Besluit van 22 mei 2012 houdende regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES (Besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie, van 2 november 2011, nr. FM 2011-9926;

Gelet op de artikelen 2.2, derde lid, 2.5, 2.8, derde lid, 2.9, derde lid, 5.11, tweede lid, en 5.12, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de artikelen 18, eerste lid, en 23, tweede lid, van de Wet politiegegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 januari 2012, nr. W06.11.0469/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie, van 16 mei 2012, nr. FM 2011-10036 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de wet: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

§ 2. Cliëntenonderzoek

Artikel 2

De hierna te noemen categorieën dienstverleners mogen het cliëntenonderzoek afstemmen op de risicogevoeligheid voor witwassen of financiering van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie:

  • a. administrateurs van beleggingsinstellingen;

  • b. beleggingsmaatschappijen;

  • c. bemiddelaars in levensverzekeringen;

  • d. geldtransactiekantoren;

  • e. kredietinstellingen;

  • f. levensverzekeraars;

  • g. trustkantoren.

Artikel 3

De toezichtautoriteit is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot het op te stellen risicoprofiel en de uit te voeren controle, bedoeld in artikel 2.5 van de wet.

Artikel 4

Artikel 2.8, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op:

  • a. het sluiten of bemiddelen bij het sluiten van een levensverzekering tegen een premie of het doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekering indien de eerste premiebetaling wordt gedaan ten laste van, dan wel de uitkering uit hoofde van de levensverzekering wordt betaald ten gunste van een rekening van de cliënt bij een kredietinstelling of een levensverzekeraar die beschikt over een vergunning op grond van de Wet financiële markten BES of haar onderscheidenlijk zijn zetel heeft in een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen land.

  • b. het verlenen van een dienst als bedoeld in Bijlage A, deel I, onderdelen a, b of d, van de wet, voor zover verband houdend met de handel in effecten, indien de eerste betaling die met de dienst verband houdt door de cliënt wordt gedaan, of indien een betaling aan de cliënt wordt gedaan ten laste of ten gunste van een rekening van die cliënt bij een kredietinstelling die beschikt over een vergunning op grond van de Wet financiële markten BES of haar zetel heeft in een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen land.

Artikel 5

Artikel 2.9, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op 100 procent dochtermaatschappijen van de in artikel 2.9, eerste lid, onderdeel d, van de wet genoemde cliënten.

§ 3. Bestuurlijke boete

Artikel 6

Voor de toepassing van dit besluit worden de hieronder opgenomen categorieën bestuurlijke boeten met daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen onderscheiden.

Boetecategorie

Basisbedrag

Minimumbedrag

Maximumbedrag

Eerste categorie

USD     500

USD 0

USD   4.000

Tweede categorie

USD   5.000

USD 0

USD  20.000

Derde categorie

USD  50.000

USD 0

USD 200.000

Vierde categorie

USD 125.000

USD 0

USD 500.000

Artikel 7

  • 1. Overtreding van een in de bijlage bij dit besluit genoemd voorschrift is beboetbaar met een bestuurlijke boete van de volgens die bijlage op overtreding van dat voorschrift van toepassing zijnde categorie.

  • 2. Het geen gevolg geven dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan een krachtens artikel 5.9 van de wet gegeven aanwijzing is, indien de aanwijzing gegeven is ter zake van het niet voldoen aan een in de bijlage bij dit besluit genoemd voorschrift, beboetbaar met een bestuurlijke boete van dezelfde categorie als waarmee dat voorschrift beboetbaar is.

  • 3. Indien een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid is gegeven ter zake van een voorschrift, niet zijnde een in de bijlage genoemd voorschrift, is het geen gevolg dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan die aanwijzing beboetbaar met een bestuurlijke boete van de eerste categorie.

Artikel 8

  • 1. De toezichtautoriteit stelt een bestuurlijke boete vast op het basisbedrag, behorend bij de van toepassing zijnde categorie.

  • 2. De toezichtautoriteit verhoogt het basisbedrag van een in de eerste categorie op te leggen boete met ten hoogste 300 procent van dat bedrag, indien de ernst of de duur van de overtreding een dergelijke verhoging rechtvaardigt.

  • 3. De toezichtautoriteit verlaagt of verhoogt het basisbedrag van een in de tweede, derde of vierde categorie op te leggen boete:

    • a. met ten hoogste 50 procent van het basisbedrag, indien de ernst of de duur van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt, en

    • b. met ten hoogste 50 procent van het basisbedrag, indien de mate van verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt.

Artikel 9

Het door de toezichtautoriteit met toepassing van artikel 8 vast te stellen boetebedrag wordt verdubbeld, indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding.

Artikel 10

  • 1. De toezichtautoriteit houdt bij het vaststellen van een bestuurlijke boete rekening met de draagkracht van de overtreder.

  • 2. De toezichtautoriteit kan op grond van het eerste lid de op te leggen boete verlagen met ten hoogste 100 procent.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11

Het Besluit politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 4:3, eerste lid, onderdeel a, vijfde gedachtestreepje, komt te luiden:

  • de taakuitvoering van het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, bedoeld in artikel 13 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en artikel 3.2 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

2. In artikel 4:6, onderdeel c, wordt na «artikel 13 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme» ingevoegd: en artikel 3.2 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

3. In artikel 6:6, eerste lid, onderdeel d, wordt «de Wet melding ongebruikelijke transacties BES» vervangen door: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

4. Artikel 6a:2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1°. In onderdeel d wordt «artikel 3, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES» vervangen door: artikel 3:3, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

2°. De onderdelen i en l komen te vervallen.

3°. In onderdeel x wordt «de Wet melding ongebruikelijke transacties BES» vervangen door: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES in werking treedt.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 22 mei 2012

Beatrix

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

Uitgegeven de twaalfde juni 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

BIJLAGE BOETETABEL

Bijlage als bedoeld in artikel 7, eerste lid

Artikel

Boetecategorie

1.6

3

2.2, eerste lid

4

2.2 tweede lid

4

2,2 zesde lid

3

2.3, eerste lid

4

2.4, eerste lid

4

2.4 tweede lid

4

2.7, eerste lid, tweede volzin

3

2.7, tweede lid, tweede volzin

3

2.7, derde lid

3

2.8, tweede lid

2

2.9, tweede lid

2

2.11

4

2.12

3

2.13

4

2.14

4

2.15

4

2.16

2

2.17

3

2.18

4

3.5

4

3.6, tweede lid

4

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit, waarvan de voordracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie is gedaan, wordt uitvoering gegeven aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES (hierna: de Wwft BES).

Dit besluit geeft invulling aan de mogelijkheid in de Wwft BES om cliënten en producten of transacties aan te wijzen waarop vereenvoudigd cliëntenonderzoek van toepassing is. Dit houdt in dat het cliëntenonderzoek slechts behoeft te worden uitgevoerd indien het risico van betrokkenheid van een cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft. Tevens is geregeld welke categorieën dienstverleners de zogenoemde risicogebaseerde benadering mogen toepassen bij het cliëntenonderzoek.

Verder is in dit besluit geregeld volgens welke systematiek boetes kunnen worden opgelegd voor overtredingen van voorschriften in de Wwft BES.

Het onderhavige besluit is, evenals de Wwft BES, tot stand gekomen in overleg met DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Ook de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en organisaties van marktpartijen in de openbare lichamen, Curaçao en Sint Maarten zijn geconsulteerd. In aanvulling op de consultatie van het wetsvoorstel voor de Wwft BES is in het voorjaar van 2011 met deze partijen gesproken over de voornemens met betrekking tot de lagere regelgeving onder de Wwft BES, waarna in de zomer een formele consultatie heeft plaatsgevonden. Met hun commentaar is rekening gehouden bij het opstellen van het besluit en de nota van toelichting.

Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven

Dit besluit heeft geen gevolgen voor administratieve lasten: het ziet niet op informatieverplichtingen naar de overheid. Voor de overige nalevingskosten – de kosten die ondernemingen moeten maken om aan de inhoudelijke eisen van de wet te voldoen – zijn de gevolgen positief doordat het besluit cliënten, producten en diensten aanwijst ten aanzien waarvan het vereenvoudigd cliëntenonderzoek van toepassing is.

Artikelsgewijs

Artikel 2

In dit artikel is geregeld welke categorieën dienstverleners het cliëntenonderzoek, verplicht gesteld in de artikelen 2.2 e.v. van de wet, mogen afstemmen op de risicogevoeligheid voor witwassen of financiering van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie. Hier is aansluiting gezocht bij de situatie in Curaçao en Sint Maarten: in beleidsregels van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is deze keuze gemaakt ten aanzien van dezelfde categorieën. Met uitzondering van administrateurs van beleggingsinstellingen zijn alle categorieën gereguleerd in de Wet financiële markten BES.

Artikel 3

Dienstverleners zijn ingevolge artikel 2.5 van de wet verplicht van elke cliënt met wie zij een zakelijke relatie onderhouden, een risicoprofiel op te stellen en een voortdurende controle uit te voeren op die zakelijke relatie en de tijdens de duur van die relatie uit te voeren transacties. In artikel 2.5, tweede lid, van de wet is geregeld dat nadere regels ter zake kunnen worden gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, waardoor de mogelijkheid bestaat de regelgevende bevoegdheid te (sub)delegeren aan de toezichtautoriteiten. Mede met het oog op het bewaren van een level playingfield is hier aangesloten bij de praktijk van Curaçao en Sint Maarten waar regels ter zake zijn gesteld door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten.

Artikelen 4 en 5

In deze artikelen zijn producten of transacties (artikel 4) en categorieën cliënten (artikel 5) aangewezen ten aanzien waarvan de regels van het vereenvoudigd cliëntenonderzoek van toepassing zijn. Het gaat om producten, transacties en categorieën cliënten die naar hun aard een relatief gering risico van witwassen of financieren van terrorisme met zich brengen. In alle gevallen geldt dat de dienstverlener voldoende gegevens dient te verzamelen om vast te stellen dat een product, transactie of cliënt binnen de reikwijdte van deze artikelen valt. Dit volgt uit het feit dat ook het tweede lid van artikel 2.8 onderscheidenlijk 2.9 van de wet van overeenkomstige toepassing is verklaard.

De onderhavige bepalingen corresponderen met de artikelen 2 en 3 van het Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Verder heeft artikel 4 een equivalent in de wetgeving van Curaçao en Sint Maarten, in artikel 4, tweede, derde en vijfde lid, van de Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening.

Artikelen 6 tot en met 10

Deze artikelen bevatten een uitwerking van de artikelen 5.11 en 5.12 van de wet. Deze uitwerking is ontleend aan artikel 28 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de artikelen 2 tot en met 4 en 13 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector. Net als in artikel 28, derde lid, van de Wwft, is in artikel 6 een aantal boetecategorieën in het leven geroepen met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen.

Omwille van de overzichtelijkheid voor met name financiële ondernemingen is voor de invulling van de categorieën aangesloten bij het Besluit financiële markten BES. Bij het categoriseren van overtredingen is aangesloten bij de boetebedragen die waren opgenomen in de Wet identificatie bij dienstverlening BES en de Wet melding ongebruikelijke transacties BES. Verder is rekening gehouden met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force, waarin is gesteld dat sancties op overtredingen van in die aanbevelingen gestelde normen voldoende afschrikwekkende werking moeten hebben.

In de bijlage is opgenomen in welke boetecategorie een overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de wet valt. Overtreding van een in die bijlage genoemd voorschrift is beboetbaar met een bestuurlijke boete van de volgens die bijlage op overtreding van dat voorschrift van toepassing zijnde categorie (artikel 7, eerste lid). Het tweede en derde lid van artikel 7 schrijven voor welke boete moet worden opgelegd als een aanwijzing van de toezichtautoriteit als bedoeld in artikel 5.9 van de wet niet, niet tijdig of onvolledig wordt opgevolgd.

De boetesystematiek is als volgt. De toezichtautoriteit stelt een bestuurlijke boete vast op het basisbedrag behorende bij de van toepassing zijnde categorie (artikel 6, eerste lid). De toezichtautoriteit kan dit basisbedrag met ten hoogste 50% verhogen of verlagen op grond van de ernst of de duur van de overtreding en op grond van de mate van verwijtbaarheid van de overtreder.

De toezichtautoriteit kan een boete van alle drie categorieën verlagen tot USD 0 als de draagkracht van de overtreder daar aanleiding toe geeft (artikel 10). Voorts geldt voor de boetes van alle categorieën dat de toezichtautoriteit de boete verdubbelt bij recidive binnen vijf jaar (artikel 9).

Zodoende is het hoogste bedrag dat als boete opgelegd kan worden in beginsel USD 500.000: het hoogste basisbedrag (USD 125.000), verhoogd met tweemaal 50% in verband met onderscheidenlijk de ernst of duur van de overtreding en de verwijtbaarheid van de overtreder, en verdubbeld in verband met recidive binnen vijf jaar.

Het voorgaande is een uitwerking van de systematiek van artikel 5:12, eerste lid, van de wet. Een uitzondering op die systematiek is voorzien in het derde lid van dat artikel. Indien de overtreder door de overtreding voordeel heeft verkregen, kan de boete worden vastgesteld op twee keer dit voordeel indien het resulterende bedrag hoger is dan de boete die zou kunnen worden opgelegd op grond van de in dit besluit gegeven systematiek. In dat geval kan dus een bedrag hoger dan USD 500.000 als boete worden opgelegd.

Boetecategorie twee is bedoeld voor lichtere vergrijpen, met name het tekortschieten in het verzamelen van voldoende gegevens om te bepalen of vereenvoudigd cliëntenonderzoek is toegestaan.

Bij overtredingen die beboet worden met een boete van de derde categorie kan bijvoorbeeld worden gedacht aan overtredingen van voorschriften op het terrein van de verificatie van de identiteit van de cliënt.

De vierde boetecategorie is bedoeld voor overtredingen van voorschriften die behoren tot de kern van de wet, zoals de verplichting cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden. Het gaat hier om overtredingen die ernstig zijn. Deze overtredingen worden bedreigd met boetes van de hoogste categorie waardoor de ondernemingen financieel geprikkeld worden zorg te dragen voor goede naleving van de betreffende voorschriften.

Artikel 11

Het onderhavige artikel strekt tot aanpassing van verwijzingen in het Besluit politiegegevens naar de Wet melding ongebruikelijke transacties BES, die wordt ingetrokken bij de Wwft BES.

Daarbij is in de artikelen 4:3, eerste lid, onderdeel a, 4:6, onderdeel c, en 6a:6, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit politiegegevens de verwijzing naar de taken van het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties uitgebreid door te verwijzen naar zowel de Europees-Nederlandse Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme als de Wwft BES. Met deze wijziging is beoogd te verduidelijken dat politiegegevens uit zowel Europees Nederland als de BES-eilanden kunnen worden verstrekt aan het Meldpunt ten behoeve van haar taken in beide jurisdicties.

Door deze wijzigingen kan de bepaling in artikel 6a:2, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit politiegegevens, die betrekking heeft op artikel 4:6, eerste lid, onderdeel c, van dat besluit, vervallen.

Verder kan de bepaling in artikel 6a:2, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit politiegegevens, die betrekking heeft op artikel 2:13, tweede lid, van dat besluit, vervallen nu door de invoering van de Wwft BES niet langer een gewijzigde lezing van dat artikel nodig is voor toepassing van dat besluit op de BES-eilanden.

De Minister van Financiën, J. C. de Jager


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven