Besluit van 4 juni 2012 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 5 april 2012 tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2012, 155)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 mei 2012, directie Wetgeving, nr. 261479;

Gelet op artikel V van de wet van 5 april 2012 tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2012, 155);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 5 april 2012 tot partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2012, 155) treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 juni 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de veertiende juni 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven