Besluit van 21 augustus 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens voor ondernemers in hun laatste studiejaar en het herstel van enkele technische onvolkomenheden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 17 augustus 2012, nr. WJZ/434200(10258), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel IV, tweede lid, van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens voor ondernemers in hun laatste studiejaar en het herstel van enkele technische onvolkomenheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De onderdelen A, B, C, G, J, O, voor zover nog niet inwerking getreden, R, S, T, U, W, Y, Z, Af0, Af, Aj en Ak van artikel I, artikel II en artikel IIIa van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens voor ondernemers in hun laatste studiejaar en het herstel van enkele technische onvolkomenheden treden in werking met ingang van 1 september 2012.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 augustus 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De onderdelen van artikel I en artikel II en IIIa van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het inkorten van het studentenreisrecht, het vervallen van de bijverdiengrens voor ondernemers in hun laatste studiejaar en het herstel van enkele technische onvolkomenheden, die nog niet in werking zijn getreden, treden in werking per 1 september 2012. In de toelichting bij de vierde nota van wijziging bij het wetsvoorstel is aangegeven dat het streven erop gericht is de maatregelen met betrekking tot de OVstudentenkaart per 1 september 2012 in werking te laten treden. Dit besluit geeft aan dat voornemen uitvoering.

Artikel IV van de wet kent twee inwerkingtredingsbepalingen. De onderdelen O, subonderdeel 1 en An van artikel I van de wet zijn reeds in werking getreden en hadden terugwerkende kracht tot 1 januari 2011. Deze onderdelen hebben betrekking op het loslaten van de bijverdiengrens voor ondernemers in het laatste jaar van hun studie en het niet toepassen van een inflatiecorrectie.

De onderdelen B, C, G, subonderdeel 2 van O, Z, Af0, betreffen wijzigingen met betrekking tot enkele (technische) onvolkomenheden in de wet. Deze onderdelen treden (ook materieel) per 1 september 2012 in werking.

De onderdelen A, J, R, S, U, W, Af van artikel I betreffen wijzigingen ten behoeve van de ontwikkelingen op het gebied van de OV-chipkaart en het openbaar vervoer. Deze wijzigingen treden (ook materieel) in werking op 1 september 2012.

Onderdeel T betreft enkele wijzigingen vanwege de ontwikkeling op het gebied van de ov-chipkaart en houdt tevens een verhoging van het te betalen bedrag indien er sprake is van onterecht bezit van een geladen reisproduct. Dit onderdeel heeft materieel werking vanaf 1 september 2012. Vanaf dan zijn studenten € 97 verschuldigd per halve kalendermaand als de beschreven situatie zich voordoet.

Onderdeel Y heeft betrekking op de inkorting van het studentenreisrecht van het nominaal aantal studiejaren plus drie naar het nominaal aantal studiejaren plus één. Dit onderdeel gaat materieel in per 1 september 2012. Echter degenen die vóór inwerkingtreding van dit onderdeel reisrecht toegekend hebben gekregen in het kalenderjaar 2012, mogen daar gedurende het hele kalenderjaar gebruik van maken. De inkorting van het reisrecht voor deze groep heeft pas materieel effect vanaf 1 januari 2013. Dit blijkt uit onderdeel Ak, dat ook op 1 september 2012 in werking treedt.

Artikel II treedt (ook materieel) in werking vanaf 1 september 2012. Instellingen kunnen dan – onder voorwaarden – niet ingeschreven studenten financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds bieden.

Artikel IIIA treedt in werking per 1 september 2012. Op de praktijk zal deze inwerkingtreding geen invloed hebben, omdat nu de hardheidsclausule van de WSF BES gebruikt wordt om hetzelfde resultaat te bereiken. Na invoering van de huidige tekst van de WSF BES is gebleken dat een klein aantal jongeren met de Nederlandse nationaliteit die al geruime tijd woonachtig zijn in Caribisch Nederland volgens de letterlijke tekst van de WSF BES niet in aanmerking zouden komen voor een tegemoetkoming op grond van de WSF BES, omdat ze niet geboren zijn in Caribisch Nederland en nog geen 10 jaar woonachtig zijn in Caribisch Nederland, maar ook niet (meer) in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming vanuit het land waar zij vandaan komen. Voor deze groep werd de hardheidsclausule gebruikt. Door de wetswijziging is de wettekst gerepareerd en weer in overeenstemming is met de uitvoeringspraktijk. Gebruik van de hardheidsclausule is op dit punt niet meer nodig.

Dit besluit onderteken ik mede namens de Staatssecretaris van Financiën.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

Naar boven