Besluit van 17 augustus 2012, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met de wijziging van de Drank- en Horecawet met het oog op de terugdringing van het alcoholgebruik onder met name jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, alsmede ter reductie van de administratieve lasten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 mei 2012, VGP/3113856, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op de artikelen 8, tweede en derde lid, 10 en 44b van de Drank- en Horecawet en artikel 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 mei 2012, nr. W13.12.0157/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 augustus 2012, VGP/3124192, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet komt te luiden:

Bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet

Overtreding

Boetebedrag (€)

I

II

Categorie A

Artikel 3 (als de vergunning nog niet is verleend)

Artikel 4, vijfde lid

Artikel 9, derde lid

Artikel 9, vierde lid

Artikel 20, vijfde lid

Artikel 29, derde lid

Artikel 35, vierde lid

680

1360

Categorie B

Artikel 4, eerste lid

Artikel 12, eerste lid

Artikel 12, tweede lid

Artikel 14, eerste lid

Artikel 14, tweede lid

Artikel 15, eerste lid

Artikel 15, tweede lid

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18, derde lid

Artikel 19, eerste lid

Artikel 19, tweede lid

Artikel 24, eerste lid

Artikel 24, tweede lid

Artikel 24, derde lid

Artikel 25a, eerste lid

Artikel 25b, eerste lid

Artikel 25c, eerste lid

Artikel 25d, eerste lid, onder a

Artikel 25d, eerste lid, onder b

Artikel 35, tweede lid

1020

2040

Categorie C

Artikel 2, tweede lid

Artikel 3 (als de vergunning niet is aangevraagd of is geweigerd)

Artikel 13, eerste lid

Artikel 13, tweede lid

Artikel 18, eerste lid

Artikel 20, eerste lid

Artikel 20, tweede lid

Artikel 20, derde lid

Artikel 22, eerste lid, onder a

Artikel 22, eerste lid, onder b

Artikel 22, eerste lid, onder c

Artikel 22, tweede lid, onder a

Artikel 22, tweede lid, onder b

Artikel 25, eerste lid, onder a

Artikel 25, eerste lid, onder b

Artikel 25, tweede lid

Artikel 25, derde lid

1360

2720

ARTIKEL II

Het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

De burgemeester kan besluiten af te wijken van artikel 3 en 4, indien er sprake is van een lokaliteit die is gevestigd in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Monumentenwet 1988.

B

Artikel 6, derde lid, vervalt.

ARTIKEL III

Het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5 wordt «onder d» vervangen door: onder c.

B

Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

Voor de berekening van de laatste vijf jaar, bedoeld in artikel 3, 4 en 5, telt de periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, niet mee.

ARTIKEL IV

Het Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt «, met dien verstande dat bij een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet zulks beperkt is tot twee leidinggevenden,» te vervallen.

B

In artikel 2 komt «, met dien verstande dat bij een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet zulks beperkt is tot twee leidinggevenden,» te vervallen.

ARTIKEL V

In artikel 4:3, vijfde lid, van het Besluit politiegegevens komt de tekst achter het vierde gedachtestreepje te luiden:

de burgemeester, omtrent de verlening, weigering of intrekking van een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet;

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 17 augustus 2012

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Uitgegeven de dertigste augustus 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De wijziging van de Drank- en Horecawet met het oog op de terugdringing van het alcoholgebruik onder met name jongeren, de voorkoming van alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde, alsmede ter reductie van de administratieve lasten (Kamerstukken II 2011/12, 32 022) treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Deze wetswijziging heeft een aantal, voornamelijk technische, gevolgen voor verscheidene algemene maatregelen van bestuur. Met dit besluit zijn de wijzigingen in algemene maatregelen van bestuur samengebracht ter uitvoering van deze wetswijziging.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de boetetarieven gelijk te trekken met de boetebedragen uit de Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet (Stcrt. 2010, 200898) en enkele kleine onderhoudswerkzaamheden te verrichten.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zijn de administratieve lasten en de bedrijfseffecten in kaart gebracht (Kamerstukken II 2008/09, 32 022, nr. 3, blz. 25–30).

Artikelsgewijs

Artikel I

Naar aanleiding van de wetswijziging wordt de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet opnieuw vastgesteld. In de nieuwe bijlage zijn hogere boetebedragen opgenomen. Deze bedragen zijn gelijkgesteld met de boetebedragen uit de Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet (Stcrt. 2010, nr. 200898). In 2011 is een verhoging doorgevoerd van 15% en per 1 januari 2012 is wederom sprake van een verhoging, te weten met 20%. Dat betekent in de praktijk dat een overtreding die voorheen werd bestraft met een bedrag van € 450 nu wordt bestraft met een bedrag van € 680. De andere bedragen zijn dienovereenkomstig aangepast.

Tevens corresponderen de genoemde artikelen in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet met de artikelen in de wet.

Het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet is overeenkomstig artikel 44b, tweede lid, van de Drank- en Horecawet voorgehangen bij beide kamers der Staten-Generaal. Op 9 februari vond een algemeen overleg alcoholbeleid plaats. Tijdens dat overleg is het besluit besproken door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer. Gedurende de periode dat het besluit is overgelegd zijn er geen opmerkingen van de Eerste en Tweede Kamer geweest die aanleiding hebben gegeven tot het aanbrengen van wijzigingen in dit besluit en de bijbehorende toelichting.

Artikel II

Op grond van artikel 1.13 van het Bouwbesluit 2012 kan voor monumenten een uitzondering worden gemaakt op de regels die betrekking hebben op ruimten met een bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik. Op grond daarvan wordt ook in het besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet de mogelijkheid opgenomen dat de burgemeester kan besluiten af te wijken van de minimale vereisten die gelden ten aanzien van het vloeroppervlakte en de hoogte van een horecalokaliteit, als deze is gevestigd in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Monumentenwet 1988.

De eis dat in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, mede ten behoeve van de bezoekers een voorziening voor het voeren van telefoongesprekken aanwezig is, was opgenomen omdat zich tal van redenen kunnen voordoen waarin het inroepen van (urgente) hulp of het benaderen van dienstverleners belangrijk is. Hierbij kan gedacht worden aan het vragen om politie- of ambulancehulp bij ongevallen of het bestellen van een taxi voor mensen die alcoholhoudende drank hebben gedronken. Deze redenen doen zich nog steeds voor, alleen heeft het gebruik van mobiele telefonie zo’n vlucht genomen, dat deze eis voor de inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend kan vervallen.

Artikel III

De eigenaardigheid deed zich voor dat als een persoon bijvoorbeeld 6 jaar geleden was veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 5 jaar hij direct na het verlaten van de gevangenis tot leidinggevende kon worden benoemd. Om dit te voorkomen is het nieuwe artikel 6 in het leven geroepen: de periode waarin een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is ondergaan, telt niet mee, en werkt als het ware opschortend, voor de berekening van de in de artikelen 3, 4 en 5 van het besluit genoemde termijnen van 5 jaar.

Artikel IV

Aangezien in artikel 8, zesde lid, van de Drank- en Horecawet de eis is opgenomen dat tenminste twee leidinggevenden moeten voldoen aan de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen, is de referentie hieraan in artikel 1 en 2 van het Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank- en Horecawet overbodig geworden.

Artikel V

Deze wijziging komt voort uit de wijziging van de Drank- en Horecawet (Kamerstukken 2011/12, 32 022) waardoor alleen de burgemeester nog bevoegd is tot het verlenen, weigeren of intrekken van een vergunning.

Artikel VI

Het besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wetswijziging in werking treedt, te weten 1 januari 2013.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven