 21 mei 2013, houdende wijziging van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en het Besluit dierlijke producten in verband met kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 26 maart 2013, nr. WJZ / 13048148;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2012, L 343), artikel 2, eerste lid, van de Landbouwkwaliteitswet en artikel 10.2, tweede lid, van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 april 2013, nr. W.15.13.0083/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 mei 2013, nr. WJZ / 13078521;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsomschrijving «verordening (EG) 509/2006: verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU L 93)» wordt vervangen door «verordening (EU) 1151/2012: verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2012, L 343)».

2. De begripsomschrijving «– verordening (EG) 510/2006: verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU L 93);» vervalt.

3. De begripsomschrijving «geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten: geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening (EG) 510/2006 en in artikel 2, eerste lid, van verordening (EG) 509/2006» wordt vervangen door «kwaliteitsaanduidingen: geografische aanduidingen, geografische oorsprongsbenamingen, gegarandeerde traditionele specialiteiten als bedoeld in artikel 18 van verordening (EU) 1151/2012 en facultatieve kwaliteitsaanduidingen als bedoeld in titel IV van verordening (EU) 1151/2012».

B

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

De bescherming van kwaliteitsaanduidingen geschiedt overeenkomstig het bij of krachtens verordening (EU) 1151/2012 bepaalde en de bij of krachtens dit besluit gestelde regels.

C

In artikel 14, tweede lid, wordt «artikel 14, eerste lid, en artikel 15, eerste lid, van verordening (EG) 509/2006 en artikel 10, eerste lid, en artikel 11, eerste lid, van verordening (EG) 510/2006» vervangen door: de artikelen 36 en 37 van verordening (EU) 1151/2012 alsmede voor de controles, bedoeld in artikel 38, van verordening (EU) 1151/2012.

D

Artikel 17, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «bedoeld in» vervangen door: voor.

2. Onderdeel a komt te luiden: de artikelen 36 en 37 van verordening (EU) 1151/2012 alsmede voor de controle, bedoeld in artikel 38, van verordening (EU) 1151/2012 ten aanzien van producten die naar hun aard niet onder de bevoegdheid van de Stichting KCB, bedoeld in artikel 14, tweede lid, vallen;.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. artikel 34 van verordening (EU) 1151/2012.

ARTIKEL II

Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt in artikel 2.9 van het Besluit dierlijke producten een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Op de uitvoering van het toezicht op de naleving van regels over de kwaliteit van levensmiddelen van dierlijke oorsprong door Onze Minister, is artikel 11, tweede en vierde tot en met zevende lid, van de Landbouwkwaliteitswet van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 mei 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de eenendertigste mei 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en inhoud van het besluit

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en het Besluit dierlijke producten in verband met de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2012, L 343) (hierna: verordening (EU) 1151/2012). Deze verordening vervangt de volgende EU-verordeningen:

  • verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2006 L 93) (hierna: verordening (EG) 509/2010);

  • verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU 2006 L 93).

Verordening (EU) 1151/2012 laat het bestaande systeem van beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten in stand, maar brengt daarin een aantal wijzigingen aan. De belangrijkste wijzigingen betreffen de volgende.

Allereerst is niet langer sprake van een separate verordening voor traditionele gegarandeerde specialiteiten. Dit onderwerp wordt nu in dezelfde verordening geregeld als de beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Voorts was in verordening (EG) 509/2006 voorzien in de optie om een benaming te laten registreren als gegarandeerde traditionele specialiteit zonder reservering van die benaming in de Unie. Deze mogelijkheid komt niet terug in verordening (EU) 1151/2012. Dat betekent dat de registratie van een benaming als gegarandeerde traditionele specialiteit in de toekomst gepaard gaat met de reservering van de benaming in de Europese Unie.

Tot slot wordt de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend tegen aanvragen tot bescherming van benamingen uit andere lidstaten of derde landen gewijzigd.

Naast de bestaande kwaliteitsaanduidingen wordt een systeem van facultatieve kwaliteitsaanduidingen geïntroduceerd. Deze aanduidingen worden op Europees niveau vastgesteld en moeten verwijzen naar specifieke horizontale kenmerken die betrekking hebben op een of meer categorieën producten, landbouwproductiemethoden of verwerkingseigenschappen die van toepassing zijn in specifieke gebieden. Als eerste facultatieve kwaliteitsaanduiding is de aanduiding «product uit de bergen» vastgesteld. In de toekomst kunnen meer van dit soort aanduidingen worden gereserveerd.

De totstandkoming van verordening (EU) 1151/2012 noodzaakt tot aanpassing van de verwijzingen in het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007. Daarnaast wordt een aantal overige aanpassingen gedaan naar aanleiding van de nieuwe verordening. Deze wijzigingen worden hieronder nader besproken in de artikelsgewijze toelichting.

2. Regeldruk

De wijziging van het Besluit heeft als zodanig geen effect op de hoogte van de regeldruk. De wijziging volgt op de totstandkoming van de nieuwe EU verordening (EU) 1151/2012, die aanpassing van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en het Besluit dierlijke producten noodzakelijk maakt. Het is een technische aanpassing van de besluiten, zonder een materieel effect op de regeldruk. Om deze reden is een weging van mogelijk minder belastende alternatieven ook niet aan de orde.

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Staatsblad waarin het wordt gepubliceerd. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten (VVM) voor regelgeving dat inhoudt dat algemene maatregelen van bestuur slechts op 1 januari of 1 juli in werking treden en dat publicatie minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van het besluit plaatsvindt. Reden voor deze afwijking is dat de aanpassingen strekken ter uitvoering van verordening (EU) 1151/2012 die in werking is getreden per 3 januari 2013.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De definities in het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 worden aangepast aan de nieuwe verordening. Met de introductie van het systeem van facultatieve kwaliteitsaanduidingen in de nieuwe verordening, wordt in het besluit het begrip «kwaliteitsaanduidingen» opgenomen. Dit begrip omvat geografische aanduidingen en geografische oorsprongsbenamingen zoals gedefinieerd in de wet, gegarandeerde specialiteiten als bedoeld in artikel 18 van de nieuwe verordening en facultatieve kwaliteitsaanduidingen als bedoeld in titel IV van de nieuwe verordening.

Artikel I, onderdeel B

Met de aanpassing van artikel 6 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 omvat dit artikel ook de facultatieve kwaliteitsaanduidingen.

Artikel I, onderdeel D

Teneinde uitvoering te kunnen geven aan de verplichting in artikel 34 van de verordening om op basis van een risicobeoordeling te controleren op de naleving van de bepalingen betreffende facultatieve kwaliteitsaanduidingen, wordt de bevoegdheid daartoe opgenomen in artikel 17 van het Landbouwkwaliteitsbesluit.

Artikel II

In artikel 10.2 van de Wet dieren is voorzien in de mogelijkheid om de artikelen 8 tot en met 13a van de Landbouwkwaliteitswet van overeenkomstige toepassing te verklaren voor dierlijke producten. Artikel 11 van de Landbouwkwaliteitswet bepaalt dat tarieven kunnen worden vastgesteld voor de kosten ter zake van keuring en toezicht. Keuring en toezicht kunnen op grond van artikel 2.10 van het Besluit dierlijke producten door een controle-instelling worden uitgevoerd, of op grond van artikel 8.1 van de Wet dieren door de Minister. Artikel 11 van de Landbouwkwaliteitswet was in het Besluit dierlijke producten reeds van overeenkomstige toepassing verklaard op de uitvoering van toezicht en keuring door de controle-instellingen Stichting COKZ en Stichting Skal, maar nog niet voor de uitvoering van toezicht en keuring door de Minister. Voor de keuring en het toezicht inzake kwaliteitsaanduidingen, maar ook voor andere keurings- en toezichtsactiviteiten inzake dierlijke producten, kan het wenselijk zijn tarieven vast te stellen voor uitvoering van deze activiteiten door de Minister. Deze mogelijkheid is opgenomen in de Landbouwkwaliteitswet, maar was in het Besluit dierlijke producten abusievelijk niet overgenomen. Derhalve wordt deze mogelijkheid nu toegevoegd aan artikel 2.9 van het Besluit dierlijke producten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven