Besluit van 22 februari 2012 tot aanpassing van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven aan de wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Stb. 2011, 276)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 januari 2012, directie Wetgeving, nr. 12.00014;

Gelet op de artikelen 12, 18a, derde lid, en 22 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 februari 2012, nr. W03.12.0003/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 februari 2012, directie Wetgeving, nr. 5724762/12/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 vervalt.

B

Artikel 4 vervalt.

C

In artikel 6, tweede lid, onder a en b, wordt «een verzoek betreft dat» telkens vervangen door: een aanvraag betreft die.

D

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De commissie stelt een bestuursreglement vast, waarin onder andere wordt opgenomen een regeling betreffende de werkzaamheden van de meervoudige kamer en de enkelvoudige kamers, alsmede van de secretaris.

E

In artikel 9, tweede lid, wordt «bij de vergaderingen van de meervoudige kamer van de commissie» vervangen door: bij de plenaire bijeenkomsten van de commissie.

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De secretaris bereidt het jaarverslag, bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, voor.

2. In het tweede lid wordt «verslag» vervangen door «jaarverslag» en wordt «verzoeken» telkens vervangen door: aanvragen.

3. Het derde lid vervalt.

G

Het opschrift van paragraaf 2a komt te luiden:

§ 2a Werkwijze van het fonds bij verzoeken tot uitkering en de procedure van afhandeling daarvan bij grensoverschrijdende situaties binnen de Europese Unie

H

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder a, komt te luiden:

  • a. het verstrekken van informatie over de mogelijkheden om een aanvraag voor een uitkering te doen;

2. In het eerste lid, onder c, wordt «een verzoek» vervangen door: een aanvraag.

3. In het tweede lid wordt «het verzoek» telkens vervangen door «de aanvraag» en wordt «de Gemeenschap» telkens vervangen door: de Unie.

I

Artikel 12b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een verzoek» vervangen door: een aanvraag.

2. In het eerste lid, onder b, en het derde lid wordt «het verzoek» telkens vervangen door: de aanvraag.

ARTIKEL II

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Lech, 22 februari 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de zesde maart 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit strekt tot aanpassing van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven aan de wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering uit het fonds en verruiming van de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering, aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere aanpassing (Stb. 2011, 276; hierna: wijzigingswet).

Met de inwerkingtreding van de wijzigingswet is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing op de commissie tot beheer van het schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: de commissie) (zie artikel 8, zevende lid, van de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven). Dit besluit past het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven aan deze Kaderwet aan. Het betreft de onderdelen D en F van artikel I.

Daarnaast is als doorwerking van het bestuursrechtelijke karakter van het schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: het schadefonds), zoals dat in de wijzigingswet is neergelegd, ook de terminologie in dit besluit aangepast. Het betreft de onderdelen C, H en I van artikel I.

Financiële consequenties

Er zijn geen andere financiële consequenties dan die reeds voortvloeiden uit de wijziging van de wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Stb. 2011, 276) en waarmee in de begroting van dit ministerie rekening is gehouden.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onder A

Artikel 2 van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven betreft de maximale hoogte van de uitkeringen die kunnen worden gedaan door het schadefonds.

Artikel 4, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven is zodanig gewijzigd, dat de hoogte van de maximaal uit te keren bedragen niet langer bij algemene maatregel van bestuur, maar bij ministeriële regeling wordt bepaald. Artikel 2 van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven vervalt derhalve.

Artikel I, onder B

Artikel 4, eerste en tweede lid, betreft de aanwijzing van de ondervoorzitter.

De aanwijzing van de ondervoorzitter (ook wel: plaatsvervangend voorzitter) wordt thans geregeld in het gewijzigde artikel 8, tweede lid, van de Wet Schadefonds geweldsmisdrijven. Het eerste en tweede lid van artikel 4 vervallen derhalve.

Ook artikel 4, derde lid, welk artikel de vervanging van de voorzitter door de plaatsvervangend voorzitter regelt, vervalt. De commissie werkt sinds 2006 met twee meervoudige raadkamers. De plaatsvervangend voorzitter zit niet enkel in gevallen van incidentele afwezigheid van de voorzitter een raadkamervergadering voor, maar de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter zitten elk één van de twee raadkamervergaderingen voor. Zie ook Kamerstukken II 2009/10, 32 363, nr. 3, blz. 6–7.

Artikel 4, vierde lid, vervalt, omdat op grond van het gewijzigde artikel 8, tweede lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven het lid van de enkelvoudige raadkamer, niet langer door de Minister wordt aangewezen, maar de aanwijzing van de leden van de enkelvoudige kamers aan de commissie zelf is overgelaten.

Artikel I, onder C, H en I

In de Wet schadefonds geweldsmisdrijven is de term «verzoek» telkens vervangen door: aanvraag. Dit vloeit voort uit de in het algemene deel genoemde aanpassing aan de terminologie van de Algemene wet bestuursrecht. De hiergenoemde wijzigingen zijn hiervan het verdere gevolg.

Artikel I, onder D

Aanvankelijk bood artikel 7 van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven de commissie de mogelijkheid een reglement op te stellen in verband met haar werkwijze. In 1994 werd artikel 7 gewijzigd, omdat geen gebruik was gemaakt van deze mogelijkheid. Thans bestaat wel behoefte aan een dergelijk reglement. Artikel 7 wordt derhalve zodanig gewijzigd dat de commissie een bestuursreglement dient op te stellen. Door de term «bestuursreglement» te hanteren wordt verduidelijkt dat artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing is en het reglement dus de goedkeuring behoeft van Onze Minister van Veiligheid en Justitie. De commissie zal in het bestuursreglement onder andere opnemen wat de werkzaamheden van de meervoudige kamer, de enkelvoudige kamers en de secretaris zijn.

Artikel I, onder E

In de praktijk is de secretaris niet aanwezig bij de raadkamervergaderingen van de meervoudige kamer. Dit wordt niet (langer) wenselijk geacht, omdat daar enkel individuele zaken behandeld worden. Wel is het gewenst en is het ook de praktijk dat de secretaris aanwezig is bij de plenaire bijeenkomsten van de commissie, omdat daar beleidsvragen en ontwikkelingen worden besproken. De secretaris heeft een adviserende stem bij de beraadslagingen.

Artikel I, onder F

Artikel 10 van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven bevat regels met betrekking tot het jaarverslag.

Artikel 20 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven – de bepaling over het opstellen van een jaarlijks verslag door de commissie van het schadefonds – is komen te vervallen. In plaats daarvan is de commissie verplicht tot het opstellen van een jaarverslag op grond van artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Uit dit laatste artikel volgt aan wie het jaarverslag moet worden uitgebracht, wanneer het jaarverslag moet worden opgesteld en wat daarin moet worden opgenomen, waardoor vermelding daarvan in artikel 10 van het Besluit schadefonds geweldsmisdrijven niet langer nodig is. Artikel 10, tweede lid, blijft niettemin gehandhaafd, omdat dit artikellid een nadere specificatie ten opzichte van artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen inhoudt.

Artikel I, onder G

De regeling van paragraaf 2a vloeit voort artikel 18a, derde lid, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven, welk artikel weer is gebaseerd op Richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (PbEU, L 261). Deze richtlijn heeft slechts betrekking op grensoverschrijdende situaties binnen de Europese Unie. Om dit te verduidelijken is het opschrift van paragraaf 2a aangepast.

Artikel II

Er is voorzien in de mogelijkheid van een gefaseerde inwerkingtreding. De meeste onderdelen zullen zo spoedig mogelijk na publicatie van dit besluit in het Staatsblad in werking kunnen treden. Echter, de inwerkingtreding van artikel I, onder D, zal mogelijk worden uitgesteld tot 1 januari 2013, opdat het schadefonds voldoende tijd heeft een bestuursreglement op te stellen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven