Besluit van 4 september 2012, houdende wijziging van het Besluit hoofdrailnet, in verband met de toevoeging van de Hanzelijn

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 juni 2012, nr. IenM/BSK-2012/56755, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 65 Wet personenvervoer 2000;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het kaartbeeld in de bijlage bij het Besluit hoofdrailnet wordt vervangen door het kaartbeeld in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 september 2012

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de veertiende september 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Bijlage, behorend bij artikel I van het Besluit houdende wijziging van het Besluit hoofdrailnet, in verband met de toevoeging van de Hanzelijn

NOTA VAN TOELICHTING

Met deze wijziging van het Besluit hoofdrailnet, bestaande uit een aanpassing van het kaartbeeld en de daarop aangegeven spoorwegverbindingen, wordt het openbaar personenvervoer per trein op de nieuwe spoorweg Lelystad – Zwolle (de Hanzelijn), inclusief de op deze verbinding gelegen nieuwe stations Dronten en Kampen-Zuid, per 1 december 2012 toegevoegd aan het bestaande hoofdrailnet.

Met de ingebruikname van de Hanzelijn eindigt de hoofdspoorweg Weesp – Lelystad (Flevolijn) niet langer in Lelystad, maar is een nieuwe doorgaande landelijke corridor gerealiseerd tussen de noordelijke Randstad en het knooppunt Zwolle (en daarmee met het noorden en noordoosten van Nederland). Gegeven deze functie heeft de nieuwe verbinding ten nauwste een vervoerkundige samenhang met het bestaande hoofdrailnet en is het niet logisch om voor deze dienst een andere vervoerder dan NS te zoeken. De mogelijkheid van een langlopende aparte concessie voor deze dienst is daarom niet opportuun. Daarbij is het, gezien de samenhang met het bestaande Besluit hoofdrailnet en de bijbehorende vervoerconcessie voor het hoofdrailnet, vanuit het oogpunt van administratieve lasten voor de vervoerder van belang om voor deze dienst geen aparte concessie te verlenen. Om deze redenen wordt de Hanzelijn per 1 december 2012 opgenomen in het hoofdrailnet.

Met het opnemen van de Hanzelijn in het hoofdrailnet gaat het openbaar personenvervoer per trein tussen de op deze nieuwe hoofdspoorweg gelegen stations deel uitmaken van de reikwijdte van de aan N.V. Nederlandse Spoorwegen verleende vervoerconcessie (zie ook artikel 2, eerste en tweede lid, van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet). Voor de nieuwe stations Dronten en Kampen-Zuid zal derhalve een minimale bediening gaan gelden van twee keer per uur in iedere richting in de spits en een keer per uur in iedere richting buiten de spits (zie artikel 13, eerste lid, onderdeel a, onder 2, van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet).

Het ontwerp-besluit is voorgelegd aan het Overleg Infrastructuur en Milieu (OIM). Het OIM heeft bij brief van 27 april 2012 bericht dat partijen kunnen instemmen met de voorgenomen wijzigingsbesluiten en dat geen belangwekkende bezwaren zijn ingebracht.

Voorts is het ontwerp-besluit met toepassing van artikel 65, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 overgelegd aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven