Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatsblad 2013, 174 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatsblad 2013, 174 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 27 februari 2013, nr. BS2013005292, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wet- en Regelgeving;
Gelet op artikel 76, eerste lid, onder d, van de Luchtvaartwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 maart 2013, W07.13.0054/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 april 2013, nr. BS2013010809, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wet- en Regelgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit luchtfotografie wordt ingetrokken.
Het Inkomsten-vergoedingsbesluit-militairen wordt ingetrokken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
’s-Gravenhage, 24 april 2013
Beatrix
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
Uitgegeven de tweeëntwintigste mei 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
Met dit besluit worden het Inkomsten-vergoedingsbesluit-militairen en het Besluit luchtfotografie ingetrokken.
Het Inkomsten-vergoedingsbesluit-militairen had materieel al geen betekenis meer sinds het intrekken van de Dienstplichtwet en wordt om die reden ingetrokken.
Het Besluit luchtfotografie (hierna: het besluit) bevat in de kern een verbod om boven Nederlands rechtsgebied zonder vergunning van de Minister van Defensie uit luchtvaartuigen te fotograferen. Dit verbod dient, ter uitvoering van artikel 76, eerste lid, onder d, van de Luchtvaartwet, ter beveiliging van militaire belangen.
Het besluit is een halve eeuw geleden in werking getreden. Het oorspronkelijke doel van het besluit was met name te voorkomen dat buitenlandse mogendheden zich vanuit de lucht een beeld konden vormen van de precieze aanwezigheid en omvang van de krijgsmacht op de verschillende locaties in Nederland. In de loop der jaren is deze functie van het besluit steeds meer in belang afgenomen, onder meer vanwege de veranderende wijze waarop gewapende conflicten worden gevoerd, en de afgenomen militaire dreiging van buiten de landsgrenzen. De aanwezigheid van de krijgsmacht in Nederland is bovendien steeds transparanter geworden door onder meer de organisatie van Open Dagen op militaire locaties.
Naast de afname van de militaire dreiging is de verdere ontwikkeling van de technologie een belangrijke factor die van invloed is op het belang van het besluit. Door de opkomst van satellietfotografie bieden internationale bedrijven zoals Google Earth en Microsoft Virtual Earth met commerciële satellieten gemaakte haarscherpe foto’s aan van militaire locaties aan gebruikers waar ook ter wereld. Deze vorm van (lucht)fotografie valt niet onder de reikwijdte van het besluit. De foto´s die door middel van satellietfotografie worden gemaakt, zijn echter zeer gedetailleerd. Het belang van deze foto´s voor de beveiliging van militaire belangen is daarmee niet anders dan dat van foto´s die genomen zijn vanuit luchtvaartuigen. Feitelijk biedt het besluit geen enkele bescherming tegen satellietfotografie. Bescherming tegen fotografie vanuit vliegtuigen is daarmee ineffectief geworden. Het ligt voor de hand dat de technische mogelijkheden in de satellietfotografie alleen maar zullen toenemen.
Als gevolg van de afgenomen militaire dreiging en de opkomst van de satellietfotografie is het besluit mede in relatie tot het bijbehorende vergunningenstelsel bijna onuitvoerbaar geworden en leidt het bovendien tot een onnodige administratieve last bij zowel de luchtfotograaf als de overheid. Met de intrekking van het besluit kan derhalve een lastenverlichting worden gerealiseerd.
Het is en blijft niet toegestaan, binnen de grenzen van de Nederlandse jurisdictie, om foto´s te maken van militaire werken (vaste infrastructuur in gebruik bij Defensie). Dit is vastgelegd in artikel 430 van het Wetboek van Strafrecht en geldt ook voor fotografie vanuit de lucht. Hierin wordt thans geen verandering aangebracht. Wel zal specifiek voor luchtfotografie een verlof in de zin van artikel 430 Sr worden voorbereid. Hierop wordt verderop in deze toelichting nader ingegaan. De reden dat het besluit wordt ingetrokken, is dan ook gelegen in de omstandigheid dat dit besluit zijn toegevoegde waarde voor de bescherming van militaire belangen heeft verloren.
Het bovenstaande betekent dat het besluit niet meer effectief is. Het besluit kan daarom worden ingetrokken.
Na intrekking van het besluit is artikel 430 Wetboek van Strafrecht onverkort van toepassing. Dat betekent dat, binnen de (onder andere territoriale) reikwijdte van dat artikel, er onverkort een verbod blijft bestaan op het fotograferen van militaire werken (vaste infrastructuur in gebruik bij Defensie). Het is immers denkbaar dat op enig moment ter bescherming van militaire belangen voorkomen moet worden dat van bepaalde militaire werken opnames worden gemaakt. Artikel 430 van het Wetboek van Strafrecht is niet alleen van toepassing op fotografie vanuit een vliegtuig, maar ook op fotografie aan de grond. Het artikel behoudt daarmee zonder meer zijn nut.
Op dit moment is er geen aanleiding om voor enige militaire locatie specifieke bescherming tegen luchtfotografie in stand te houden. Gelijktijdig aan de intrekking van het Besluit luchtfotografie zal dan ook een verlofregeling op grond van art. 430 Sr in werking treden waarin een verlof wordt gegeven voor luchtfotografie van alle militaire locaties. Mocht door gewijzigde omstandigheden in de toekomst daar aanleiding toe zijn, bijvoorbeeld als in een specifiek geval toch bescherming tegen fotografie uit de lucht noodzakelijk is, dan wordt de verlofregeling overeenkomstig gewijzigd.
Wanneer in een dergelijk toekomstig geval toch, zonder verlof, een foto is gemaakt van een militair object dan geldt op grond van art. 430 Sr ook een publicatieverbod. De verantwoordelijkheid ligt daarmee dus zowel bij de fotograaf als bij degene die een dergelijke foto publiceert. Artikel 430 Sr biedt overigens geen bescherming tegen de hierboven beschreven satellietfotografie, aangezien satellieten zich buiten de Nederlandse jurisdictie bevinden. Het publiceren van een dergelijke foto op Nederlands grondgebied kan wel onder het verbod vallen.
Binnen Defensie is, ter voorbereiding op de intrekking van het besluit, geïnventariseerd of er op bepaalde militaire locaties nog bijzondere vormen van bescherming tegen lucht- of satellietfotografie nodig is, bijvoorbeeld door overkappingen te plaatsen. Dit bleek niet het geval.
Het vergunningstelsel van het Besluit luchtfotografie was van toepassing op het gehele Nederlandse grondgebied en dus ook op niet-militaire locaties. De toegevoegde waarde van intrekking van het besluit is daarmee tweeledig. Ten eerste is het na intrekking van het besluit en het verlenen van verlof toegestaan om luchtfoto’s te maken van (in ieder geval) een groot deel van de militaire locaties. Ten tweede hoeven luchtfotografen geen vergunning meer aan te vragen als zij luchtfoto´s willen maken, ook niet bij locaties die geen militaire locaties zijn.
Het is en blijft de eigen verantwoordelijkheid van een luchtfotograaf om ervoor te zorgen dat hij geen strafbaar feit pleegt in de zin van artikel 430 Sr.
Voor militaire luchthavens geldt tot slot dat fotografie vanuit een vliegtuig indien noodzakelijk kan worden tegengegaan door bestaande of (tijdelijk) in te stellen beperkingen van toegang tot het luchtruim.
Op grond van het bovenstaande is de conclusie gerechtvaardigd dat het in stand houden van het besluit luchtfotografie niet langer noodzakelijk is. Door het besluit in te trekken verdwijnt voor luchtfotografen een vergunningsplicht, hetgeen voor betrokkenen een lastenverlichting betekent. Voor Defensie betekent het intrekken van het besluit dat een taak geschrapt kan worden, te weten het structureel in stand houden van het vergunningensysteem voor ca. 1200 vergunninghouders en het handhaven daarvan. Dit alles past binnen het kabinetsbeleid met betrekking tot administratieve lastenverlichting en het schrappen van taken bij de overheid die niet langer noodzakelijk zijn.
Meer specifiek betreft het aan de kant van Defensie een taak met een omvang van ongeveer twee functies. Met het schrappen van deze taak is reeds enige tijd rekening gehouden. Aan de kant van de vergunninghouders houdt de lastenverlichting in dat zij een aantal handelingen niet meer hoeven te verrichten, zoals het aanvragen van de vergunning en het ter controle aanbieden van gemaakte opnamen. Voor aanbieders van rondvluchten geldt dat zij geen passagierslijsten meer hoeven bij te houden of op te sturen, en ook geen controle te hoeven uitoefenen op het gebruik van camera’s.
Na intrekking van het besluit is het van belang dat luchtfotografen op de hoogte zijn van het verdwijnen van het vergunningstelsel, maar tegelijkertijd op de hoogte zijn van het feit dat het nog altijd een strafbaar feit is om foto´s te maken van militaire werken waarvoor geen verlof is verleend. Hiervoor zullen maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld in de vorm van het eerder genoemde actuele bestand van militaire objecten op de website van Defensie, om duidelijk te maken waar wel en niet gefotografeerd mag worden.
Aangezien intrekking van het Besluit luchtfotografie een lastenverlichting betekent waarvan het van belang is dat die ingaat zodra dit mogelijk is, en intrekking van het Inkomsten-vergoedingsbesluit-militairen slechts een formaliteit is, is voor de inwerkingtreding van dit besluit niet gekozen voor een van de zogenoemde vaste verandermomenten. De besluiten worden daarom per 1 juni 2013 ingetrokken.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-174.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.