Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2012, 279 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2012, 279 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 april 2012, nr. 2012-0000166083;
Gelet op de artikelen 81 en 120a van de Ambtenarenwet BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 mei 2012, nr. W04.12.0122/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 mei 2012, nr. 2012-0000281703;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk VII, paragraaf 11, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES komt te luiden:
Deze paragraaf is niet van toepassing op de aspirant en de vrijwillige ambtenaar in opleiding, bedoeld in artikel 1 van het Besluit rechtspositie korps politie BES.
De ambtenaar kan, met inachtneming van artikel 72b, in het belang van de dienst worden verplicht om scholing te volgen, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd. Bij het opleggen van de verplichting tot het volgen van scholing worden studiefaciliteiten toegekend.
1. Aan de ambtenaar kan niet zonder zijn instemming een studieopdracht in het Europese deel van Nederland of in het buitenland worden gegeven, indien die studie de duur van zes maanden overschrijdt.
2. De ambtenaar voor wie de geldende werktijd korter is dan de volledige werktijd, is niet verplicht een studieopdracht in het Europese deel van Nederland of in het buitenland te aanvaarden. Indien hij met de verlening van een dergelijke studieopdracht heeft ingestemd, wordt hij voor de duur van die studie in volledige werktijd aangesteld.
De in artikel 72a bedoelde studiefaciliteiten zijn:
a. een volledige vergoeding van de met de studie gemoeide scholingskosten, waaronder examengelden en de kosten voor boeken alsmede noodzakelijke reis- en verblijfkosten;
b. verlof met behoud van bezoldiging voor de tijd die is gemoeid met het volgen van lessen en stages die een onlosmakelijk onderdeel uitmaken van de opleiding en voor de tijd die gemoeid is met het afleggen van examens, alsmede voor de dag die direct voorafgaat aan een examen.
1. De ambtenaar die op zijn verzoek een studie volgt die naar het oordeel van het bevoegd gezag bijdraagt aan de functievervulling of de volgende loopbaanstap heeft recht op verlof met behoud van bezoldiging voor de tijd die is gemoeid met het volgen van lessen en stages die een onlosmakelijk onderdeel uitmaken van de opleiding tot een maximum van een dag per week en voor de tijd die gemoeid is met het afleggen van examens, alsmede voor de dag die direct voorafgaat aan een examen.
2. Indien de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, de studie met goed gevolg heeft afgerond, heeft hij recht op een vergoeding van 35% van de met de studie gemoeide scholingskosten, waaronder examengelden en de kosten voor boeken alsmede noodzakelijke reis- en verblijfkosten.
3. In afwijking van het tweede lid bedraagt de vergoeding 75% indien de studie naar het oordeel van het bevoegde gezag in belangrijke mate bijdraagt aan de functievervulling dan wel volgende loopbaanstap.
De ambtenaar, bedoeld in artikel 72a, is verplicht tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de aan hem toegekende vergoeding van de scholingskosten:
a. bij onvoldoende resultaat in de scholing en bij voortijdig afbreken van de scholing, voor zover dit aan eigen schuld of toedoen van de ambtenaar is te wijten;
b. bij ontslag tijdens het volgen van de scholing, tenzij hij binnen een maand na zijn ontslag elders in dienst treedt binnen de rijksdienst in Caribisch Nederland, als het een ambtenaar in dienst van de staat betreft, of binnen de dienst van het openbaar lichaam, als het een ambtenaar in dienst van een openbaar lichaam betreft, of aansluitend aan zijn ontslag recht heeft op wachtgeld, een uitkering op grond van de Cessantiawet BES, een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid of ouderdomspensioen.
1. De ambtenaar is, met inachtneming van het tweede, onderscheidenlijk het derde lid, verplicht de aan hem toegekende vergoeding terug te betalen bij ontslag binnen een termijn van anderhalf jaar indien hij 35% vergoeding heeft ontvangen of drie jaar indien hij 75% vergoeding heeft ontvangen na het met voldoende resultaat afronden van de scholing, tenzij hij binnen een maand na zijn ontslag elders in dienst treedt binnen de rijksdienst in Caribisch Nederland, als het een ambtenaar in dienst van de staat betreft, of binnen de dienst van het openbaar lichaam, als het een ambtenaar in dienst van een openbaar lichaam betreft, of aansluitend aan zijn ontslag recht heeft op wachtgeld, een uitkering op grond van de Cessantiawet BES, een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid of ouderdomspensioen.
2. Indien aan betrokkene 35% vergoeding is toegekend, bedraagt de terugbetalingsplicht ten hoogste 1/18 deel van de ontvangen vergoeding voor elke maand dat zijn ontslag eerder is ingegaan dan 18 maanden na het afronden van de opleiding.
3. Indien aan betrokkene 75% vergoeding is toegekend, bedraagt de terugbetalingsplicht ten hoogste 1/36 deel van de ontvangen vergoeding voor elke maand dat zijn ontslag eerder is ingegaan dan 36 maanden na het afronden van de opleiding.
Het Besluit rechtspositie korps politie BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 75 wordt «de artikelen 66, 67 en 76» vervangen door: de artikelen 66, 67, 72 tot en met 72h en 76.
B
De artikelen 89, 91 en 92 vervallen.
Ten aanzien van studieopdrachten en studiefaciliteiten die aan de ambtenaar door het bevoegde gezag zijn verstrekt voor 1 november 2011 blijven artikel 72 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, onderscheidenlijk de artikelen 89, 91 en 92 van het Besluit rechtspositie korps politie BES zoals die luidden op 31 oktober 2011 van toepassing.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
’s-Gravenhage, 18 juni 2012
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies
Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten
Op 10 januari 2011 is een arbeidsvoorwaardenovereenkomst bereikt tussen de vertegenwoordigers van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vertegenwoordigers van de ambtenarenbonden in Caribisch Nederland. In deze overeenkomst is onder meer een afspraak gemaakt met betrekking tot een studiefaciliteitenregeling. Het onderhavige besluit betreft de uitwerking van die afspraak. Deze studiefaciliteitenregeling is zowel voor de ambtenaren in dienst van de staat als voor de ambtenaren in dienst van de openbare lichamen van toepassing en geldt ook voor de ambtenaren van politie in Caribisch Nederland. De bepalingen met betrekking tot studiefaciliteiten en studieopdrachten in het Besluit rechtspositie korps politie BES komen derhalve te vervallen.
Artikel 76 van de voormalige Wet materieel ambtenarenrecht BES (WmaBES) bevatte een regeling met betrekking tot een studieopdracht in het buitenland. Op grond van die bepaling kon een ambtenaar met een fulltime baan een studieopdracht in het buitenland worden gegeven. Het aanvaarden van een studieopdracht voor maximaal een half jaar was verplicht; voor een langer durende studieopdracht was de instemming van de ambtenaar vereist. Gedurende de studie werd de ambtenaar op non-actief gesteld en kreeg hij compenserende inkomsten.
De ambtenaar met een deeltijdfunctie kon ook een studieopdracht in het buitenland worden gegeven, maar alleen als hij er zelf mee instemde (dus zijn instemming was ook nodig voor een studieopdracht voor korter dan zes maanden). In dat geval werd hij voor de duur van de studie in volledige werktijd aangesteld.
Deze regeling is in het kader van de structuurwijziging van het ambtenarenrecht overgeheveld naar artikel 72 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES (RpbaBES).
In overleg met de bonden van overheidspersoneel in Caribisch Nederland is de regeling thans uitgebreid tot een algemene studiefaciliteitenregeling. Zowel de oude regeling als de in het Europees deel van Nederland voor ambtenaren geldende regeling met betrekking tot studiefaciliteiten zijn hierbij als uitgangspunt genomen.
In artikel 72 worden overeenkomstig de artikelen 89 en 91 van het Besluit rechtspositie korps politie BES aspiranten en vrijwillige politieambtenaren in opleiding van de studiefaciliteitenregeling uitgesloten.
In het artikel 72a is bepaald dat de ambtenaar binnen redelijke grenzen een scholingsverplichting kan worden opgelegd. Onder «scholing» kan in voorkomende gevallen ook een taalcursus worden verstaan; het is immers van groot belang dat ambtenaren het Nederlands goed beheersen.
Onder «scholing» valt ook een studie(opdracht) in het buitenland.
In artikel 72b is de studieopdracht in het Europees deel van Nederland en in het buitenland geregeld voor de ambtenaar met een volledige werktijd onderscheidenlijk met een dienstverband in deeltijd. Behalve «buitenland» is nu ook het Europees deel van Nederland genoemd. Dit is noodzakelijk, omdat in de context van de BES-wetgeving dit deel van Nederland niet tot het buitenland valt. In de oude bepaling was abusievelijk alleen sprake van een studieopdracht in het buitenland.
In tegenstelling tot de oude regeling blijft de ambtenaar tijdens scholingactiviteiten, ook die in het buitenland, in actieve dienst en behoudt hij dus zijn normale inkomsten. Een voorschrift als in het oude artikel 72, derde lid, RpbaBES, dat bij de beschikking waarbij de studieopdracht in het buitenland wordt verleend bepaald wordt of de studietijd invloed heeft op het aantal vakantie-uren en in hoeverre de studietijd meetelt als diensttijd met het oog op de toekenning van periodieke verhogingen, is daarom niet meer nodig.
Artikel 72c regelt de studiefaciliteiten voor verplicht gestelde scholing. Deze faciliteiten houden in dat de scholingskosten volledig worden vergoed en de betrokken ambtenaar de gehele scholing/studie, waaronder stages inbegrepen, examens (inclusief de dag voorafgaand aan een examen) binnen werktijd mag volgen. Reis- en verblijfkosten, die op grond van de redactie van het vierde lid begrepen zijn onder de scholingskosten, worden vergoed op basis van de Reis- en verblijf- en verhuiskostenregeling ambtenaren BES.
Voor scholingsactiviteiten die niet verplicht aan de ambtenaar zijn opgelegd, maar wel aantoonbaar bijdragen aan de functievervulling of aan de volgende loopbaanstap, bestaat ingevolge artikel 72 recht op een vergoeding van 35% van de kosten; bovendien mag de ambtenaar die scholing in werktijd volgen tot maximaal een dag per week en mag hij ook de examens onder werktijd afleggen. Wanneer de scholing in belangrijke mate bijdraagt aan de functievervulling of de volgende loopbaanstap, worden op grond van het tweede lid zelfs 75% van de kosten vergoed. Ook de reis- en verblijfkosten worden voor 35, onderscheidenlijk 75% vergoed op basis van de Reis- en verblijf- en verhuiskostenregeling ambtenaren BES. Het recht op de vergoedingen ontstaat pas bij voltooiing van de scholing; vooruitlopend op de toekenning van de vergoeding kunnen wel voorschotten worden verleend (artikel 72g).
Van de ambtenaar die verplichte scholing volgt of heeft gevolgd kan de verleende vergoeding worden teruggevorderd bij onvoldoende resultaat en bij tussentijds afbreken van de scholing, voor zover dit aan de ambtenaar zelf is te wijten. Dit is geregeld in het artikel 72e, eerste lid. Het bevoegd gezag moet binnen drie maanden beslissen tot terugvordering (tweede lid). Voorts wordt de vergoeding voor de scholingskosten op grond van dit lid teruggevorderd wanneer de ambtenaar tijdens het volgen van de scholing ontslag neemt en niet binnen een maand opnieuw bij de Rijksdienst Caribisch Nederland onderscheidenlijk het openbaar lichaam in dienst treedt. De terugbetalingsplicht kan niet worden opgelegd als de betrokken ambtenaar na zijn ontslag recht heeft op wachtgeld, een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering of ouderdomspensioen.
Artikel 72f betreft de terugvordering van vergoedingen aan ambtenaren die op eigen verzoek een opleiding hebben gevolgd. Aangezien het recht op de vergoedingen pas ontstaat wanneer de studie is voltooid, is het niet nodig te bepalen dat de vergoeding wordt teruggevorderd bij onvoldoende resultaat en bij voortijdig afbreken van de opleiding (eventueel verleende voorschotten dienen in die gevallen wel te worden terugbetaald: zie artikel 72g). Van de ambtenaar die mede op kosten van de werkgever scholing heeft gehad, wordt verlangd dat hij na deze scholing nog een aantal jaar in dienst blijft. Ingeval de ambtenaar een vergoeding heeft ontvangen voor vrijwillige scholing en hij binnen een termijn van anderhalf of drie jaar (bij 35% onderscheidenlijk 75% vergoeding) ontslagen wordt of ontslag neemt, is hij daarom op grond van het achtste lid worden verplicht de verleende vergoeding geheel of gedeeltelijk terug te betalen. Ook hier geldt dat de vergoeding niet hoeft te worden terugbetaald als betrokkene recht heeft op een uitkering. Het maximaal terug te betalen bedrag staat in verhouding tot het niet voldoen aan de bindingstermijn en neemt dus af naarmate betrokkene langer in dienst blijft. Zo kan iemand die al binnen een maand na afronding van de opleiding ontslag neemt worden verplicht de gehele vergoeding terug te betalen, terwijl van iemand die pas na de helft van de bindingstermijn ontslagen wordt ten hoogste de helft van de vergoeding kan worden teruggevorderd.
Artikel 72g maakt het betalen van voorschotten mogelijk wanneer de ambtenaar op eigen verzoek scholing volgt.
Zoals in het algemeen deel reeds is opgemerkt, geldt de studiefaciliteitenregeling in het RpbaBES ook voor de ambtenaren van het korps politie in Caribisch Nederland. De bepalingen met betrekking tot het verlenen van studiefaciliteiten en studieopdrachten in het Besluit rechtspositie korps politie BES kunnen daarom vervallen.
Gelet op de dringende behoefte aan de regeling van studiefaciliteiten is in overeenstemming met de bonden voor overheidspersoneel aan het besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 november 2011.
De regeling geldt alleen ten aanzien van het volgen van studies, waartoe na 31 oktober 2011 opdracht is gegeven of toestemming is verleend. Voor lopende studieopdrachten die zijn gegeven voor die datum blijft de oude regeling van toepassing. Dit is geregeld in artikel III.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-279.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.