Besluit van 11 maart 2013 tot inwerkingtreding van artikel VIII, onderdelen B en C, van het Besluit van 20 december 2012 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten (Stb. 2012, 694)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 6 maart 2013, DV/2013/104M;

Gelet op artikel XXII, derde en vierde lid, van het Besluit van 20 december 2012 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten (Stb. 2012, 694);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel VIII, onderdelen B en C, van het Besluit van 20 december 2012 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten (Stb. 2012, 694), treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 maart 2013

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel XXII, derde en vierde lid, van het Besluit van 20 december 2012 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten (Stb. 2012, 694) is bepaald dat artikel VIII, onderdelen B en C, van dat besluit in werking zal treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Dit besluit strekt ertoe beide onderdelen in werking te laten treden met ingang van 1 april 2013.

Het nadere tijdstip van inwerkingtreding van onderdeel B houdt verband met een redelijke overgangstermijn voor de ondernemers om zich te kunnen voorbereiden op het ingevolge dit onderdeel vervallen van de btw-verleggingsregeling voor de vervaardiging van kleding.

Het nadere tijdstip van inwerkingtreding voor de in onderdeel C opgenomen verleggingsregeling voor mobiele telefoons, laptops en enkele andere elektronische apparaten houdt verband met de inmiddels verkregen inwilliging van een door de Nederlandse regering gedaan derogatieverzoek op grond van artikel 395 van de BTW-Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Pb EU 2006, L 347). Met de verkregen inwilliging kan de nieuwe verleggingsregeling voor deze producten met ingang van 1 april 2013 in werking treden.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven