Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de handhaving van de
Arbeidstijdenwet wenselijk is enige begrippen aan deze wet toe te voegen, de voorwaarden
uit te breiden om toezichthoudende instanties aan te wijzen en de aanduiding van Onze
Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming te brengen met de huidige aanduiding
van deze minister;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Arbeidstijdenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1:7 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door
een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:
- i. arbeidstijd:
-
de tijd dat de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht;
- j. rusttijd:
-
de tijd die geen arbeidstijd is.
B
In de artikelen 4:3, vijfde lid, 5:12, derde lid, 7:2, derde lid, 7:3, 7:6, eerste
en tweede lid, 7:7, eerste en derde lid, 8:1, derde lid, 8:5, tweede lid, 8:6, derde
en vierde lid, 9:2, tweede lid, 10:5, tweede lid, 10:7, derde lid en 12:2, tweede
lid, wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister
van Infrastructuur en Milieu.
C
Aan artikel 8:1, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien Onze Minister
ambtenaren van provincies, gemeenten of waterschappen aanwijst, doet hij dit in overeenstemming
met de desbetreffende besturen.
ARTIKEL Ia
Indien het bij Koninklijke boodschap van 20 maart 2012 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de wetgeving op het beleidsterrein van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de harmonisatie en aanscherping van de sanctiemogelijkheden
ter versterking van de naleving en handhaving en bestrijding van misbruik en fraude
(Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) (Kamerstukken 33 207) tot wet is of wordt verheven en artikel XVI, onderdeel G, van die wet eerder in
werking is getreden of treedt dan deze wet wordt in artikel I, onderdeel B, «10:7,
derde lid» vervangen door: artikel 10:7, zesde lid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 22 november 2012
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L. F. Asscher
Uitgegeven de vierde december 2012
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven